Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van Zijn opstanding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van Zijn opstanding

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap van Zijn lijden, Zijn dood gelijkvormig wordende, of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden" Filippensen 3 : 10, 11

Christus kennen

De apostel heeft inzicht gegeven in de worsteling van zijn leven. God heeft hem leren inleveren alles wat hem voorheen winst scheen te zijn. Heel zijn godsdienstige winkel heeft hij uitverkocht wegens verandering van werkgever. Onder Christus kan een mens niets meer beginnen met uiterlijke voorrechten. Dan is het alles of niets. Alles in Christus en niets daarbuiten. Alle dingen, hoe voortreffelijk op zich zelf ook, als vuilnis aan de kant. Met welk doel? We hoorden het al: om Christus te gewinnen en om in Christus gevonden te worden. En dit keer horen we nog een derde reden: opdat ik Hem kenne.

We moeten deze woorden juist verstaan. We beluisteren daarin niet het gebed van een mens die voor de eerste keer in z'n leven is ontdekt aan de verlorenheid van z'n bestaan, en hier een hartekreet slaakt om een Borg voor zijn ziel en een Zaligmaker voor zijn hart. Dat is al jaren geleden in Paulus' leven aan de orde geweest. Paulus kende Christus reeds lang als zijn Borg en Middelaar. En nu is hij al een man op leeftijd. Heeft een lange en veelbewogen staat van dienst in Gods Koninkrijk achter de rug. Hij staat ongeveer aan het einde van de loopbaan. En nog is daar steeds die worsteling om Christus meer en meer te leren kennen. Paulus is geen man die zegt: Ik ben bekeert en daar houd ik het op, wie doet me wat. Ik ben er en ik heb het. Nee, nog steeds is er in z'n leven een doorgaande worsteling: opdat ik Hem kenne. Wat is dat dan: Christus kennen? Bedoeld is niet een kennen met het verstand alleen, de hele inhoud van het Evangelie op kunnen zeggen of precies vertellen wat er allemaal gekend dient te worden. Nee, kennen is in gemeenschap leven met. Kennis die voortkomt uit een levensgemeenschap, een innige verbondenheid met de Heere Jezus. Christus kennen is leven met Christus. Het is een kennen bij ondervinding. Een kennis die ons hele bestaan doortrekt en beheerst.

Tot die kennis werd de apostel in z'n leven gebracht. Maar hij is daar nog altijd niet in uitgeleerd. Er trekt één begeerte door heel zijn bestaan: dat ik die Christus almaar meer mag leren kennen. Dat ik Hem kenne! Dat is de verzuchting van elk waar gelovige. Dat ik Hem in mijn leven steeds meer mag leren kennen, steeds dieper, steeds intenser. Want Christus te kennen, dat is me alles. Vandaar die jacht in Paulus' leven waar hij in vers 12 van spreekt. Jagen, steeds er op gericht zijn om Christus te kennen. In Hem te leven. In Hem te zijn. Want in Hem ligt alles.

Eerst was het: ik acht alles verlies om Christus te gewinnen. Dan zegt hij: en in Hem gevonden te worden. En hier is het: opdat ik Hem kenne. Nee, nu hij ruim zestig jaar oud is, zegt hij niet: ik ken Hem nu wel genoeg, ik ben wat Christus betreft volleerd, ik ben afbekeerd Ze hoeven mij niets meer te zeggen. Neee, het is nog steeds bij Hem: opdat ik Hem kenne.

Is dit biddend vragen ook ons bekend? Kennen we deze worsteling in ons leven? Wat jagen en worstelen wij toch naar heel veel andere dingen. Jagen om de zonde te doen. Jagen ten diepste naar de dood. Wat doen we hard ons best om verloren te gaan. Wordt het geen tijd een ander jachtgebied te openen?

Of herkennen we onszelf in wat hier staat? We leerden Christus als onze Zaligmaker kennen door Gods wondere genade? Dan weet u het: dan ben je er nog niet. Dan blijft er steeds in je leven een vragen en strijden om Hem meer en meer te leren kennen. Als ik Hem maar kenne, Hem de mijne weet!

Kracht van Zijn opstanding

Dat ik mag kennen de kracht van Christus' opstanding. Wat IS die kracht? Wat bedoelt Paulus ermee als hij hier de opstandingskracht van Christus ter sprake brengt? Om te beginnen kunnen we denken aan de kracht die Christus zelf heeft doen opstaan. De kracht of het dynamiet (zoals er letterlijk staat) die Christus uit de doden weder bracht.

Welke kracht was dat dan? Het was de kracht waarmee Zijn hemelse Vader Hem uit de doden opgewekt heeft. Goddelijke kracht was dat. Kracht die de doodsbanden verbrak. Je zou op grond van Bijbelse gegevens kunnen denken aan de kracht van de Geest (zie Rom. 8, 11). Daar is sprake van de Geest die Jezus uit de doden heeft opgewekt. En deze Geest heet ook in de belijdenis Gods eeuwige Kracht en Mogendheid. Jezus, zoals Hij ons zwakke en menselijke vlees heeft aangenomen, is door de Geest opgewekt. Dezelfde Geest die Hem in de schoot van zijn moeder vormde, heeft Hem ook uit de schoot van de aarde teruggebracht tot het leven. Hem doorgeleid naar het eeuwige leven, het leven in heerlijkheid.

Bij dat woord 'kracht' valt verder te denken aan de kracht van de Zoon zelf die de zwakheid van het vlees overwon. Er is nog een andere Schriftplaats die ons dat zegt: uit de opstanding is Jezus krachtig gebleken de Zoon van God te zijn (Rom. 1, 4). .Aan deze twee Schriftgegevens kunnen w r e om te beginnen denken bij de uitleg van onze tekstwoorden. Maar er is meer van te zeggen.

De kracht van Christus' opstanding ligt namelijk óók en met name in het. volbrachte werk. Iemand schreef onlangs: de grondslag van Pasen ligt op de heuvel Golgotha. De kracht van de opstanding is het volbrachte werk van Christus. Christus is gerechtvaardigd, vrijgesproken. En dat betekent: Hij heeft betaald. Welnu, de aanvaarding van dat volbrachte werk is het w r aardoor Christus in kracht kon en mocht opstaan. En daar moeten we dan ook ten diepste het geheim zoeken van de opstandingskracht van Christus: het is volkomen volbracht. En dat op en rond Pasen een rijke bron van troost: God vraagt niets meer van Christus. En God eist daarom ook niets meer van al degenen die van Christus zijn.

Welnu, de apostel geeft hier te kennen dat het er hem om begonnen is in zijn leven om die Christus te kennen en om de kracht van Zijn opstanding te kennen. Christus in Zijn lijden, zeker. Christus die onze schuld verzoende en de zonde heeft weggedaan, o zeker. Hij raakt ons dierbaar in de nood van ons leven. We krijgen de Gekruisigde lief, oneindig lief. Maar die Christus leidt de Zijnen van Golgotha naar het geopende graf. En daar bij dat geopende graf, daar leert het geloof verstaan: hier is onoverwinnelijk leven ook voor mij bereid. Hier is eens en voor al het oude voorbijgegaan en hier zijn voor eeuwig alle dingen nieuw geworden. Dat is het heil van het feit van Pasen.

De Christus in Zijn lijden, in Zijn dood, pleegt onder ons genoeg aandacht te krijgen. Maar daar mogen we niet bij blijven staan. Wat méér is, getuigt Paulus op een andere plaats (Rom. 8, 34), die ook opgewekt, of beter vertaald met: Die ook de Opgewekte is.

Ons kennen van Christus is vrucht van Zijn opstandingskracht. Als er iemand tot geloof komt, als de boeien van zonde en schuld gebroken worden, als de blinddoek van ongeloof en onkunde in je leven wordt weggenomen, is dit enkel en alleen de vrucht van deze opstandingskracht van Christus. Hij-is die Zich doet kennen als degene die de dood ook in ons leven weet te overwinnen. Hij doet ons wedergeboren worden tot. een levende hoop door Zijn opstanding uit de doden.

En wat is nu Paulus' begeerte? Wel, niets anders dan Christus zó te mogen kennen. Daarvoor heeft Hij alles over. Daartoe is Hij in zijn leven ook van Christus gegrepen. Daarom acht Hij alle dingen schade en drek, om de uitnemendheid van deze kennis. Om Hem heeft Hij alles als vuilnis willen loslaten, .alles wat hem voorheen gewin was. Alles waarop hij leunde en steunde. Hij heeft het alles leren verachten terwille van de kennis van Christus in de kracht Zijner opstanding.

Maar nu hij van die kennis weten mag, is hij daarmee niet klaar. Want hij weet in zich de macht van de zonde en van de dood. Als hij het goede wil doen, ligt het kwade hem bij. En daarom is het zijn bede: dat ik Hem steeds meer, steeds dieper mag leren kennen. Steeds dieper ook het dynamiet, de kracht van Christus' opstanding. Om op de been te blijven in de strijd tegen de zonde. Om de oude mens met Zijn begeerlijkheden terneer te werpen. En dat kan hij niet in eigen kracht. Zijn kracht is immers niets,

zijn kracht doet het hem steeds verliezen. Alleen de kracht van Christus' opstanding houdt hem staande. En daarom hebben we die opstandingskracht nodig om van dood levend gemaakt te worden. Maar diezelfde kracht blijft nodig om voor de Heere alleen te leven. En dat is wat de Heidelberger het twee nut van Christus' opstanding noemt: door Zijn kracht worden we opgewekt tot een nieuw leven. Dat is maar geen eenmalige gebeurtenis in ons bestaan. Maar een doorgaande werkelijkheid van dag tot dag. Waar het leven van Christus ons wordt bekend gemaakt en w^aar we door Woord en Geest tot nieuw leven worden gewekt, daar zijn we met dat beginsel van nieuw leven niet klaar. Nee, we worden ons ganse leven door wedergeboren, vernieuwd, veranderd en dat vindt plaats door het geloof in Christus, door het steeds meer kennen van Hem, door het. al inniger en dieper met Hem verbonden geraken, door al meer en meer uit Hem te gaan leven, zo worden we aldoor door Christus' opstandingskracht die ons bestaan doortrekt, opgewekt tot een nieuw leven.

Opstandingskracht! Wat hebben we die nodig in het leven des geloofs. Wie vindt niet menigmaal in zichzelf duizend noden en evenzovele doden? Wat kan ons hart als een graf zijn, ook na ontvangen genade. Kil en doods en geesteloos. Om dan maar steeds weer Hem nodig te hebben en te vragen: Christus, openbaar maar dagelijks in mijn hart. de kracht van Uw opstanding. Laten we niet berusten in onze dodigheid, in onze onvruchtbaarheid voor de Heere. Laten we er ons niet bij neerleggen als we maar zo weinig en zo schaars vruchten der bekering voortbrengen. Paulus legt er zich niet bij neer. Maar het drijft Hem uit tot het gebed: dat ik Hem kenne èn dat ik de kracht van Zijn opstanding mag kennen. Christus te kennen, dat is het leven en al het andere is de dood. In de kracht, van Zijn opstanding komt de dood er onder en bloeit het leven open.

En dat leven is te noemen een stervend leven.. Want zo leren we die opstandingskracht kennen. Door met Christus te delen in Zijn lijden. De opstandingskracht van Christus wordt u gewaar in uw leven in de gemeenschap met Zijn lijden. Daarover verder een volgende keer.

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1984

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De kracht van Zijn opstanding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1984

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's