De kleren van de keizer
KOL-OMMETJE
Van de Franse dichter Béranger bestaat een lied over de lang voortlevende herinneringen aan de grote Bonaparte. Een chanson zogezegd. De glorie zal worden verder verteld onder de rieten daken. Do\or hen die de tijd hebben beleefd. Omaatje bijvoorbeeld. Enkele keren h^eft zij met eigen ogen de keizer gezien. Media had men toen nog niet. Daarom mqet grootmoedertje de avonden bekorten.
Omaatje wil best. Het zijn haar schoonste herinneringen. Op een heuveltje geklommen za'g zij hem voorbijkomen. Koningen in zijn gevolg. Een kleine hoed dró\eg hij en een lange grijze jas. Zij was er helemaal verward van. "Dag mijn lieveling", zei hij tegen haar.
Het jaar daarna was zij, hoe arm ze was, in Parijs. Hij begaf zich met een bewonderenswaardige stoet als gevolg naar de Notre Dame. leder zei: Wat een mooie tijd! God had de keizer vader gemaakt van een zoontje. Wat een mooie dag voor u, oma!
Maar toen werd de Chdmpagne (provincie) overstroomd dolar vreemdelingen. Legers. Op een dmnd als vanavond hoor ik kloppen o\p de deur. Hij was het! De keizer. Zwak geëscorteerd. Waar ik nu zit ging hij zitten. Wat een oorlog! Wat een oorlog! Dat riep hij uit.
" 'k Heb honger", zei hij. Ik kwam gauw met een zuur wijntje en bruin brood. Het vuur nódigde hem uit tot een slaapje. Bij het wakker worden zag hij mijn trainen en sprak: "Heb goede moed, ik ga Frankrijk wieken." Hij viertrok en als een kostbare schat heb ik het glas, webruit hij dro{nk, bewaard. Heb je het nog, omaatje?
Kijk, hier heb je het. De held werd in zijn verlies mèegesleurd. Eens kroonde hem een paus. Sterven deed hij op een verlaten eiland. Lang geloofde dat niemand. Men zei: Hij zal ineens tevoorschijn komen.
Een klein beetje kan ik mij dit verhaal voorstellen. Hoe het zo'n vijftig jaar na Napoleons dood ernaar toe ging op het Franse platteland. Het gebeurde in de eerste jaren rian mijn middelbare schooltijd. Samen met een kameraad fietsten wij de straatweg omhoog naar het restaurant, vanwaar je naar de pyramide van Austerlitz wandelt. Uit de tegenovergestelde richting naderde een automobiel. Zo eentje onderweg van koets naar moderner model. Voor in de kabme met zijn rug tegen glas zat de bestuurder. In de coupé zat hij. Een grijze snor, in het horizontale actn de uiteinden Opkrullend. Verticaal omlaag een baardje. De keizer. Dat kon niet missen. Wilhelm de Tweede, de keizer valn Doorn. De laatste Hohenzollern, die op de tro{o\n had gezeten. Binnenkort 10 november is het 65 jaar geleden dat hij uituteek nttar Nederland.
Kennelijk maidjzte hij een rondritje. Dadelijk zou de auto rechtsaf slaan en waarschijnlijk in één richting door huize D'ofojrn bereiken. Ook voor hem heeft gegolden: Wat een mooie tijd. Toen hij verkeerde op het toppunt van zijn macht. Tot de periode kwdm van: "Wat een oorlog! Wat een oprlo\g!" Brokstukjes van zijn glorie, op zichzelf waardevol genoeg, omringden hem op zijn kasteeltje. Een goudvissenkom voor hem. Hij leefde nog net lang genoeg na de débdcle om te beleven hoe zyn voormalig rijk zich hoog verhief en nagenoeg Europa en stroken Afrika aan zich onderwierp. Op 4 juni 1941 overleed hij. De Duitse geweldenaren noemden zich onze bevrijders. Hem verlosten zij niet. Wilhelm beleefde de triumfantelijke opmars. Niet de grandioze ineenstorting. Na een allerlaatste stuiptrekking in de Ardennen. Woiay opk hem in 1918 de gehoorzaamheid was opgezegd. In zijn hoofdkwartier te Spa. Wat een Oorlog! — o —
Deze zomermaanden was er in huize Ddprn een bijziendere expositie. Van de kleren van de keizer. Het Schotse pakje dat hij als vierjarige kreeg van zijn oma, Koningin Victoria. Voorts een hele serie uniformen. Tenslotte de vrijetijdskleding, die hij droeg in Doorn. Serviezen van zilver en goud. Een hele vierzameling snuifdozen, eens attributen van een mooie tijd. Vertel ons van vroeger herinneringen hier uitgestald. — o —
Ja, wij weten dat weelde, schatten en niet te vergeten staten zijn om te verliezen en om achter te laten. Maar het is best wanneer je daar met je neus nog eens tegenacyi gedrukt wo\rdt. Dat is één ding. Ndg iets anders. Om over na te denken. Vopr Wilhelm II als gast van de Turkse sultan werd in 1899, zoals nog duidelijk te zien is vlak bij de Jaffapoort, te Jeruzalem een bolwerk gesloopt en een gracht gedempt, opdat hij fier te paard de Oude Stad kon binnenrijden. Wat wij ons mógen afvragen is hoe precies en wat exact de heerlijkheid is, die de koningen der aarde het Nieuwe Jeruzalem zullen indragen? Alles zal nieuw zijn. Zeker. Maar geeft heerlijkheid, eer, schoonheid hier beneden enige indruk, suggestie, gelijkenis van de eeuwige heerlijkheid aldaar? Vertotral gelijkenis?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1983
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's