HOREN OF VERHOREN
(3)
Vragen bij het luisteren naar de Bijbel
Nu we ons bezonnen hebben op het stuk „eigen ik", dat we meebrengen in het luisteren naar de Bijbel, willen we in het verlengde daarvan vragen naar de rechte luisterhouding meer in het algemeen.
Bij de vraagstelling die, vanuit de in het eerste artikel genoemde studentenkring naar me toekwam viel de uitdrukking 'goede wil'. Is de aanwezigheid van goede wil voldoende voor het begrijpen van de Bijbelse boodschap?
Laten we daarmee hier ook beginnen. De vraag is dan natuurlijk allereerst: Wat bedoel je daar precies mee? Wat denk je daarbij? Moet je daarbij bijvoorbeeld denken aan het luisteren van een volwassene naar een kind?
Dat kind wil iets vertellen. Het heeft voor zijn belevingswereld iets heel opwindends meegemaakt bij het spelen op straat en komt opgewonden binnen om het aan moeder of vader te vertellen. Maar de zinnen die zo'n kind gebruikt zijn krom, het logische verband ontbreekt en het woordgebruik
klopt ook al niet helemaal. Als groot mens luister je dan welwillend. Op de wonderlijke zinswendingen let je niet zo.. Het ontbrekende vul je in gedachten zelf aan. Je vergeeft zo'n kind z'n gebrekkig taalgebruik en je neemt het op z'n beste bedoelingen.
Als je goede wil in die zin opvat kan er gemakkelijk iets hautains in zitten, in ieder geval iets neerbuigends. Je wilt dat kind nog niet zulke hoge eisen stellen van taal en logika. Zelf weet je wel beter.
Zo zou je inderdaad ook tot de Schrift kunnen naderen. Ze stamt uit een primitief stadium van onze kuituur. Een stadium, waarin de mensen nog weinig wisten, waarin de wetenschap nog niet de hoge vlucht had genomen van onze dagen. Wij moderne ontwikkelde mensen weten wel beter, maar zijn dan toch wel zo welwillend om naar de Bijbel te luisteren.
Een dergelijke houding dient radikaal te worden afgewezen en afgelegd. Als het over kinderen gaat, dan horen wij dat te zijn. Al zijn we dan mensen van de twintigste eeuw en wetenschappelijk en technisch misschien heel wat mans, als het gaat over de dingen van God en Zijn eeuwig Koninkrijk zijn we niet minder onkundig om niet te zeggen dwaas en verblind dan vroeger. En als we niet worden als een kind, dat in eenvoud en ontvankelijkheid wil horen, wat God de HEERE te zeggen heeft, kunnen we dat Koninkrijk van God niet binnengaan.
Als we dan toch de uitdrukking 'goede wil' gebruiken willen, zou het kunnen zijn meer als een kritisch begrip. Dat wil zeggen als de aanduiding van een positieve houding tegenover een negatieve.
Laat ik het voorbeeld gebruiken van het luisteren naar een preek. Wat kunnen we soms verdrietig negatief en kritisch naar de kerk gaan. We denken al van te voren: Het zal wel weer niet veel wezen. En onder het preken zitten we te bedenken, wat er eigenlijk nog gezegd had moeten worden maar niet gezegd is. We luisteren naar wat we missen. We sluiten ons af, voor wat er wel gezegd wil worden. Liet is duidelijk, dat we in een dergelijke houding altijd wel wat vinden om te vitten. Geen preek is immers volmaakt.
. Tegen de achtergrond van een dergelijke houding kan de uitdrukking 'goede wil' dan een stuk positiviteit, openheid, ontvankelijkheid aangeven. Je bent bereid om te luisteren naar wat er wel gezegd wil worden. Je wilt iemand nemen op zijn werkelijke bedoelingen.
Het lijkt me goed om als het over de Bijbel gaat een dergelijke houding hier nog eens duidelijk te onderstrepen. Nog altijd worden aan de Schrift kritisch en vanuit, de hoogte vragen gesteld, die niet overeenkomen met haar werkelijk bedoelen. Er worden haar onterechte verwijten gemaakt, omdat men met eisen tot de Schrift komt waaraan zij niet wil voldoen.
H. Bavinck noemt in zijn Gereformeerde Dogmatiek de Bijbel een tendensboek. Dat wil zeggen een boek met een bepaalde gerichte bedoeling. Zij beweegt zich op een bepaald terrein. Dat wil niet zeggen dat andere terreinen soms niet eens worden aangeraakt, maar dat is dan toch maar zijdelings en vanuit een bepaalde optiek. Bavinck haalt in dat verband een woord aan van een Rooms-katholieke theoloog uit de tijd van de Reformatie, dat de Schrift ons niet in de eerste plaats wil wijsmaken, hoe de hemelen gaan, maar hoe wij naar de hemel gaan.
Bekend is het voorbeeld Jozua 10 vs 12— 14. Het gaat niet aan om uit. deze woorden op te maken, dat de Bijbel zou willen beweren, dat de aarde stil staat en de zon draait. Het gaat hier meer om een dagelijks spraakgebruik, dan om een wetenschappelijke uitspraak. Als we 's morgens vroeg wakker worden gewekt door de zon die onze slaapkamer binnen schijnt en we voor het raam staande uitroepen: W 7 at komt de zon prachtig op, storen we ons toch ook niet aan wat we weten uit ons natuurkunde boek. We dienen dan ook altijd weer te beseffen dat de Bijbel geen natuurkunde boek beoogt te zijn, noch een aardrijkskundeboek, een biologieboek of zelfs een geschiedenisboek in historisch-wetenschappelijke zin. Ongetwijfel worden er dingen gezegd over de natuur, de aarde en de geschiedenis, maar dat staat altijd in direkt verband met God en Zijn openbaring.
Het is dan ook zonder meer ter zake als wij daarmee bij ons luisteren naar de Schrift rekening willen houden. Als we ons positief tegenover, haar opstellen.
Ik hoef, dacht ik, niet te vertellen dat dat allerminst vanzelfsprekend is. Uit onze gereformeerde belijdenissen kunnen we weten dat het de vrucht is van de radikale vernieuwing van ons leven door de H. Geest, die in de Bijbel wedergeboorte wordt genoemd.
In de Dordtse Leerregels hoofdstuk 3, 4 art. 11 lezen wij over een krachtige verlichting van het verstand door de Heilige Geest, een openen van het hart en een levendmaking van de wil. De wil die boos was wordt goed, die weerspannig was wordt gehoorzaam. Goede wil in het luisteren naar de boodschap van de Bijbel blijkt dus ten diepste vrucht te zijn van de wederbarende werking van de Heilige Geest.
Ik ben me bewust met deze opmerkingen een geweldig spanningsveld te betreden: Het is de spanning die door heel het geestelijke leven heen trilt. Die namelijk tussen het eenzijdig en volkomen werk van Gods genade en onze verantwoordelijkheid.
Wel moet het in ieder geval duidelijk zijn, dat de vraag naar het rechte luisteren naar de Bijbel nooit de vraag kan zijn naar een bepaalde techniek, die wij vlotweg en zonder meer kunnen toepassen op de Heilige Schrift. Zoals bij een automaat. Je stopt er de juiste munt in, en het gewenste staat je ter beschikking.
De rechte luisterhouding is gave van de Geest. Maar de Heilige Geest werkt juist weer niet buiten het Woord om. De Heilige
Geest overrompelt door de prediking van Gods recht en genade inzichzelf onwiihge zondaren. We worden voor het Woord ingewonnen. En dat niet alleen een keer voor het eerst, maar ook in de voortdurende gang van de geloofsweg.
Toch betekent dat dan weer op geen enkele manier dat we ons op de rechte luisterhouding ook maar niet moeten bezinnen. Dat we het verder maar aan God over moeten laten en lijdelijk afwachten. Als het komen moet dan komt het immers toch wel. Bidden zonder werken betekent ook in dezen luiheid. Als het gebed om de verlichting van de Heilige Geest en de opening van ons hart ons ernst is, zullen wij ons ook stellen in de weg van de verhoring. En bij die weg hoort ook deze bezinning. Al zou het resultaat alleen maar zijn dat we daarin door komen tot de belijdenis van veel verborgen hoogmoed in ons naderen tot God en Zijn openbaring.
Als dat werk van onze bezinning dan maar nooit losgemaakt wordt van het gebed. En als die twee maar in de goede volgorde staan: Bidt en werkt. Je zou kunnen zeggen: Fundamenteler dan onze goede wil is onze gebedsafhankelijkheid.
We eindigen ditmaal met een citaat van Luther: De Heilige Schriften willen een nederige lezer hebben, die de redenen Gods hooghoudt, ervoor vreest, die altijd maar zegt: Leer mij, leer mij, leer mij.
E.
Jac. W.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's