Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

jezus opdrackt aan paulus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

jezus opdrackt aan paulus

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het Hcht en van de macht des satans tot God, opdat zij vergeving der zonden ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij. Hand. 26 : 8

Het is een heel bijzonder moment waarop dit woord gesproken is. Gaat ti maar in gedachten mee naar het paleis van de stadhouder Festus in Caesarea.

Festus is een beetje verlegen met het geval Paulus. Maar nu is koning Agrippa in Caesarea en deze gelegenheid heeft Festus aangegrepen om de zaak Paulus aan Agrippa voor te leggen. De koning vindt het wel interessant, hij wil die. Paulus ook weieens horen.

Wat een gezelschap is daar bij elkaar! Festus, de stadhouder. Agrippa, de koning. En de beruchte Bernice, met wie hij in bloedschande leeft. En natuurlijk nog een heleboel raadsheren en rijksgroten en Romeinse soldaten.

Op een gegeven moment staat daar midden in de zaal een kleine man. Hij is helemaal niet onder de indruk van al die pracht en praal. De apostel Paulus, die nu al twee jaar in Caesarea gevangen heeft gezeten. Op die ene man zijn aller ogen gericht. En dan horen we Agrippa zeggen: Paulus, ga je gang, je hebt toestemming om te spreken.

En dan gaat Paulus vertellen wat er destijds is gebeurd op de weg naar Damascus. Flij heeft dat al eerder gedaan, voor een volksmenigte in Jeruzalem. Nu doet hij het opnieuw. Doet hij dat om er de man mee te worden.? Om zichzelf in het middelpunt te plaatsen.? Nee, hij heeft zelf al eens geschreven: wij prediken niet onszelf. Hij vertelt het juist om de genade van God in zijn leven te verheerlijken. Om te laten zien wat genade vermag. Dat de kracht van die genade zo groot is dat een vijand van het ene ogenblik op het andere een vriend wordt.

Want op de weg naar Damascus is voor Paulus alles radicaal veranderd. Hij had een opdracht. Hij had brieven in zijn zak van de Hoge Raad. Volmachten om tot in de buitenlandse steden toe allen die de Naam van de Heere Jezus liefhadden gevangen te nemen en voor de rechter te slepen.

En toen was daar ineens dat licht, die stem... En nauwelijks was Paulus tot zichzelf gekomen of hij kreeg een andere opdracht. De volmacht om het Evangelie te verkondigen. Flet Woord van die Christus tegen Wie hij had gevochten en van Wie hij het moest verhezen. Hij weet dat zelf nog heel goed. Hij vertelt het letterlijk. Hiertoe ben ik U verschenen — had Christus tegen hem gezegd — om u te stellen tot een getuige der dingen... om hun ogen te openen.

Er is toch wel moed voor nodig om dat te zeggen, in dit gezelschap. Want als onze ogen geopend moeten worden dan zijn we blind. Dat zegt" Paulus toch met zoveel woorden: machtige Festus, en koning Agrippa, en Bernice, en u allemaal, u bent blind, u kunt niet zien. U bevindt zich allemaal in de duisternis en in de schaduw van de dood.

Dat is zonder meer een schokkende boodschap. Want de heidenen denken: er zijn nu eenmaal zoveel godsdiensten en ieder volk heeft weer een andere godsdienst en de ene is een beetje beter en de andere is een beetje minder, maar in feite komen ze allemaal op hetzelfde neer.

En nu komt Paulus en hij zegt: het is geen kwestie van meer of minder. Het is niet èn-èn, het is öf-öf. Onze ogen zijn geopend, of we zijn nog bhnd. En ik ben op .e weg naar Damascus ziende geworden, t-nu heb ik de opdracht om met het Evangelie de wereld in te gaan opdat ook anderen de ogen worden geopend.

Om hun ogen te openen. Die paar woorden zeggen hoe het er bij staat, ook met ons. Zolang onze ogen niet geopend zijn zijn we blind. Misschien kijkt u in het dagelijks leven goed uit uw doppen. U laat zich niet zomaar iets wijsmaken. U staat uw mannetje. Maar geestelijk zijn we allen blind, zonder enige uitzondering. Leven we in het land van de duisternis en van de schaduw van de dood. Hebben we geen kennis van God, geen kennis van onszelf, geen kennis van de weg der zaligheid. Blind en dwaas in de dingen van het Koninkrijk Gods.

Dat valt niet mee, te erkennen dat onze ogen geopend moeten worden omdat we zo bhnd zijn! Wij die alles weten en alles kunnen. Ook al zeggen we misschien heel rechtzinnig dat we zo diep gevallen zijn. Dat is nog iets anders dan tot de Heere komen en zeggen: Heere, ik ben blind en dwaas.

Dat doet niemand uit zichzelf. Maar daar heeft de Heere nu juist Zijn Woord voor gegeven. Daar zendt Hij Zijn dienstknechten voor uit. Om hun ogen te openen.

Dan zijn wij geneigd om te zeggen: ja maar, dat zal de Heilige Geest toch moeten doen.? Maar dat zegt Paulus er niet eens bij. Zó hoog staat de bediening van het Evangelie genoteerd. Calvijn zegt: God draagt de eer die Hem alléén toekomt over aan Zijn dienaren. Hij zendt ons uit tot dat werk, niet als dode werktuigen, maar als levende instrumenten.

In Naam van de Koning roepen de dienaren u toe: open uw ogen en zie! En door de verborgen werking van de Lleilige Geest gaan er ogen open, g^n mensen zien dat ze op de verkeerde weg zijn, gaan ze roepen: Heere, dat ik ziende mag worden. Open mijn ogen, Heere, opdat ik U mag kennen in het aangezicht van Jezus Christus.

Zijn uw ogen al opengegaan.? De Farizeeërs vroegen eens aan de Heere Jezus: zijn wij dan óók bhnd.?

Als jc lang in het donker hebt gezeten en je staat ineens in het volle licht, dat kunnen je ogen niet verdragen. Dan sta je met je ogen te kniipperen. De bhndgeborene wist nog niet veel, maar hij zei: één ding weet ik, dat ik blind was en nü zie.

Dat is nu bekering. Zo noemt Paulus het ook: om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht des satans tot God.

Bekeren. Dat is omkeren, terugkeren. De andere kant opgaan. Je liep in de duisternis en naar de duisternis, en nu ben je omgekeerd, nu loop je in het licht en naar het licht toe. We hadden geen kennis van God, maar nu gaan we zien Wie Hij is, in Zijn recht en in Zijn genade. En we kenden onszelf niet, maar nu gaan we onszelf zien zoals we werkelijk zijn: misvormd door duizend zonden. We kenden de Heere Jezus niet.

maar we leren Hem kennen: het Licht dat in dc wereld gekomen is.

Dat is bekering: wat we voorheen niet zagen, dat zien we nü. En waar we ons voorheen bhnd op staarden, dat verliest z'n waarde.

Bekering van de macht des satans tot God. De macht des satans. De boze macht die ons gevangen houdt. Wc zitten met duizend banden gebonden aan de zonde. We kunnen en willen onszelf niet eens bevrijden.

Maar zodra onze ogen opengaan en we onze boeien zien, dan gaan we roepen: voer mij uit mijn gevangenis. Dan worden ook onze ogen gericht op Hem Die gevangenen vrijheid schenkt en aan hun ellende tienki. En dan mogen we het ervaren: 'k Lag machteloos gebonden. GIJ komt en maakt mij vrij.

Wat een machten zijn er vandaag de dag. Machten van vernietiging en van verslaving. Machten van verleiding en van verzoeking. Ze zijn allemaal terug te brengen tot die éne macht: de macht van de satan.

Er is maar één manier om onder die boze macht vandaan te komen. Het Woord van de Koning is met macht. Tot mensen die in duisternis zitten zegt Hij: er zij licht! Tot mensen die gevangen en gebonden zijn spreekt Hij: gaat uit, komt tevoorschijn!

Daarom is het van levensbelang dat we het Woord hebben, dat we het Woord horen. Om bevrijd te worden, om vrijgesproken te worden.

Ja, want Paulus zegt: om hen te bekeren opdat zij vergeving der zonden ontvangen. Bekering en vergeving. Die worden vaak in één adem genoemd. In Naam van Christus moet gepredikt worden bekering en vergeving der zonden. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: bekering en vergeving.

Wat wordt dat een wonder voor ons, als onze ogen zijn opengegaan. Als we getrokken zijn uit de macht der duisternis tot het licht. Dan staan we daar voor die God Die te rein van ogen is om het kwade te aanschouwen. God enkel Licht, voor Wiens gezicht niets zuiver wordt bevonden, ziet ons bevlekt, met schuld bedekt, misvormd door duizend zonden.

Voor Hem moeten wc belijden dat we de duisternis liever gehad hebben dan het licht. Moeten we ons eigen vonnis ondertekenen: Heere, ik heb gedaan wat kwaad was in Uw oog. En dan krijgen wc iets totaal anders dan we verwacht hadden. Want we hebben de eeuwige dood verdiend en we krijgen het eeuwige leven..

Waar wij belijden: Heere, mijn schuld is zwaar, ik heb Uw Wet geschonden — daar horen wc: Ik ben het Die uw overtredingen uitdelg als een nevel, en uw zonden als een wolk. Keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost.

Vergeving der zonden... Hèbt u zonden.? Natuurlijk, we zijn allemaal zondaren. Maar bent u zondaar voor God.? Erkent u dat: Heere, ik ben één en al ongerechtigheid, ik heb tot nog toe alles verkeerd gedaan! Dan krijgt u vergeving nodig. Als u ziet dat er nooit meer iets goed te maken is.

Dat is nu de kracht van de Evangelieprediking. Er wordt groot pardon afgekondigd. God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hen niet toerekenende en heeft hel Woord der verzoening in ons gelegd.

Soms, als een nieuwe koning aan het bewind komt, of ter gelegenheid van een nationale feestdag, krijgen zware misdadigers gratie, wordt hun straf wat bekort. Maar dit is ongehoord. De Rechter van hemel en aarde biedt volkomen vergeving van zonden aan. U kunt van uw schuld afkomen.

Hij handelt met ons niet naar onze zonden. Hij is vriend'lijk en straft nog genen stonden Ons naar verdienst, maar scheldt ons alles kwijt.

Maar nóg is dc rijkdom van Gods genade niet uitgeput. Vergeving der zonden en... een erfdeel onder de geheiligden. Een erfdeel. Eigenlijk staat er: een lot. Dat doet ons denken aan de verdeling vaii het land Kanaan onder de stammen. Dat moest gebeuren door middel van het lot. Door het lot werd bepaald welk stuk land aan welke stam ten erfdeel viel.

Om dat land te krijgen, daar had Israël niets voor gedaan, alleen maar tegengewerkt. Zó erg dat het een wonder was dat ze het land in bezit kregen. Daaroin wordt het ook een erfenis genoemd. Een erfenis waar jc niets voor hoeft te doen. Als je maar in het testament staat, dan ligt die erfenis op je te wachten.

En nu kan het wcleens gebeuren dat een erfgenaam zo'n losbandig leven leidt dat de erflater zegt: ik schrap jou uit het testament, je zou mijn goed toch maar verbrassen. Maar dat doet de Heere niet. Mensen die het er zó schandalig afgebracht hebben dat ze de eeuwige dood hebben verdiend, die krijgen het eeuwige leven en nog een erfenis erbij! In Christus voor God rechtvaardig en een erfgenaam van het eeuwige leven. Een erfdeel onder de geheiligden. Onder hen die door de Heere apart gezet zijn. Die getrokken zijn uit de wereld en uit dc zonde. Onder die geheiligden wordt een grote erfenis verdeeld.

Erven doen wc op z'n tijd allemaal graag. Zomaar een bedrag op je bankrekening krijgen waar je niets voor hoeft te doen. Maar er is één schaduwkant aan. Om te erven moet er eerst iemand sterven. En het is natuurlijk een groot verschil of dat maar een ver familielid is, of bijvoorbeeld je vader of moeder...

Voor déze erfenis is ook Iemand gestorven. Onze oudste Broeder. Llij ging vrijwillig de dood in om ons die erfenis te kunnen na-

laten. En nu Hij opgewekt is uit de doden gaat Hij die erfenis delen met al Zijn broers en zusters.

Staat u ook in het testament.? We komen allemaal op de wereld met de erfenis van vader Adam. Een onmetehjke schuld die we alleen maar groter kunnen maken. Van die erfenis kunt u af. En die andere erfenis kunt u krijgen, voor niets.

Hoe kom je aan die erfenis.? Je hoeft er niets voor te doen. Paulus zegt het: door het geloof in MIJ. En zelfs dat geloof kunnen we onszelf niet geven, dat komt ook nog bij Hem vandaan.

Hèbt u dat geloof.? Het kan zijn dat het Woord ons al jaren verkondigd is, dat de vergeving der zonden ons al duizenden malen is aangeboden en dat we het altijd nog voor kennisgeving hebben aangenomen.

Hebt u het nog niet, het is vandaag nog te krijgen. De dienaren worden ervoor uitgezonden om uw ogen te openen en u te bekeren. En het geloof is uit het gehoor.

En als u uitzicht mag hebben op die erfenis...

Looft Hem nu die erfenis Naar Zijn Woord bevestigd is. Die ons onder 't leed gebukt Lleeft uit 's vijands macht gerukt.

Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde, in Wie wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

jezus opdrackt aan paulus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's