Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een oud portret van de Gereformeerde kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een oud portret van de Gereformeerde kerken

8 minuten leestijd

Een paar weken - geleden vergaderde in Lunteren de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken. Daar werd met een vrij grote meerderheid „nee" gezegd tegen eventuele plaatsing van kruisraketten in Woensdrecht. Het is begrijpelijk dat deze uitspraak in eigen kring, maar ook ver daarbuiten de aandacht heeft getrokken. Op de agenda van deze Synode stond echter nog een ander belangrijk punt, dat echter veel minder publiciteit gekregen heeft. Dat betrof „de stand van het geestelijk leven" binnen genoemde kerken.

De Gereformeerde Kerken vertonen — het wordt zonder enig leedvermaak opgemerkt — over de hele linie een beeld dat niet meer zoveel verschilt van het beeld dat onze eigen kerk te zien geeft. Een sterke daling van het kerkbezoek, van twee keer per zondag naar één keer en van één keer naar helemaal niet meer. Voorts een achteruitgang in het aantal dopelingen en belijdenis-catechisanten. Steeds minder bereidheid om. zich beschikbaar te stellen voor het ambt. Een loslaten van allerlei normen die vroeger algemeen geaccepteerd waren. En zo zouden we nog wel even door kunnen gaan.

Een brochure uit 1916

Juist dezer dagen trof ik in mijn verzameling brochures een boekje aan dat ik jarenlang niet meer in handen had, maar waarvan de titel terstond mijn aandacht trok: „Veruitwendigen onze kerken? " Het betreft hier een referaat dat ds. J. C. Aalders, destijds predikant van de Gereformeerde Kerk te Beetgum (Fr.) hield voor de „Friese Vereeniging van predikanten der Gereformeerde Kerken in Nederland". Bedoelde lezing werd gehouden op... 27 september 1916. Dat wil dus zeggen: precies dertig jaar na de Doleantie en nog geen 25 jaar nadat in 1892 de kerken, voortgekomen uit de Afscheiding en uit de Doleantie, werden samengevoegd tot de „Gereformeerde Kerken". Reeds de ondertitel van het referaat geeft aan voor welke vragen men zich toendertijd in de Gereformeerde Kerken gesteld zag: „Dienen er ook middelen aangewend, en welke, tegen het veruitwendigingsproces dat onze kerken bedreigt? " Op die vraag geeft ds. Aalders een uitvoerig antwoord en het is nu, bijna 70 jaar later, nog leerzaam van dat antwoord kennis te nemen.

De aanleiding

Aanleiding tot referaat en brochure was onder andere een „vlugschrift" van de onder ons bekende prof. dr. Hugo Visscher, die had geconstateerd „dat de Gereformeerde aktie in haar geheel niet vrij is van geestelijke inzinking. Zelfs in het kerkelijk leven wordt het duidelijk bespeurd". Deze uitspraak, en nog enkele andere van dezelfde strekking, waren voor de referent aanleiding geworden om een onderzoek in te stellen naar de gegrondheid van deze beschuldiging. Van te voren stelt hij vast: „Nu geloof ik niet dat alles waarheid is wat prof. Visscher ons verwijt. Maar wel meen ik dat hij onze zwakke plek aanroert, het donkere punt aanwijst".

Aalders gaat dan eerst de verschijnselen na die wijzen op een proces van veruitwendiging. Vervolgens onderzoekt hij de oorzaken waaruit dat verklaard moet worden en de middelen die ertegen aangewend moeten worden.

Opgaan, blinken en verzinken

Het is een vaste historische wet — aldus Aalders — dat bij iedere beweging, van welke aard ook, na een periode van opgang en een tijdperk van bloei, onvermijdelijk een tijd van verval volgt. Dat kan geïllustreerd worden met bijvoorbeeld de drie koningen van Israël: David, Salomo en Rehabeam. Er zouden ook vele voorbeelden te noemen zijn uit de geschiedenis van de kerk. Hij citeert in dit verband Bilderdijk: „opgaan, blinken en verzinken is het lot van iedere dag."

„Ook wij hebben voor onze kerken immers na de periode van druk, smaad en vervolging, een tijd gehad van ontwikkeling, waarbij wij door de strijd en hoon gehard en gestaald werden, maar nu staan wij in een periode van uitwendige bloei en vrede, waarin het ons de uiterste inspanning zal kosten om er innerlijk aan te beantwoorden."

Verschijnselen

Nadat Aalders een aantal uitspraken heeft gereleveerd van vooraanstaande mannen in de Gereformeerde Kerken, die blijk geven van geestelijke achteruitgang, noemt hij zelf een aantal symptomen die in deze richting wijzen.

In de eerste plaats is volgens hem binnen de Gereformeerde Kerken vaak te horen dat de praktijk boven de leer gaat.. Wie nog voor beginselen opkomt heet al spoedig een drijver of iemand met een bekrompen standpunt-. Trouw aan de kerk wordt afgeschilderd als kerkisme!

Ten tweede is er „een daling in de levenstoon" merkbaar. Velen durven hoe langer hoe verder gaan in dingen die men vroeger terecht veroordeelde. Doen en meedoen wordt gewoon, en wie er tegenin gaat krijgt te horen: „We moeten toch met onze tijd meegaan".

In de derde plaats: niet alleen de gezelschappen zijn uitgestorven, maar ook de geestelijke gesprekken worden schaars. Zorgwekkend is dat er als broeders en zusters in Christus zo weinig meer onder elkaar gesproken wordt.

Tenslotte: zo weinig broeders zijn geschikt of bereid het ambt op zich te nemen. Om maar te zwijgen over de predikantennood en het tekort aan theologische studenten. En dan nog het kwaad van maar één keer kerken en dan bij voorkeur 's morgens, want 's middags is het toch maar-Catechismus...

Deze verschijnselen — aldus Aalders — „zijn droef en ernstig genoeg om te spreken van een proces van veruitwendiging dat onder ons gaande is".

Oorzaken.

Hoe is dat allemaal zo gekomen? Aalders wijst de beschuldiging van de hand die Kromsigt en Visscher hebben geuit: het beginsel van de Scheiding houdt de ontbinding in! Hij stemt ook niet in met hen die altijd het tegenwoordige geslacht zoveel slechter vinden dan het vorige.

Als oorzaken van het verval ziet hij onder meer dat het gereformeerde volk hoe langer hoe meer in aanraking is gekomen met de wereld en het leven van de cultuur. Mysticisme en Dopcrdom zijn overwonnen, maar nu zijn we besmet door de tijdgeest. Vervolgens

is er in prediking en onderwijs soms al te veel nadruk gelegd op het objektiefverstandelijke en op het Verbondsmatig-uitwendige. Uit vrees voor verkeerde gemoedelijkheid en valse mystiek, en tegen onjuiste praktijken rondom doop, belijdenis en avondmaal, zeker, maar daarbij zijn we niec ontkomen aan een zekere eenzijdigheid. We moeten niet doen alsof uiterlijke gehoorzaamheid genoegzaam is tot zaligheid. Dan is ook de kerkelijke positie van strijd en druk overgegaan in een toestand van voorspoed en vrede. Het is nu geen schande meer gereformeerd te zijn, men is het zonder moeite en smaad. Het is zelfs voor sommige posten een aanbeveling geworden! _

Zo zijn we terechtgekomen in een situatie — aldus nog steeeds Aalders — waarin de Heilige Geest wordt bedroefd, waarin de heiligheid van Sion teloor gaat en waarin een duisternis is gedaald over Gods kind en Gods volk, over de enkele ziel en over de hele gemeente.

Middelen

Zo worden de middelen tot herstel als het ware vanzelf aangewezen: bekering, verootmoediging en gebed. Niet z'n heil zoeken in iets opzienbarends, maar alleen stille kracht kan ons redden. Geen Methodistische of Piëtistische middelen, maar wel het evenwicht zoeken te bewaren tussen „het verstandelijk-voorwerpelijke" en „het mystiekonderwerpeüjke". En daarbij moeten de gewone middelen tot bearbeiding van de gemeente stipt worden waargenomen: prediking, huisbezoek en catechese. En dat alles in afhankelijkheid èn in het besef van onze verantwoordelijkheid.

Leerzaam

Ik heb geprobeerd de brochure van Aalders in hoofdlijnen, zij het vaak met eigen woorden, weer te geven. We kunnen er heel wat uit leren. Allereerst dat de vervlakking en de veruitwendiging binnen de Geref. Kerken niet van vandaag of gisteren is! 't Is bijna niet te geloven dat deze materie onderwerp van bespreking was op een predikantenvergadering van 1916. Het wordt vaak zo voorgesteld alsof de afglijding binnen de kerken van de Doleantie pas na de Tweede Wereldoorlog goed op gang gekomen is, en inderdaad, van die tijd af is het in versneld tempo gegaan, maar de verschijnselen waren tientallen jaren eerder al zichtbaar.

Vervolgens is het opvallend hoe scherp de situatie hier wordt geanalyseerd en hoe de middelen worden aangewezen om tot een geestelijke opleving te komen. Kennelijk heeft dat toch niet veel geholpen. Het ontbindingsproces is verder gegaan. Wij, van Hervormde zijde, vragen ons natuurlijk af of Hugo Visscher niet gelijk heeft gehad mei zijn opmerking d.at. het beginsel der afscheiding noodzakelijk tot zo'n geestelijke crisis moest lfciden. In nog geen honderd jaar zijn de Gereformeerde Kerken even diep in verval geraakt als de Hervormde Kerk, die er vier eeuwen over gedaan heeft.

Tenslotte, deze regels werden niet geschreven om stenen te werpen naar een andere kerk. Ik denk dat deze brochure ook óns veel te zeggen heeft. In sommige opzichten is er bij ons, aan de rechterzijde van de Hervormde Kerk, een beweging waarneembaar die te vergelijken is met de situatie van toen in de Gereformeerde Kerken. Ook het Hervormd-Gereformeerde volk is geëmancipeerd, er is een belangrijke toename van intellectuelen, waarvoor we dankbaar mogen zijn. Zo kunnen belangrijke posten door „onze mensen" worden bezet. Maar het houdt ook het gevaar in dat. het verstandelijke de boventoon gaat voeren...

En ook wij hebben de strijd tegen ultragereformeerde opvattingen, vooral rondom de sacramenten. Terecht wordt daartegenover de nadruk gelegd op het Woord en het Verbond. Maar het gevaar is niet denkbeeldig dat we vervallen in Verbondsoptimisme en Verbond sau tornalisme.

Om dan maar niet eens te denken aan de tweede kerkdienst op zondag, die met name in de grotere plaatsen tekenen van teruggang begint te vertonen. En aan de levensstijl die de grenzen hoe langer hoe ruimer maakt.

In dat. opzicht mogen de Gereformeerde Kerken ons tot een waarschuwend voorbeeld zijn!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Een oud portret van de Gereformeerde kerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's