AVONDVREDE
Terwijl de bloesem schittert aan de bomen De bloemen bloeien tussen 't groene kruid, Is daar het stille ogenblik gekomen Dat 's harten heimwee nieuwe zang ontspruit.
Jan Jakob heeft 't harmonika genomen. Ter wijding van het zoele avonduur; Om op te heffen 't hart van alle vromen. Verborgen spranken uit het dorre vuur.
Der zielen aandacht naar des Hemels oorden, 't Gelaat geheven naar het eeuwig licht; Zo vonden zij geen zang en ook geen woorden, Het sterk verlangen werd naar God gericht.
Hun harten legden zij aan Jezus' voeten, Dc grote Meester aan des Vaders troon. In stilheid wou de ziel de Geest begroeten: „Dat Uwe liefde in ons binnenst woon".
Zacht ruisen ijle klanken naar den hoge, Een zuiv're eerbied heeft hun hart vervuld. Het avondlicht heeft glansrijk overtogen En ziel en lichaam in zijn glans verhuld.
Jan Jakob tokkelt nog de laatste tonen, Vit klare melodie wordt Gods gena gespeld. Hoe goed is 't in dit stille land te wonen. Waar 't hoog geheim aan mensen wordt verteld.
Jac. Overeem.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1983
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1983
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's