Pastoraat in het ziekenhuis
(3)
Moet het altijd?
Een pastoraal bezoek, hetzij van een predikant, hetzij van een ouderling, wordt als regel afgesloten met het lezen van een bijbelgedeelte, en een gebed. Dat is niet alleen een goede gewoonte, dat behoort als het w r are bij het pastoraat. Met mensen die aan onze herderlijke zorgen zijn toevertrouwd en met wie wij gesproken hebben over de zaken van Gods Koninkrijk en over hun verhouding tot de Heere, naderen wij ook voor Gods troon om hun lichamelijke en geestelijke noden aan Hem op te dragen.
Moet ook in het ziekenhuis elk bezoekje „op de gebruikelijke wijze" worden beëindigd? Misschien vindt men dat een vreemde vraag. Het wordt, zeker door meelevende gemeenteleden, verwacht. En gebeurt het om bepaalde redenen niet, dan zullen de mensen het misschien niet zeggen, maar zich wel teleurgesteld voelen. „De dominé is geweest, maar hij heeft nieteens gelezen en gebeden." Of „hij is weggegaan zoals hij gekomen is". In het algemeen zou ik er zeker voor willen pleiten dat een bezoek met Schriftlezing en gebed afgesloten wordt.
Toch kunnen er omstandigheden zijn die dat moeilijk, soms zelfs onmogelijk maken. Ik denk in de eerste plaats aan die bezoeken waarbij het gesprek absoluut niet wilde vlotten. Dat hoeft niet alleen zo te zijn in het ziekenhuis, dat kan ook gebeuren bij een bezoek in de gemeente. Er was weerstand, verzet tegen de boodschap die werd gebracht. Of er was een zo groot meningsverschil dat het op ruzie begon te lijken. In zo'n geval heb ik mijn aarzelingen. Samen tot de Heere gaan in het gebed kan alleen maar als er ook enige harmonie was in het gesprek. W r as die er niet, dan wordt het gebed naar mijn gevoel misbruikt om recht te zetten wat in het gesprek scheef liep. Het is ook denkbaar dat de zaal waarop wij ons bezoek hebben gebracht juist tevoren door een andere predikant is bezocht. Heeft die collega gelezen en gebeden, dan hoeven wij het niet nogeens over te doen. Niet dat we zo gauw „teveel van het goede" krijgen, maar men moet ook, vooral met het oog op de zaal, oppassen voor „overdosering".
Tenslotte kunnen er omstandigheden op de zaal zijn die het lezen en bidden onmogelijk maken. Wanneer het verplegend personeel bezig is met een andere patiënt, of wanneer werksters hun taak verrichten — dat
gaat in sommige ziekenhuizen allemaal gewoon dóór! — dan is het minstens oneerbiedig door alles heen Gods Woord te openen en Gods aangezicht te zoeken. Bovendien is het voor hem die leest en bidt moeilijk zich in zo'n situatie enigszins te concentreren.
Voor de hele zaal.?
Een andere vraag waarvoor we telkens weer worden gesteld is: moeten we lezen en bidden uitsluitend voor de patiënt die we bezoeken of moeten we bij de Schriftlezing en het gebed de hele zaal betrekken.?
Het antwoord op die vraag is ook weer afhankelijk van de omstandigheden. Wanneer we alleen met ons eigen gemeentelid hebben gesproken, dan ligt het voor de hand dat we ook met hem of haar alleen bidden. Al zullen we dan wel wat fluisterend ons werk moeten doen. Zijn de andere patiënten bij het gesprek betrokken geweest, dan spreekt het bijna vanzelf dat we de Schriftlezing en het gebed doen voor de hele zaal. Natuurlijk moet dat wel geschieden met goedvinden van alle anderen. Zelf vraag ik in de regel of iemand er bezwaar tegen heeft. Een enkele keer zal men dan misschien een afkeurend gemompel te horen krijgen. Soms ziet men iemand ook van de zaal verdwijnen. Maar in verreweg de meeste gevallen wordt het toegestaan en wordt er ook nog wel geluisterd en blijkt het achteraf te zijn gewaardeerd. In het ziekenhuis zijn de meeste mensen, ook die zich anders weinig of niet om het Woord van God bekommeren, nog wel enigszins aanspreekbaar. Ook hier geldt: , , zaait aan alle wateren".
Wat lezen we.?
Ook op bezoek thuis is dat weieens een probleem. Welk gedeelte uit de heilige Schrift kan ik hier opslaan en lezen.? Dat geldt in nog sterker mate voor het ziekenhuis. We hebben daar dikwijls te maken m.et mensen die de bijbel nauwelijks kennen. Daarom is het aan te bevelen vooral een kon gedeelte te lezen. Beter een paar verzen die begrepen worden dan een lange pericoop die over de hoofden heengaat. En dan ook een eenvoudig woord uit de Schrift. In de verschillende evangehe-beschrijvingen vinden we stof genoeg, evenals in de psalmen.
Het is goed een aantal Schriftgedeelten paraat te hebben, zonder zich van tevoren daaraan te binden. Het gesprek kan aanleiding geven tot een andere keuze. En de Schrift is zo rijk dat we ook als pastor ervoor moeten waken een héél klein bijbeltje over te houden.
Een korte toelichting is niet overbodig. We kunnen dan laten zien waarom we dit gedeelte hebben gelezen en het toepassen op de omstandigheden. Het Woord van God blijkt ook dan verrassend aktueel te zijn.
Hoe bidden we.?
Laten we 't gebed ook vooral kort houden. Dat is altijd een goede zaak - lange gebeden werden uitgesproken door de Farizeeërs! — maar zeker in het ziekenhuis. Er zijn niet veel woorden nodig om de nood van zieken in Gods handen te leggen. Laat het gebed opkomen uit en aansluiten bij de Schriftlezing. Zo kunnen we voorkómen dat onze gebeden altijd „eender" zijn. Het is trouwens de beste manier van bidden, dat we de Heere Zijn eigen Woord, Zijn eigen beloften voorhouden.
En verder moet het gebed gericht zijn op dit speciale geval. De ziekte en de zorg van de patiënt die we bezoeken, ook zijn of haar vreugde en dank voor aanvankelijke genezing en herstel. En wanneer we bidden voor de hele zaal vergeten we uiteraard de andere patiënten niet, ook niet degenen die ze thuis achterlieten.
Houd het kort
Wat gezegd is over de Schriftlezing en het gebed dat geldt voor het hele bezoek: maak het niet te lang! Allereerst niet met het oog op onszelf. We moeten in een korte tijd vaak een heel aantal zieken bezoeken. Dan kunnen we niet bij de eerste patiënt een half uur zitten en de laatste in een paar minuten afhandelen.
Maar het mag ook niet te lang duren met het oog op het werk in het ziekenhuis. We zijn daar gast en ook de artsen en het verplegend personeel moeten hun werk doen, waarbij wij hen niet in de weg moeten zitten. Persoonlijk vind ik een bezoek van een kwartier het uiterste. En in een kwartier kan véél worden gezegd.
Ik wil nogeens onderstrepen dat ik met het bovenstaande bepaald niet heb willen zeggen hoe het moet. Ik heb anderen alleen deelgenoot willen maken van eigen zorgen en vragen op dit terrein, in de hoop dat we elkaar een beetje kunnen helpen bij dit moeilijke werk. En zijn er anderen, die over sommige punten andere gedachten hebben, dan hoor ik die graag en ben ik ook graag bereid er te zijner tijd op terug te komen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's