KLEINE KRONIEK
Kerr.wapendiscussies in de Chr. Geref. Kerken
Er is in de Christelijke Gereformeerde Xsrken enig rumoer ontstaan toen onlangs een aantal predikanten een oproep ondertekenden aan christenen in Nederland gericht om aan hun politieke partij duidelijk te maken dat zij tegen de plaatsing van de kruisraketten zijn. „Trouw" bracht deze oproep enigszins sensationeel door als kop er boven te plaatsen „Ook vijf christelijke gereformeerde dominees tegen plaatsing raketten". Bij deze vijf voegden zich later nog veertien predikanten die zelf een uitvoerige brief schreven waarin ze toelichtten waarom ook zij zich keren tegen de komst van de kruisraketten. Een en ander heeft nogal stof doen opwaaien in dit kerkgenootschap waar men over het algemeen de gelederen steeds weer weet te Sluiten. Hoezeer ook in deze kerk blijkt dat de spanningen er niet minder op worden: zingen van gezangen ja dan nee (is voorlopig „neen" geworden, kwestie van de vrouw in het ambt (er zijn er die de ambten zouden willen open zetten voor de vrouw, prof. Versteeg liet dit in zijn rectorale rede merken). Kortom, de zorgen zijn er ook volop in deze kerk en de leidinggevenden hebben de handen vol om de kerk bij elkaar te houden. Echter, de stromingen tekenen zich wel steeds scherper af. Dat blijkt ook uit de keus van predikanten in de politieke discussie rond de eventuele vermeerdering en modernisering van de kernwapens in West-Europa. In „Koers" van 30 september schrijft ds. J. H. Velema een somber gesteld Hoofdartikel met als titel: „In de branding". Hij gaat zover dat hij predikanten die zich tegen de komst van de kruisraketten hebben uitgesproken verwijt tevens bezwaren te hebben tegen een rechtse opstelling, tegen het opwerpen van dammen tegen de vloedgolf van verval die over het christelijk leven gaat. Hij ziet in dit alles de openbaring van een geestelijke strijd waarin we ons vandaag bevinden. Men bevordert de verlinksing van het leven door zulk soort eenzijdige uitspraken. En wie zich tegen deze eenzijdige opstelling verzet, doet dat in de strijd tegen een horizontale levensinstelling, bevorderd door de nieuwe theologie. Dat liegt er allemaal niet om. Als men elkaar als broeders van één huis zulke ingrijpende verwijten maakt, dan is er toch wel wat loos, en dan staan de lichten toch wel op rood.
Achtergronden van standpunt
Verderop in „Koers" valt een artikel van J. Hol te lezen dat als titel draagt wat we helemaal bovenaan deze kroniek hebben geschreven. Hij heeft een gesprek gehad met drie van de veertien predikanten en wel ds. K. T. de Jonge (Almere), ds. T. Harder (Amersfoort) en ds. C. j. v. d. Boogert (Emmeloord). Uit dat gesprek met deze predikanten licht ik het volgende fragment:
„Het drietal beseft dat zij het risico lopen door allerlei groepen geannexeerd te worden, bij als deze zijn dat er ook in christelijke gereformeerde kring mensen ziin die hun standpunt ondersteunen.
„Daarom wil ik nadrukkelijk onderstrepen dat wij ons met geen enkele groep willen identificeren", verklaart Harder. „Wij willen gewoon onszelf zijn, in de zin van: dit hebben wij uit het Woord gehoord, dit geven wij door, praat daar nou maar
eens over. Dan zullen er best hele horden over ons heen vallen, die de brief afkeuren. Er zullen groepen zijn, die ons voor hun karretje willen spannen. Daar ontkom je niet aan". Hier komt Velema's kritiek om dc hoek kijken. Mede vanuit zijn zorg over een dreigende polarisatie in zijn kerk, ventileerde Velema als zijn mening dat predikanten hun „politieke standpunt terughoudend moeten demonstreren", daarbij met een half oog kijkend naar de slagvelden, die de vredesdiscussie in de hervormde cn gereformeerde kerken heeft aangericht. De ondertekenaars willen polarisatie nadrukkelijk vermijden, zeggen ze. Derhalve zoeken ze de publiciteit niet.
De brief en de oproep liggen er; daarmee is het klaar. Laat het gesprek in de gemeenten maar beginnen. Ze wensen niet in de eerste plaats aangesproken te worden op hun hoedanigheid als predikant, maar als christen. Daarom betreuren ze het dat er niet eerst „gewone" christenen zijn aangezocht. Het is nu zo'n theologen-statement" geworden. „Als je, zoals sommigen, stelt dat het woord van een predikant gelijk staat met het „Zo spreekt de Heer', " overschat je de predikant schromelijk", vindt Van den Boogert. „Wij luisteren naar het Woord van God en menen dat wij tot deze conclusie moesten komen. We wagen het niet te stellen dat wij nu, omdat we theologen zijn, exclusief Gods wil vertolken". De drie predikanten hebben geen behoefte aan een uitspraak over de kernbewapening van de christelijke gereformeerde synode. Zij vinden het belangrijker dat de gemeente over deze vragen nadenkt en terzake luistert naar het evangelie. Prof. Velema sluit, desgevraagd, een dergelijke kerkelijke verklaring niet uit, hoewel hij
vooralsnog niet venvacht zal overgaan." dat de synode daartoe
Tot zover uit het gesprek met de predikanten.
Prof. Velema
J. Hol heeft op de synode van 6 september van de Chr. Geref. Kerken ook prof. dr. W. H. Velema in deze over zijn mening ondervraagd. Uit de reacties van prof. Velema en daar weer op van de genoemde predikanten licht ik uit hetzelfde „Kcers"-artikel nog het laatste fragment:
„Prof. dr. W. H. Velema verklaarde dat de oproep van de theologen „de politici de wapens uit handen slaat om in Genève concessies af te dwingen van de Russen". Hij sprak, hoewel behoedzaam, over „een politisering van het evangelie". De veertien ondertekenaars van de brief wensen niet via de media met prof. Velema te discussiëren, waarbij ds. Harder evenwel opmerkt: „Ik vermoed dat ook hii niet ontkomen is aan een zekere politisering van het evangelie, gezien het feit dat hij zijn politieke visie expliciet baseert op het christelijk geloof. Prof. Velema kiest voor handhaving van de status quo, dat is: het machtsevenwicht, als hij zegt dat de oproep dit evenwicht zou verstoren. Ik betwijfel of het evangelie elke status quo wil handhaven. Het is beslist niet ons doel ae politici als zondebok aan te wijzen en hun plaatsen in te nemen. Ik wil alleen met hen in discussie gaan omdat de ethiek de politiek best wat te zeggen heeft. Noem het, zo u wilt, de horzelfunctie van de kerk." Prof. Velema erkent, desgevraagd dat hij, door te sympathiseren met het ICTO, zich evenzeer politiek profileert. „Alleen", zegt hij, „doe ik dat niet-als theoloog, maar als lid van een organisatie, casu quo het Interkerkelijk Comité Twee-
zijdige Ontwapening". Velema kan, zo blijkt, akkoord gaan met de „horzelfunctie" van de kerk. Hij meent echter dat, wanneer de kerk enkel tegen de politiek zegt hoe het niet moet: en daarbij geen bruikbaar alternatief biedt, kerkelijke verklaringen in hoge mate arrogant zijn. Tegelijk vindt Velema het opstellen van een alternatief geen kerkelijke taak. Ds. Van den Boogert erkent dat kerk en politiek gescheiden verantwoordelijkheden hebben. Hij acht het evenwel denkbaar dat de kerk er bij de politici op aandringt dat zij serieus over ontwapening zullen onderhandelen, meer en intensiever dan tot op heden gebeurt.
Tijdens de gesprekken valt op dat „veiligheid" en „afschrikking' grootheden zijn, die niet meer parallel lopen. Terwijl de ondertekenaars van de brief menen dat veiligheid en afschrikking niet gediend zijn met de NAVO-modernisering, zegt prof. Velema desgevraagd dat hij zich niet veiliger voelt als de kruisraketten er eenmaal staan, terwijl hij van mening is dat zij wel nodig zijn om de afschrikking geloofswaardig te houden.
In de visie van de christelijke gereformeerde hoogleraar is modernisering van de taktische kernbewapening in West-Europa noodzakelijk. Anders wankelt het evenwicht en de daarmee verbonden oorlogsvoorkomende werking van de kernwapens.
De Jonge, Van den Boogert en Harder plaatsen enige kanttekeningen bij deze overtuiging. De Jonge: „Het bezit van de kernwapens heeft grote wereldomvattende oorlogen tegengehouden. Maar het heeft ook omvangrijke energiebrokken opgeslokt. Het heeft veel wetenschappers onttrokken aan het bestrijden van armoede, honger en onderontwikkeling." Van den Boogert meent dat in deze optiek het begrip vrede „egoïstisch" wordt ingevuld,
„namelijk alleen voor die landen waar thans geen wapengeweld woedt". Harder velt een scherper oordeel: „Omdat wij prioriteit hebben gegeven aan defensie en wapenindustrie, betekent dat sinds 1945 de dood van miljoenen levens." stelt hij, „omdrt wij geen geld meer over hadden voor ontwikkelingswerk. In dat kader past het door ons genoemde begrip gerechtigheid. Dat wil ook de ander tot z'n recht laten komen. Maar die krijgt nu geen kans"."
Einde citaat.
De eventuele komst van nieuwe kruisvluchtraketten blijft de komende maanden de gemoederen van velen bezig houden. De manifestatie van 29 oktober is a.s. De tijd gaat door cn de onderhandelingen leveren vrij weinig resultaat op. We kennen in eigen kerk de discussie al vele jaren. Het heeft hevige polarisatie opgeroepen in veel gemeenten en voor verwijdering gezorgd lussen broeders van hetzelfde huis. De vredesdiscussie heeft ware slagvelden aangericht. Begrijpelijk dat men dit alles vreest in het Chr. Gereformeerde huis. Het schijnt helaas bij het kerkelijk leven van deze tijd te horen: scheiding der geesten, polarisatie, verketteren van geestverwanten heimelijk of publiekelijk. En intussen verliest de kerk in ons land al meer spankracht en geestelijke weerbaarheid. Toch zijn we getroost in de wetenschap dat Christus regeert. Zijn kerk. Maar ook deze wereld. We bidden om vrede opdat het Woord nog Zijn loop mag hebben. Dat Evangelie heeft de wereld nodig. Tot haar behoud. De Kerk heeft als opdracht ontvangen: Predik het Evangelie aan alle creaturen cn niet: loop met spandoeken waarop politieke leuzen staan!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's