Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vol van wijn of vol van de Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vol van wijn of vol van de Geest

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is. Maar wordt vervuld met de Gees sprekende onder eikander met psalmen en lofzangen en geeste lijke liederen, zingende en psalmende de Heere in uw hart. Dankende te allen tijd over alle dingen God en de Vader, in de Naam van onze Heere Jezus Chris tus; elkander onderdanig zijnde de vreze Gods." Efeze 5 : 18-21

1. Signaal

De tekst spreekt van dronkenschap. 'Wordt niet dronken in wijn'. Bedrinkt u n aan de sterke drank. Dat is een heel concrete vermaning. De zonde wordt bij de naam genoemd. Nu staat die dronkenschap natuurlijk niet op zichzelf. Het is een symptoom van het duistere leven dat in de heidense stad Efeze geleid werd. De apostel Paulus schrijft aan de gemeente van Christus in die stad: het zijn de werken van de duisternis, het is een nachtleven. Hetgeen heimelijk van hen geschied, is schandelijk ook te zeggen. Dat betreft niet alleen Efeze. Dat geldt heel de wereld in dit laatste der dagen. Daarom leest u in vers 16: 'De tijd uitkopende daar de dagen boos zijn'. Dat wil zeggen: een christenmens moet alert zijn en op z'n qui vive, nuchter en waakzaam en de gelegenheden aangrijpen om de Heere te dienen en: zo anderen nog tot inkeer te brengen en tot bekering op te roepen.

In dit signalement van de tijd die boos is, past de vermelding van de dronkenschap. We moeten wat Efeze betreft niet alleen denken aan de ordinaire dronkenschap', maar ook aan de gecultiveerde dronkenschap. Dat laatste wil zeggen dat men er een apart tintje aan gaf, door het religieus te kleuren.

In de dienst van Bacchus of Dionysos, de god van de wijn, paste het overdadig wijngebruik. We kennen nog het woord 'bacchanaal', dat is een zuip-en slemppartij. Zo kwam men in een roes die voor extase en geestvervoering werd aangezien. Via dronkenschap kreeg men kontakt met de godheid en werd men boven de grauwe alledaagse werkelijkheid uitgetild.

t; Kijkt u er vreemd tegenaan? Pas op, dit heidendom is veel dichterbij dan u en ik - vaak denken. We dienen te weten dat alcoholisme in het Nederland van heden opnieuw een volksziekte is geworden. Vroeger werd er gedronken uit bittere armoede, vandaag is het een welvaartsverschijnsel. De - drank is een statussymbool geworden. In in hoe hoger kringen we vertoeven, des te meer komt de fles op tafel. Niet alleen in armoedige bars, maar ook op parties en dure recepties wordt misbruik gemaakt van alcoholica. Inmiddels is één op de twintig Nederlanders alcoholist. Onder de schoolgaande jeugd is het alcoholgebruik ontstel-iet lend groot. Nieuwe ziektebeelden ontstaan en speciale klinieken moeten worden opgericht.

Alcohol staat overigens niet alleen. De duivel heeft nog meer pijlen op zijn boog. Of hij een mens nu door overdadig drankgebruik, door 'stickies' of door kettingrokerij verslaafd houdt, zal hem een zorg zijn. Naast alcoholisme vertonen ook de geslachtsziekten een enorme uitbreiding. Intussen stijgt de kriminaliteit, de misdadigheid, zeker ook onder de jongeren. Triest signalement van onze tijd! Alarmerend signaal van Gods Woord! 'Wordt niet dronken in wyn!'

De dagen zijn boos. De god dezer eeuw heeft de zinnen verblind. Op allerlei manieren, via reclame, radio, t.v., via alcohol, drugs of sex, via de jacht naar geld, eer, status, brengt hij de mensen in een roes, in een diepe doodsslaap. Wijlen ds. G. Boer schreef eens: , , De beneveling door deze zaken doet niet toekomen aan de zielsdoorborende vraag: hoe ben ik rechtvaardig voor God? Dan leven we in fijne of grove vorm uit de ethiek van het genot, maar niet uit de ethiek van God." Het gemis aan de Geest van God trachten we te compenseren met zogenaamde 'geestrijk vocht'.

Achter dit signaal steekt een signalement. Waarom grijpt iemand naar de drank? Voor de gezelligheid of vanwege de gelegenheid. Of om even de zorgen op zij te zetten en nog een beetje fleur aan het leven te geven. Of om te vergeten. Om aan de doelloosheid en de zinloosheid te ontsnappen. Want je bent werkloos of je zaak gaat failliet of je huwelijk is kapot of je wilt alleen maar stoer doen en doorzakken. Maar in vele gevallen is er één antwoord dat de kern raakt. Wij mensen zijn God kwijt. Wij hebben onszelf leeg gezondigd. Er is een gapende leegte in ons hart die met de hele wereld niet te vullen is. Ergens is er een onrustige stem van ons geweten. Diep in ons hart weten we dat we niet kunnen sterven zoals we geboren zijn.

Maar we willen er niet bij stil staan dat we sterven moeten. We willen ons niet realiseren dat we de Rechter van hemel en aarde gaan ontmoeten. Iedere gedachte aan dood of eeuwigheid moet door de roes verdreven worden. Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij!

Inderdaad, de dronkenschap is slechts een symptoom. De diagnose heeft de apostel in Efeze 2 al gesteld. Dood door de misdaden en de zonden! Van nature kinderen des toorns. Geen hoop hebben en zonder God in de wereld.

Maar in deze wereld van ontbinding en ongebondenheid werkt God, daar vergadert Christus Zijn Kerk! En zo is daar in Efeze een gemeente van Christus. In haar kern is deze gemeente met God verzoend, zij kent de gemeenschap met Christus en zij heeft de Heilige Geest ontvangen! Kernachtig staat het te lezen in Efeze 5 : 8: Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere — wandelt als kinderen des lichts".

Ziet u? Ze hadden kennis aan ellende, verlossing en dankbaarheid. En nu wordt aan déze gemeente, deze gelovigen, deze oprechte christenen en kinderen van God, de vermaning gericht: 'En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is...'

Is dat nog nodig? Bekeerde mensen waarschuwen voor dronkenschap? Ja, want ook na ontvangen genade zijn we nergens te goed voor en de zonde ligt altijd weer aan de deur van ons hart, zoals een sluipmoordenaar in een hinderlaag! Maar dronkenschap mag niet vóórkomen in de gemeente Gods. Geestelijke nuchterheid en waakzaamheid verdraagt zich niet met de onheilige roes van de alcohol. Nu kan iemand vragen: moet een christenmens dan geheelonthouder zijn? Had die dominee geen gelijk die in z'n kerk-

bode schreef dat God Zijn kinderen wel een goede sigaar gunt? En Paulus zelf die Timothëus aanraadde toch ook wat wijn te gebruiken als hartversterking? Komen we niet terecht in een doperse wereldmijding van 'raak niet, smaak niet en roer niet aan...? '

Dat zijn natuurlijk allemaal steekhoudende opmerkingen. Ik spreek ze niet tegen. Maar toch laten we letten op het signaal van onze tekst! Laten we oppassen dat ook op onze bruiloften en verjaardagen de drankfles niet te veel rondgaat. Laten we niet te gauw denken dat wij zulke sterke benen hebben dat we de weelde zonder moeite dragen kunnen. Laten we ook eens wat meer denken aan de 'alcoholzwakken' onder ons, de gewezen alcoholisten, voor wie zelfs een druppel fataal kan zijn en die we dan ook niet in verleiding mogen brengen!

We kunnen ons beroepen op de vrijheid van de christen. Maar laten we dan ook ernstig onderzoeken of er nog énige vorm van verslaving is in ons leven. Als u van het één of andere genotmiddel niet af kunt, als u een bepaalde verkeerde gewoonte niet los kunt laten, dan zit er wat scheef in uw leven, dan is daar een terrein waarop Christus geen heerschappij mag voeren en dan ligt daar een oorzaak waardoor de Geest bedroefd en tegengestaan wordt!

'En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is.' Dat signaal hebben we ons allen ter harte te nemen. Want overdaad schaadt. Maar dat woordje 'overdaad' is eigenlijk een nog veel te zwakke vertaling. Letterlijk staat er 'reddeloosheid'. En zo: bandeloosheid. Maar de christen is geroepen nuchter te zijn en matig, als een vreemdeling en reiziger, die Gods gaven met dankzegging mag gebruiken - maar niet misbruiken. Nu volgt op dit waarschuwend signaal een positief appèl.

2. Appèl

'Maar wordt vervuld met de Geest'. Vol worden. Want in God is een onmetelijke volheid. 'In God is een oceaan'. En uit de volheid van Christus ontvangen we ook genade voor genade. De Heilige Geest is de Geest van de vervulling. Hij is in ons leven nog niet tot Zijn doel gekomen wanneer er in ons hart maar een plaatsje is ingeruimd voor God de Vader en voor Christus... Neen, Hij wil ons helemaal doorwaaien en vervullen.

Nu kunnen wij de Heilige •Geest ontvangen hebben en de Geest kan in ons wonen — en dan zijn we christenen nietwaar? We hebben een levendige smart over onze zonden, we belijden ootmoedig en oprecht onze schuld voor de hoge en heilige God, we hebben de Heere Jezus nodig en liefgekregen als onze Zaligmaker, we verlangen Hem te dienen en tegen de zonde te strijden...

Nu, dat is niet weinig! Als w r e maar eenmaal zóver zijn, dan is het wel goed. Maar wacht eens, luister nu eens, de apostel schrijft: maar wordt vervuld met de Geest! Er is méér te ontvangen. Zijn er nog duistere nissen en kelders in uw levenshuis? Zijn er nog hardnekkige zonden die van tijd tot tijd de kop opsteken? Is er nog plaats voor hoogmoed, voor liefdeloosheid? Kunt u nog opgaan in ijdele en vergankelijke dingen als geld, goed, huis, auto, eer, schoonheid, populariteit? Onderzoek u zelf nauw, ja zeer nauw. Want dan bent u nog niet vervuld met de Geest! 'Maar moet een mens dan volmaakt worden? Dat zal hij toch nooit bereiken? ' Zeker, maar we hebben te staan naar de volmaaktheid. Paulus zei: 'ik jaag er naar of ik het ook grijpen mocht.' Letten we er op dat we in onze tekst niet te maken hebben met een vrome wens. Er staat niet: 'och, mocht u nog eens vervuld worden met de Geest'. Neen, er staat een imperatief, een gebiedende wijs: Wordt vervuld met de Geest! Nog scherper vertaald: 'Vult uzelf met de Geest!' Niet dat wij over de Geest beschikken kunnen. Maar Christus heeft Hem wèl in alle volheid aan Zijn gemeente ter beschikking gesteld. De Geest spuit als een fontein omhoog in de kerk. Als u dan in het geloof een mond hebt om te drinken, en als u in het geloof een vat hebt om te putten, komt dan en drinkt, put dan dagelijks uit de volle stromen van de Geest en wordt van dag tot dag meer vervuld met de Geest.

Het komt maar aan op uw geloof. Het komt maar aan op het opzien tot Christus, de Koning van de Kerk. 'Die alles in allen vervult.' (1 : 23).

Wordt vervuld met de Geest! (Vraagt u nog hóe — leg dan de parallel-tekst Kol. 3 : 16 er maar naast, waar we lezen: Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid...' Vervulling met de Geest is vervulling met het Wóórd. Houdt aan in het lezen. Onderzoek de Schriften. Wóón in het Woord en het Woord zal in u wonen.

En dan is daar al hetgeen u vindt in de verzen 1.9 — 21 als van God gegeven middelen om vervuld te worden met de Geest: — sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende en psalmende (N.V. jubelende) de Heere in uw hart. Daar hebt u de zegenrijke werking van het geestelijk lied. Het zingen met blijdschap van Gods grote daden. Het loflied op Christus met hart en mond. Wat een zegen wanneer we in de gemeente en in de gezinnen zó met elkaar mogen samenstemmen en elkaar mogen vermanen en troosten door het geestelijk gesprek en het geestelijk lied.

Een appèl op de gemeente van Christus: laat op uw bruiloften, verjaardagen en visites de stemming niet beheerst worden door het 'geestrijk vocht', maar door de Geest van God.

— dankende te allen tijd voor alle dingen Gd en de Vader, in de Naam van onze Heere Jezus Christus. De dankzegging baant immers de weg voor nieuwe zegeningen. Door ondankbaarheid, ontevredenheid en ongenoegen slibben de kanalen van de Geest dicht in ons leven. Maar op de leerschool van de Geest leren we dankend leven, niet alleen in vóór-maar ook in tegenspoed. De Geest legt in ons leven een ondertoon van dank, die zelfs in de diepste klaagpsalmen nog mee blijft klinken.

— elkander onderdanig zijn in de vreze Gods (of: in de vreze van Christus). Nog een weg om vervuld te worden met de Geest. Ootmoed — dienende ootmoed. De Geest stroomt naar de diepste plaatsen. Waar de bodem het diepst ligt, is de rivier het volste.

Wordt dan zo vervuld met de Geest! En mocht u of jij de Heilige Geest nog helemaal niet ontvangen hebben, dan wordt u in ons tekstwoord niet direkt aangesproken. Het is immers een appèl op Gods Kerk. Toch wordt u wel indirekt aangesproken. Want ook u kunt niet buiten de Heilige Geest. Dat zou betekenen dat u in de duisternis en onder de toorn van God voor eeuwig te gronde gaat! Maar de meesten van u of jullie is de Geest beloofd in de Doop. En voor ons allen is Hij beschikbaar op het gebed.

'Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden; Christus zal over u lichten'. En smeek om de Geest, totdat je het geluid van de Geest hoort in je leven en je onweerstaanbaar gedreven wordt als een verloren zondaar tot Christus. En dan begint het pas goed. Want dan geldt ook u en ook jouw appèl: Wordt vervuld met de Geest!

3. Contrast

Tenslotte zetten we ze nog eens scherp tegenover elkaar: 'geestrijk vocht' of de Geest van God. Vol van wijn of vol van de Geest. Op de Pinksterdag werd al gespot: 'zij zijn vol zoete wijn.' Maar Petrus gaf ten antwoord: 'Want dezen zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt...'. Neen, hier was geen sprake van onheilige dronkenschap. Wèl van heilige 'dronkenschap'. De 'dronkenschap' van psalm 36: , Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Daarom nemen de mensenkinderen toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen. Zij worden dronken van de vettigheid van Uw huis; en Gij drenkt hen uit de beek van Uw lieflijkheden.'

Dat is échte vreugde! Dat is het ware enthousiasme. En daar kun je nóóit teveel van hebben. U ziet het in onze tekst: bij de dronkenschap van de wijn wordt gezegd 'waarin overdaad is' (reddeloosheid, bandeloosheid). Bij de vervulling met de Geest staat dat er niet bij. De bekende Jonathan Edwards zei het terecht: 'in wijn bestaat onmatigheid, maar men kan nooit tè vol zijn van de Geest'. Er is ook altijd een dorsten naar meer. Naar steeds voller zekerheid van het geloof, naar steeds ruimer vrijmoedigheid in het getuigen. Het gaat om een dagelijks drinken uit de fontein, zodat er ook een fontein van levend water komt in ons en we anderen mogen doorgeven wat we zelf kregen.

Wanneer de Bacchanten zich vol gedronken hadden, gingen ze ter 'ere' van de wijngod lallend de straat op. Ook bij de vrouwen

waren de tongen losgemaakt en zonder enig schaamtegevoel joelden en krijsten ze hun dronkemanstaal uit in het openbaar. Zie daar nu tegenover de Heilige Geest die ook onze tongen losmaakt, zó dat we elkaar bemoedigen en opbouwen in het geloof, zó dat we zingen tot eer van God.

Wie dronken is van wijn houdt slechts een kater over. Dankzegging kent hij niet, want als de roes voorbij is, is de ellende en de leegte groter dan ooit. Maar Gods Geest leert ons leven bij de goedertierenheden van God en leert ons onze zegeningen te tellen en zelfs in de nacht van ons leven lofzangen te zingen voor onze God.

In onze tijd zijn velen bezig met een ego-trip. Het gaat hen om de zelfverwerkelijking. Onze tijd is de tijd van de ik-cultuur. 'Opkomen voor je zelf', dat is de leuze. Maar een intense eenzaamheid is het resultaat. Mensen leven steeds meer langs elkaar heen en ieder is zichzelf het naast. Door drank, drugs en losgeslagen sexualiteit zijn huwelijken kapot gemaakt en gezinnen uiteengerukt. Maar zie daar tegenover de Geest van God. Hij sticht gemeenschap. Hij zet een eenzame in een huisgezin, in de warmte van de gemeente des Heeren. 'Elkander onderdanig in de vreze Gods', in de navolging van Christus. Als het goed is kennen we als gemeente dan ook de voorbede voor de verslaafden en ontspoorden, een uitgestoken hand, een open hart en een open huis.

Als de wijn is in de man, is de wijsheid in dc kan. Als de Geest is in de man, is er hemelse wijsheid in de man. Hij of zij is niet verslaafd, maar waarlijk vrij. Wie kiest o verdwaasde! voor het leven de dood? ! Wordt dan niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.

J. H.

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Vol van wijn of vol van de Geest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's