Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerd kerkelijk besef

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerd kerkelijk besef

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN APPEL

Van dag tot dag wordt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond geconfronteerd met grote zorgen in het geheel van ons kerkelijke en derhalve gemeentelijke leven. De laatste tijd heeft ons zeer bezig gehouden de kwestie 'Samen op Weg'. Welke weg zal onze kerk, waar we ons zo zeer en zo van harte mee verbonden weten, vanwege het voorvaderlijke erfgoed; in de nabije toekomst gaan? Zal ze opgaan in een fusie van twee kerken, waarin de vaderlandse kerk en het gereformeerde belijden niet meer te herkennen zijn? Hoe staan wij dan als hervormd-gereformeerden? Staan wij op een tweesprong?

Van belang is of we samen de weg voor ons zien! Onder ons zijn er velen, die ondanks aanvechting van buiten, met name vanuit andere kerken van gereformeerde signatuur, de kerk der vaderen sinds jaar en dag trouw zijn gebleven, wetend dat God Zijn Verbond bewaart tot in duizend geslachten.

Ze hebben vaak de kritiek moeten verdragen van hen die meenden, dat het gereformeerd-zijn slechts buiten de Hervormde Kerk gerealiseerd kan worden. Onder ons zijn er echter ook, die vanuit de kerken van Afscheiding en Doleantie toetraden tot de kerk der vaderen, in de verwachting dat het herstel van de kerk in Nederland alleen via deze kerk plaats zou (kunnen) vinden. Gegeven het proces van 'Samen op Weg' verkeren zij op dit moment soms in niet geringe aanvechting.

De vragen van 'Samen op Weg' hebben de voortdurende aandacht van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Het hoofdbestuur beseft, dat we momenteel in de vragen van het kerkelijke leven over het scherp van de snede gaan. Zullen wij een plaats blijven houden in de nieuwe kerk van de toekomst — als die er komt —, omdat die in continuïteit is met de kerk der vaderen? Of komen we terecht in een kerk, die de hervormd-gereformeerden — altijd gericht geweest zijnde op het recht van de confessie — niet meer dulden zal? De Gereformeerde Bond heeft er — het zij nog eens nadrukkelijk gezegd — nimmer onduidelijkheid over laten bestaan in de beweging 'Samen op Weg' te willen blijven ijveren voor het voortbestaan van de Vaderlandse Kerk, genormeerd aan de Schriften en de gereformeerde belijdenis. Samen zullen we als hervormd-gereformeerden ons onder biddend opzien tot de Heere der kerk buigen moeten over de gewichtige vragen van het kerk-zijn, die zich aandienen in de toekomst.

Naar binnen

Intussen heeft het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, naast de grote zorgen naar buiten, ook zorg naar binnen, dat wil zeggen naar eigen kring. Er mag zorg zijn om de prediking, waarbij hier vervlakking en daar verstarring te signaleren valt. Het gaat ons nu echter om iets anders, namelijk het kerkelijk besef binnen de Gereformeerde Gezindte in de Nederlandse Hervormde Kerk. Ziet ieder onder ons nog de kerkelijke weg in de zin van confessie?

Onze zorgen richten zich daarbij naar twee kanten. Wanneer we onze kerkelijke weg in direct verband zien met onze belijdenis, dan moet ook — en dat is onze eerste zorg — de nauwe verbinding tussen kerk en ambt, vooral ook in de plaatselijke gemeente, worden beseft.

Wat is gemeentelijk leven zonder ambtelijk toezicht, zonder verband met de ambtelijke vergaderingen? We staan in een gere-

formeerde kerk. Daarvoor willen we ook staan! Dat betekent ook, dat we artikel XXXI van de Nederlandse Geloofsbelijdenis voluit ernstig nemen — als behorende tot onze confessie — als accoord van-kerkelijk belijden. Daar wordt immers gezegd, dat het kerkelijk leven gediend wordt door de ambten, 'door de wettige regering der Kerk, met aanroeping van de Naam Gods en goede orde, gelijk het Woord Gods leert'. Niemand mag zich ook 'met onbehoorlijke middelen indringen' in de gemeente Gods. Hij moet de tijd 'dat hij van God beroepen wordt' afwachten. Wij weten weliswaar, dat onze kerk het met het ambt wel eens op een accoordje heeft gegooid, vanwege ongereformeerde theologieën. Anderzijds constateren wij met schaamte, dat daar, waar met de mond de belijdenis wordt geroemd, ambt en orde soms ook met voeten getreden worden.

In de tweede plaats is onze zorg, dat de kerkelijke weg, die sommigen onder ons willen gaan, zo breed is dat de grenzen tussen gereformeerd en niet-(meer) gereformeerd diffuus worden. We denken daarbij niet alleen aan identiteitsvervaging als het gaat om de liturgische inrichting van de eredienst (wat ook direct met het gereformeerd belijden te maken heeft) en aanvaarding van de vrouw in het ambt. We denken vooral aan invloeden van eigentijdse theologen, die hoezeer ook van 'formaat', toch niet gereformeerd zijn en niet de weg gaan van de belijdenis der kerk, zoals ons die in de Drie Formulieren van Enigheid gegeven is. Te denken valt aan de theologie van Karl Barth en diens volgelingen.

Wanneer we als gereformeerde stroming in de Hervormde Kerk minder weerbaar worden ten opzichte van genoemde theologen, zal dat ons staan in de Hervormde Kerk zo beïnvloeden, dat onze gereformeerde identiteit, ook in de kerkelijke weg die we willen gaan, vervaagt, .

Concreet

Laten we concreet worden. Enerzijds signaleren we soms in publicaties genoemde theologische ontwikkelingen. Anderzijds zien we in toenemende mate, dat predikanten, soms nog maar kort gesteld in het ambt van dienaar des Woords, zich indringen in andere gemeenten, en dan voorgaan in groepen, die geheel los staan van het ambt. Soms gebeurt dit onder een duidelijk niet-kerkelijke vlag, namelijk in samenkomsten onder politieke noemer (S.G.P.), in het kader van het behoud van bijbelvertaling (G.B.S.), in verband met andere verbanden op godsdienstig terrein. Soms gebeurt het in het kader van niet-hervormde zendingsverbanden. Soms gebeurt het expliciet naast de plaatselijke gemeente, waar ambt en sacrament in gereformeerd-bijbelse zin functioneren, waar het gemeentelijke leven in bijbelse zin geleid wordt.

We zien — bijvoorbeeld blijkens aankondigen — her en der groepen opduiken, waar voorgangers voorgaan, die zich kennelijk niet afvragen of de samenkomsten nog iets met. kerk en ambt hebben uit te staan en zó nog een relatie hebben tot het gereformeerd belijden, waarin zicht op ambt en gemeente niet van ondergeschikte betekenis zijn.

Zien we in dit alles intussen een binnenkerkelijke afscheiding zich voltrekken? Dat is — naast de ontwikkeling met betrekking tot 'Samen op Weg' — onze grote zorg. Meer en meer raken hervormd-gereformeerde gemeenten op een onkerkelijk spoor, waar niets meer te herkennen is van het spoor van de hervormd-gereformeerde vaderen.

Het komt ons voor dat, nu de gemeenten open liggen voor bredere informatie van links en rechts, met name ook door de persmedia, er invloeden merkbaar worden in hervormd-gereformeerde gemeente, die het karakter van onze beweging aantasten, zowel op een flank, die te weinig kritisch is naar het brede midden van de kerk, als naar een flank, die separatistisch van aard dreigt te worden. Invloeden van de midden-orthodoxie enerzijds en van gescheiden kerken anderzijds doen zich meer dan vroeger onder ons gevoelen.

Appèl

Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond wil een appèl doen op de kerkeraden toegespitst op zes punten:

1. Blijf kritisch meedenken in de bewegingen binnen de kerk en tussen de kerken ('Samen op Weg'), die gaande zijn en toets ze in concrete bezinning op kerkeraad en gemeente-avonden aan de Schrift en de belijdenis der kerk.

2. Blijf zicht houden op uw eigen gemeente, zodat niet de gemeente die onder uw ambtelijke hoede valt elders verkeert, en een gemeente, die onder anderer hoede valt, bij u verkeert, zonder dat u er ambtelijke verantwoordelijkheid voor kunt dragen. Wij beseffen dat er binnen onze kerk gemeentelijk leven is, dat zich zo veraf beweegt van Schrift en Belijdenis, dat leden der gemeente elders kerkelijk onderdak vinden. Maar als ook binnen gemeenten, waar men zich gebonden weet aan Schrift en belijdenis, gemeentelijke wildgroei gaat plaatsvinden, maken we ons als gereformeerden kerkelijk ongeloofwaardig.

3. Heb toezicht op de leer, maar ook op uw voorgangers. Waar gaan zij voor? Hier ligt een stuk ambtelijke verantwoordelijkheid met betrekking tot de tucht. Zij, die zich indringen in de gemeente van anderen, staan in de gerefor-

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1984

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's

Gereformeerd kerkelijk besef

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1984

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's