Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ulrich Zwingli

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ulrich Zwingli

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Zwingli's theologie

Het is altijd wat riskant over iemands „theologie" te spreken. Het is namelijk niet zo dat men een goed theoloog is w r anneer men een eigen theologie ontwerpt. Een theoloog is een Godgeleerde, en als het goed is een van God geleerde. En wat kan dat anders betekenen dan dat men buigt voor het Woord van God, en dat Woord ook aan het Woord laat?

In deze zin mogen en kunnen we spreken over Zwingli's theologie. Het Woord van God staat bij hem centraal en beheerst héél zijn prediking en werk. Dat blijkt al wanneer hij op 1 jan. 1519 in de Domkerk van Zürich begint met de systematische uitleg van het Mattheüs-evangelie. Het Woord had toen al zó beslag op zijn leven gelegd dat hij de moed had te breken met het roomse pericopen-stelsel. Hij preekte ook, nadat hij zichzelf grondig had voorbereid, voor de vuist weg, had alleen het Griekse Nieuwe Testament voor zich liggen en gaf vervolgens een vertaling èn een verklaring van het gelezen gedeelte, met een praktische toepassing op zijn gehoor. Hij was overtuigd geworden van de kracht van het Woord en zag het als zijn enige taak dat Woord door te geven.

In zijn visie op het Woord Gods staat Zwingli schouder aan schouder naast Luther. Wat hij niet vinden kon in het Woord, dat verwierp hij van ganser harte. „Allen die hun ijver aanwenden om in de Schrift de bevestiging van hun eigen mening te vinden, die dwalen met elkaar."

Hij ziet het Woord dan ook als voertuig en werktuig van de Heilige Geest. „Onder Gods Woord is alleen dat te verstaan wat van de Geest van God komt." Daarom is het Woord zo betrouwbaar en heeft het recht op onze aanvaarding, omdat het de Heilige Geest Zelf is Die daarin tot ons komt en spreekt. De sterke verbondenheid tussen Woord en Geest blijkt ook daaruit dat het Woord hoogmoedigen vernedert en verdorvenen vernieuwt.

Zwingli's stellingen

Luther is bekend geworden door het publiceren van zijn 95 stellingen tegen de aflaat. Ook van Zwingli hebben we stellingen, 67 in getal, waarin hij zijn reformatorische inzichten verdedigde.

Dat was zó gekomen. Toen hij hoe langer hoe meer overtuigd werd van de waarheid van het Woord Gods, bleef dat natuurlijk niet verborgen voor zijn omgeving. Zijn familie en vrienden waren bang dat het met Zwingli niet goed zou aflopen en waarschuwden hem toch vooral voorzichtig te zijn. Daarop verzocht Zwingli aan de Hoge Raad van Zürich om in een publieke discussie zijn inzichten te mogen verdedigen. Hij stelde voor dat gesprek — dat werd toegestaan —genoemde 67 stellingen op. Ook uit deze stellingen blijkt hoe hoog Zwingli tóen al het Woord van God aansloeg. Enkele van de belangrijkste stellingen mogen hier volgen.

1) Allen die zeggen dat het Evangelie niets betekent zonder de goedkeuring van de Kerk dwalen en lasteren God.

2) De hoofdsom van het Evangelie is dat onze Heere Jezus Christus, de waarachtige Zoon van God, ons de wil van Zijn hemelse Vader heeft bekend gemaakt, ons door Zijn onschuld heeft verlost van de dood en ons heeft verzoend met God.

3) Daarom is Christus de enige weg tot behoud voor allen die ooit geleefd hebben, leven of zullen leven.

16) Uit het Evangelie leren wij dat menselijke leringen en tradities van geen betekenis zijn voor ons behoud.

17) Christus is onze enige en eeuwige Hogepriester. Wie zich derhalve voor hogepriesters uitgeven staan de eer en het gezag van Christus tegen, ja, zij verwerpen het.

22) Christus is onze gerechtigheid. Hieruit volgt dat onze werken slechts goed zijn voor zover ze van Christus zijn, en niet recht of goed voor zover ze van onszelf zijn.

57) De Heilige Schrift weet niets van een vagevuur na dit leven.

62) De Heilige Schrift kent geen andere priesters dan die het Wcord van God verkondigen.

Zwingli's Avondmaalsopvatting

Hoe zag Zwingli de tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal? Over die vraag is altijd nogal wat te doen geweest. Bij ons staat Zwingli bekend als de man die het Avondmaal louter zag als een gedachtenismaaltijd, een soort van herinnering aan Christus' dood en niets meer. Het is de vraag of dit juist is.

In elk geval is Zwingli inzake zijn Avondmaalsleer beïnvloed door de Nederlander Cornelis Hoen, advocaat in Delft. Deze had onder de nagelaten papieren van de deken van Naaldwijk verschillende geschriften van Wessel Gansfort aangetroffen, onder andere een verhandeling over het Avondmaal, die een diepe indruk op hem maakte. Hoen distantiëerde zich van de roomse transsubstantiatieleer en schreef zijn zo bekend geworden „Avondmaalsbrief". Hij verdedigde daarin de opvatting dat de woorden „dit is Mijn lichaam" moeten worden opgevat als „dit betekent Mijn lichaam".

Hoen's vriend, de rector Hinne Rode, reisde met deze Avondmaalsbrief naar Luther, die echter van een symbolische opvatting niet wilde weten. Daarop reisde hij verder naar Zwingli die zijn eigen visie erin verwoord vond, of wellicht door de brief van Hoen tot zijn visie is gekomen.

Toch lijkt het onjuist Zwingli op grond hiervan te beschuldigen van een louter symbolische Avondmaalsopvatting. Het woord „gedachtenis" omvat bij hem veel meer dan alleen een herdenking, hij ziet er een wezenlijke gemeenschap in tussen Christus en de gelovigen.

De Zwingli-bond

Het is een beetje merkwaardig dat juist ons land, waarin Zwingli's invloed niet groot is, een Bond kent die zich siert met de naam van de Zwitserse Reformator. De Zwinglibond is in 1948 opgericht door de zeer vrijzinnige ds. H. van Lunzen te Odoorn en was bedoeld als protest tegen de „te slappe houding van het vrijzinnig christendom tegenover een verschuiving van vele vrijzinnigen in de richting van de orthodoxie".

Het was namelijk zo dat na de oorlog inderdaad de vrijzinnigheid enigszins naar rechts was opgeschoven en dat het grootste deel van de vrijzinnigen hun goedkeuring hadden gegeven aan de in voorbereiding zijnde Nieuwe Kerkorde. Ds. Van Lunzen en de zijnen vonden dat een soort verraad aan het principieel vrijzinnig protestantisme!

Waarom kozen deze uiterst linkse vrijzinnigen uitgerekend de naam van de Zwitserse hervormer voor hun Bond? Volgens de oprichter zelf om Zwingli's hartstochtelijke waarheidsdrang". Dat moet dan ook wel het enige motief zijn, want voor het overige hebben deze vrijzinnigen, die meestal Unitariërs zijn( de leer van de Drieëenheid verwerpen) niets met Zwingli gemeen... Ze willen recht doen, zeggen ze zelf, „aan het groeiend waarheidsbewustzijn van de menselijke geest en rekenen met de boventijdelijke kern van het Evangelie, met het godsdienstig verantwoordelijkheidsbesef en met de eisen van redelijk denken". Jezus is voor hen niet God, maar de mens, de ideale mens.

Ik denk dat ze met deze visie Zwingli, die zo sterk de nadruk heeft gelegd op „Christus alleen", niet voor hun karretje kunnen

spannen...

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Ulrich Zwingli

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's