Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Behoed uw hart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Behoed uw hart

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET TIENDE GEBOD

(1)

In Spreuken 4 : 23 lezen we de vermaning: Behoed uw hart boven al wat te bewaren is — want daaruit zijn de uitgangen des levens."

Daar is het ook om begonnen in het tiende gebod: gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os noch zijn ezel, noch iets dat van uw r naaste is." (Exodus 20 : 17). Of in de licht afwijkende versie in Deuteronomium 5 : 21: En gij zult niet begeren uws naasten vrouw; en zult u niet laten gelusten uws naasten huis, zijn akker,

noch zijn dienstnecht, noch zijn dienstmaagd, zijn os noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is."

De HEERE vraagt het hart. Hij staalt hart-bewaking aan de orde. God is niet tevreden, neemt geen genoegen met de buitenkant of de openbare zijde van het leven. Die is ook belangrijk! Het gaat dan over daden en nalatigheden, over woorden en gebaren.

Maar de HEERE ziet ook op de binnenkant. Op de verborgen zijde van gedachten, voornemens, plannen en overleggingen.

Voor Gods aangezicht zijn dus zelfs gedachten niet tolvrij. Het gaat om de gehele mens! Iemand trekt ergens de vergelijking tussen het hart en een directiekamer. Daar wordt beraadslaagd en van daaruit worden de orders uitgevaardigd voor het gehele bedrijf. De deuren van zo'n directiekamer staan zeker niet wagenwijd open en lang niet ieder komt er binnen. Maar: uit het hart zijn de uitgangen des levens, zegt de Spreukendichter.

In die directiekamer wordt beslist en heel het 'bedrijf', heel de mens, moet volgens die beslissingen handelen. Nu eist de HEERE de voorzitterszetel op in uw en mijn directiekamer, in ons hart.

Het tiende gebod raakt onmiddellijk het hart. Begeren wil hier zeggen: plannen maken, aanstalten maken om.

Wie een vrouw van zijn naaste begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. Want in zijn hart heeft hij een 'plan de campagne' gemaakt hoe hij die vrouw van zijn maat zal aftroggelen en tot de zijne maken. We moeten niet zeggen: in de eerste negen geboden gaat het over zonden metterdaad, in het laatste alleen maar over zonden in gedachten. Dat zou een onjuiste verdeling zijn. Het tiende gebod laat de diepte dimensie van heel de wet zien!

Het gaat God nooit om een oppervlakkig vernislaagje, om een schone schijn — maar altijd om de hele mens, om hart en ziel. Je kunt vloeken in je hart. Je kunt de sabbat schenden in je hart. Je kunt moorden in je hart. En wanneer je tot uitbrekend kwaad komt, vloeit dat altijd voort vanuit je hart. Als het hart boos is, zijn de werken boos. Als het hart goed is, zijn de werken goed. Bij de wet van God gaat het niet om meer of minder — een beetje meer daaraan denken en een beetje minder daarmee bezig zijn. Neen — bij de wet van God gaat het om altes of niets!

De HEERE geeft toch Zelf ook alles? Hij legt toch Zelf ook Zijn hele hart open? Hij geeft toch Zijn Kind vanuit Zijn hart? Maar dan vraagt Hij ook... uw hart. „Dat ook de minste lust of gedachte tegen enig gebod van God in ons hart nimmermeer kome", zegt antwoord 113 van de Heidelberger. — Dus duivel, zonde, wereld, eigen ik hebben niets meer in te brengen in de directiekamer van mijn leven!

En de positieve keerzijde daarvan is: „maar dat wij te allen tijde van ganser harte aller zonden vijand zijn en lust tot alle gerechtigheid hebben."

Hier hebt u nu de rechte begeerte (lust). Die is er immers ook! Het tiende gebod wil niet elke vorm van verlangen uitsluiten! Het wil geen serene, ontheven boeddha's van ons maken. Er zijn natuurlijke verlangens. Er zijn geoorloofde verlangens. Er zijn geheiligde verlangens. God Zélf verlangt. Christus begeert het Heilig Avondmaal te houden met de Zijnen. De Geest roept in verlangen mèt de bruid: 'Kom!'

Het 10e gebod sluit uit en snijdt af dèt begeren dat beledigend is voor God en bedreigend voor de naaste... Maar het wil juist het reine begeren, het oprechte verlangen stimuleren: dat ik niet overwonnen wordt door het kwade — maar dat ik het kwade mag overwinnen door het goede!

Weet u waar het maar op aan komt? Op de diepste bron van onze begeerten! Water borrelt op aan de oppervlakte — in de diepte verborgen is er de bron. Zo is er het opborrelen van onze begeerten en verlangens. Maar is nu de bron de wil van de HEERE of die van de satan.

Hoe was dat bij Adam en Eva in het paradijs? Door de levensverbinding met de HEE-RE sprong al hun begeren voort uit de wil van hun Schepper! Zo zien we het tenvolle bij Christus! Bij Hem is het een opspuitende fontein vanuit de oerbronnen van het welbehagen des Vaders.

Maar het leven in de zonde is een leven uit de troebele onreine bron van de vorst der duisternis, de vader van de leugen. Welke verbinding ligt er?

Het tiende gebod bepaalt ons dus eens te meer bij de noodzaak van een levensverbinding met Christus. In Hem te zijn — als een rank in de Wijnstok. Om dan in Hem te groeien, te bloeien en vrucht te dragen. In de zelfbeproeving of we in het geloof zijn, is dit de grote vraag. Uit welke bron ik leef. Vanuit welke bron mijn verlangens en begeerten opkomen en gevoed worden.

Denk aan Psalm 1 — de boom in goede aarde. Daartoe is nodig: wedergeboorte, staats-verwisseling, een nieuw leven leren kennen, 'de goddelijke natuur déélachtig zijn'.

Hebben we dat grote en noodzakelijke wonder leren kennen? Hier is nu een geoorloofde begeerte — ja, een Godverheerlijkende begeerte. Een op Gods tijd vervulde begeerte. Dan gaat u zingen met mond èn hart: 'Bij U, HEERE, is de Levensbron'.

U bemerkt het: nieuwe begeerten en verlangens. Die van Ps. 42, Ps. 73 (nabij God te zijn), Ps. 84.

Wat een last was, werd een lust. Wat een lust was, werd een last. En zo wordt het tiende gebod in ons leven in beginsel vervuld.

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Behoed uw hart

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's