Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Door twee gedrongen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door twee gedrongen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar of te leven in het vlees, hetzelve mij oorbaar zij en wat ik verkiezen zal, weet ik tiiec. Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste. Maar in het vlees te blijven is nodiger om uwentwil. En dit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven en met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap des geloo Opdat uw roem in Christus Jezus overvloedig zij aan mij, door mijn tegenwoordigheid wederom bij u". Filippensen 1 : 22—26.

God weet het

Niemand leeft zichzelf, niemand sterft zichzelf. Dat schrijft Paulus in Romeinen 14. Hier bedoelt hij eigenlijk hetzelfde. Hij heeft zijn geloof beleden: het leven is voor mij Christus en het sterven gewin. Maar wat mij te wachten staat, ligt niet in mijn hand. „Maar of te leven in het vlees, hetzelve mij oorbaar ziij en wat ik verkiezen zal, weet ik niet". Door dit zo te zeggen legt de apostel de keuze in Gods hand. Te leven in het vlees. Dat wil zeggen: blijven leven. Dat is me oorbaar. Dat begrijpen wij niet meer in deze vertaling. Paulus bedoelt: als ik zal blijven leven, geeft mij dat vrucht van werk, betekent dit voor mij vruchtbaar arbeiden in de wijngaard. Hij zit immers gevangen. Wordt hij losgelaten, mag hij dus blijven leven in het vlees, dan houdt dat voor hem in voortzetting van het werk en mag hij in die weg vrucht dragen voor de gemeente Gods. Maar Paulus weet niet goed wat hij verkiezen zal. Om nog in het leven gespaard te blijven en vruchtbaar te zijn in de dienst des Heeren. Of om de dood in te gaan en eeuwig in de winst te delen.

Voelt u het dilemma dat de apostel hier opwerpt. Te blijven leven! Is het de moeite waard in deze zondige bedeling? Jazeker, want Christus' arbeid in deze wereld gaat voort en Hij zal heersen van zee tot zee. Maar te blijven leven wil ook zeggen: uitstel van het beërven der heerlijkheid. Iemand zegt: leven is geven, maar sterven is erven. Paulus laat het aan de Heere over. Hij kiest niet zelf. Wat hebben wij ook te kiezen? Want of we nu leven of dat we sterven, we zijn des Heeren, mag het kind des Heeren toch weten. Niet „leven of sterven" bepalen ons lot, maar het „wij zijn des Heeren". Maar, en dat is verrassend in ons tekstgedeelte, de apostel spreekt wel zijn persoonlijke voorkeur uit. Hij legt wel de begeerte van zijn hart op tafel. „Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte om ontbonden te worden en met Christus te zijn, want dat is zeer verre het beste". Leven en sterven ziet de apostel in Christus' hand liggen. Wat hem overkomt, komt van geen vreemde. Wat ik verkiezen zal weet ik niet. Wat weet ik eigenlijk? Immers nul komma nul. Wel drijft een vurig verlangen hem door het gemoed. Met Christus te zijn.

door twee gedrongen

Van deze twee gedrongen. De eerste van de twee is om ontbonden te worden. De andere is in het vlees te blijven. Die twee strijden in z'n leven om de voorrang. Sterven of leven. Opmerkelijk hoe de apostel „sterven" hier noemt. Ontbonden worden. We moeten hier beslist niet denken aan de gedachte die bij de Grieken van Paulus' dagen leefde en waardoor hij, volgens sommigen, zou zijn beïnvloed. De Grieken dachten zich de ziel van de mens in een kerker (het lichaam) opgesloten. Sterven betekende dan bevrijding voor die „arme opgesloten ziel" en eindelijk rust. Nee, absoluut niet. Dat bedoelt de apostel niet. Bij „ontbonden worden" moet u eerder denken aan mensen die aan het kamperen zijn met een tent. Ze trekken van het ene gebied naar het andere. En steeds breken ze hun tent weer op om hem ergens anders neer te zetten. Of zeilers die een grote zeiltocht maken en steeds van de ene haven naar de andere varen. Ontbinden. De tent opbreken, afbreken. Het anker lichten. Hebbende begeerte om ontbonden te worden. Paulus kent verlangen om uit dit menselijk leven heen te gaan. Om te mogen opbreken, het anker te lichten en te vertrekken. Maar niet om van alles af te zijn. Het is geen doodsverlangen of levensmoeheid die hem tot deze uitspraak drijft. Nee, het gaat hem om het volgende: en met Christus te zijn.

Ontbonden worden. Daarin ligt uitgedrukt het onvolkomene van het leven des geloofs aan deze kant van dood en graf. Er zijn hier nog banden. Al was het alleen al

het lichaam des doods, de oude mens. Weieens genoemd een dwangbuis dat gelovigen mee dragen en hen doet klagen: ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods. Deze band bindt: als ik het goede wil doen, dan ligt het kwade mij bij. En deze band: ik gevoel een wet in mijn leden die strijd voert tegen de wet mijns gemoeds. In dat licht betekent de dood een losmaker van banden, een ontbonden worden. Dan kijnnen ze niet meer zondigen. Dan doen ze de wil van God volkomen. Voor allen die de Heere mogen kennen, geldt wat in de Spreuken staat geschreven: „De dag des doods is beter dan de dag waarop iemand geboren wordt". Sterven betekent volkomen losgemaakt worden van de zonde.

Ontbonden worden van de knopen der ongerechtigheid. Sterven is voor de gelovigen daarom ontbonden worden. Uit alle onvolmaaktheid hier in de volmaaktheid daar.

Ontbonden worden. Vertrekken, het anker lichten, verhuizen. Daar is de apostel klaar voor. Hij is gereed en bereid. Zijn paspoort weet hij getekend met Christus' bloed, het reisdoel staat vast en de koffer staat gepakt. Hebbende begeerte om ontbonden te worden. De pelgrim komt thuis, de vreemdeling heeft een Vaderhuis. Hier zwerven we rond op aard', maar als ons aardse huis wordt gebroken hebben we een huis bij God.

Ontbonden worden. O, de begeerte leeft bij tijden fel. Daar te zijn waar geen zonden meer boeien en geen hartstochten meer binden. Vrij te zijn in de eeuwige vrijheid van de kinderen Gods. En dan.? Wat is die vrijheid dan.? Deze: mèt Christus zijn. Nogmaals, in de tekst wordt ons geen doodsverlangen verkondigd om van alles af te zijn. Maar een begeerte om met Christus te zijn. Sterven is geen uitstappen, geen dood gaan, geen verdwijnen in het niets zoals men in onze tijd sterven pleegt te omschrijven. Nee, voor Gods gekenden is sterven met Christus zijn. Ze komen thuis. Ze stappen uit het levensschip en komen in de haven waar Christus hen opwacht. Met Christus zijn.

Dat is de hoogste weelde. Daar zullen ze de Koning zien in Zijn schoonheid. Hier wandelen we door het geloof, maar daar door aanschouwen. Hier waren we reeds met Christus, hier beoefenden we al gemeenschap met God door Christus. Maar daar zijn alle belemmeringen weggenomen. We zullen Hem zien gelijk Hij is. Met Christus zijn. Daar ging in dit leven aan vooraf: het in Christus zijn. In Hem werden we overgezet uit de dood in Zijn leven. Daar zullen we met Christus zijn. Wie van dat eerste niet weet, ontvangt ook niet het tweede. Aan deze zijde van het graf zullen we het sterven moeten leren. Onze dood leren inleven in haar drieledige zin en betekenis. En levendgemaakt moeten worden door de geloofsvereniging met Christus. Dat doet leven en dat doet erven. Met Christus zijn. Dat zal wat wezen! Hier omgedoold als een vreemdeling en een bijwoner. Daar een burger van de Godsstad. Hier vaak stof en as op hoofd en hart vanwege de menigvuldige afmakingen en ongerechtigheden. Daar de palmtak der overwinning in de hand en de kroon op het hoofd. Hier vaak in het zwart vanwege des vijands onderdrukking. Daar de witte keursteen, voor eeuwig vrijgesproken. Met Christus zijn. Met Hem die we hier liefkregen in onverderfelijkheid. Onze Bruidegom, onze beminde Borg en Zaligmaker, onze Goël en zondenvernieler. O. met Hem te zijn. Verstaat u die begeerte.? Herkent u zich in Paulus' uitgesproken zielsverlangen.? Kent u die tijden ook dat u zo wel zou willen afreizen.? Zo wel zou willen loslaten en zou willen opbreken? We hebben Gods raad uit te dienen en Hem hier groot te maken.

Maar de tijd komt dat het al Gods kinderen geldt: in gestikte klederen zullen ze tot de Koning geleid worden, ze zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging, ze zullen ingaan in des Konings paleis. Ik las bij iemand deze uitspraak van Rutherford over onze tekst: „Och, mocht myn schip daarin verzinken, tot dat ik veertig vademen diep ander Zijn liefde bedolven werd".

Dat is zeer verre het beste! Letterlijk: dat (nl. het met Christus zijn), dat is veel meer het betere namelijk dan wat hier op aarde is en genoten kan worden. Niets op aarde is daarmee te vergelijken. Je vrouw niet, je man niet, je kinderen niet, je werk niet, je gezondheid niet en noemt u maar op. Niets op aarde is te vergelijken met dat ene: met Christus zijn. Dat is zeer verre het beste!

Beter ontbonden dan gebonden. Beter triomferen dan strijden. Beter bezitten dan verwachten (ds. I. Kievit). Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God mijn God de Bron van vreugd. Verre het beste! Wat een contrast met de onbekeerde die sterft. Dan is de sterfdag de slechtste dag. Hij daalt dieper dan het graf. Leest u dat goed.? Bekeert u dan nog tot Hem die het leven is! Sterven is voor een heihg en rechtvaardig God verschijnen. Dan is sterven derven (= missen).

Het is het één of het ander. Derven of erven. Zeer verre het beste!

in het vlees blijven

Ondanks de vurige begeerte, is er nog een andere mogelijkheid. „Maar in het vlees te blijven is nodiger om uwentwil". Opmerkelijk zo Paulus het blijven uitdrukt. In het vlees te blijven. Vlees duidt hier op zwakheid, vergankelijkheid. Ook heeft het de notie van in het verdorven vlees blijven. Het ziet op al datgene wat het leven hier voor Gods kind ellendig en zwaar maakt. Paulus ziet het scherp. Als hij blijft, blijft hij in de strijd, in de moeite. Wij leven hier in de dagen van het vlees. Het valt op hoe de apostel van deze tweede mogelijkheid niet zegt: hebbende begeerte om in het vlees te blijven. Nee, van deze laatste mogelijkheid zegt hij: het is nodiger om uwentwil. Het leven begeert met Christus te zijn. Zijn vernieuwde wil is echter bereid om te gehoorzamen en te blijven in de dienst op aarde. De Heere heeft hem nog nodig in Zijn dienst. En die wil beslist. God maakt gebruik van mensen. Paulus was er zo één van. Een grote in het Koninkrijk Gods. Een voorrecht als er nog zulken mogen zijn in kerk en gemeente. Mensen die op de fronten strijden voor de eer en het recht van Christus. Zijn ze er nog? Zijn ze het ook die zeggen dat ze het zijn en zichzelf prijzen om hun getrouwheid en beginselvastheid? Die het zeggen te zijn, zijn het meestal niet. Paulus zegt het nergens van zichzelf. Toch was hij een getrouwe wachter op Sions muren.

In vers 25 getuigt hij te weten dat hij zal blijven. Tot bevordering van het geloof. Hij mag arbeiden aan de vooruitgang van het geloof der gemeente. En ook aan de blijdschap van het geloof. Ja, het geloof geeft blijdschap in je leven. Weet u dat ook? In de grauwe koude wereld van ongeloof en naamchristendom, straalt het waarachtig geloof van blijdschap. Paulus mag er aan arbeiden. Opdat uw roem zij in Christus Jezus. Te roemen valt er alleen maar in Christus. In wat Hij deed en gaf. Als Paulus in leven mag blijven en mag komen naar Filippi, zal dat een geschenk zijn van Christus. Daar zal Hij de roem van hebben te ontvangen. Laten we maar geen dienstknechten eren, domineesvlees is al ijdel genoeg van zichzelf. De grote apostel wijst maar van zichzelf af naar de grote Dienstknecht heen. We moeten maar niet onszelf in het licht zetten of laten zetten. Christus alleen zij alle roem.

O, bij Hem en met Hem te zijn! Verlangt u met allen die Zijn verschijning liefkregen naar die dag voor altoos met Hem te zijn. Welaan dan, nog een weinig strijden en lijden om dan eeuwig te triomferen. Nu heeft de Heere u nog nodig. Daarom laat Hij u nog blijven. Spreek maar veel goeds van uw Heere. Hij is het waard! Opdat uw roem zij in Christus Jezus!

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Door twee gedrongen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's