KLEINE KRONIEK
Prof. Jonker op de Conferentie van de Confessionele Vereniging
Enkele weken geleden hield de Confessionele Vereniging haar jaarlijkse Conferentie. Eén van de sprekers was prof. dr. H. Jonker. Zijn thema luidde: „De opstelling van de kerk in een geseculariseerde wereld". Prof. Jonker poneerde in zijn lezing dat de Kerk in haar geschiedenis steeds tussen twee klippen door heeft moeten varen. Aan de ene kant was er de klip van de verinnerlijking. Aan de andere kant de klip van de veruiterlijking. Bij de veruiterlijking verliest de Kerk haar geheim. Bij de verinnerlijking raakt de kerk de wereld kwijt. Als voorbeelden van het gevaar van de verinnerlijkging noemt prof. Jonker de namen van Geert Grote (deze overleed dit jaar 6 eeuwen geleden) en Thomas a Kempis, schrijver van het bekende boek Imitatio Christi (= navoI u ging van Christus). Doel van deze verinnerlijking was begrijpelijk als reactie tegen veruiterlijking in de kerk van die dagen, maar men vergat dat God niet alleen maar het innerlijke van de enkeling op het oog heeft doch ook de wereld lief heeft'. Bij veruiterlijking wijst prof. Jonker wat onze tijd betreft op het messianisme die een verbastering is van het Evangelie. Op de politisering en vermaatschapelijking van het Heil. Het evangelie van Jezus Christus wordt ingewisseld voor een politieke ideologie. Er zijn in de recente tijd protestacties geweest tegen deze veruiterlijking b.v. in Het Getuigenis van 1971.
Welnu, als deze beide klippen vermeden dienen te worden, wat dient dan wel de vaarroute van de Kerk te zijn, zo vraagt prof. Jonker zich af. We zitten in onze tijd als Kerk helemaal vast in de polarisatie. Voorbeelden: men richt zich helemaal op dc gemeente of helemaal op de wereld. Het voorwerp van de prediking is óf de verborgen omgang óf de Rijksprediking voor de wereld. Men legt zich bij het establishment neer of stelt zich maatschappij-kritisch op. Deze polariteit verscheurt, aldus prof. Jonker, de kerken op een geweldige manier. Hoe doorbreken we deze volgens hem valse tegenstellingen? Welke vaarroute dient de kerk te kiezen? Prof. Jonker geeft daar dan dit antwoord op en ik citeer het nu volgende fragment uit de lezing die afgedrukt staat in het orgaan van de C.V. het Hervormd Weekblad van 21 juni 1984.
Opstelling van de kerk in een gesaeculariseerde wereld
Prof. Jonker: „Ik meen dat het antwoord gezocht moet worden in de prioriteitenlijst van de levensvraagstukken waarvoor de Kerk in haar praxis wordt geplaatst. Wat gaat voorop, wat volgt?
Men onderscheidt de vraagstukken wel eens naar een drieërlei niveau. Er zijn vraagstukken op micro-niveau, daaronder verstaat men de persoonlijke levensproblematiek; vraagstukken op het meso-nïveau. daaronder verstaat men de intermenselijke problematiek; en vraagstukken op makro-niveau, daaronder verstaat men de grote wereldvragen van dc internationale politiek. Mijn stelling is dat de prioriteitenlijst voor de kerkelijke praxis moet luiden: mikro-problematiek, meso-problematiek en makro'-problematiek en wel in deze onomkeerbare volgorde.
Het eerste „Anliegen" voor de kerkelijke praxis is gewerkt en blijft ook voor de toekomst de mikro-problematiek met andere woorden; de persoonlijke levensproblematiek. Wij gaan niet uit van de verinnerlijking. We gaan wel uit van het innerlijke, het bijzondere. En wat is nu dat innerlijk? In de eerste plaats het innerlijk Gods, het hart van God vol van zondaarsliefde, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon overgegeven heeft in de dood, ja de dood des kruises. Dat is niet een vanzelfsprekendheid, dat is het blijvende wonder.
Het tweede is het innerlijk van de mens. Het innerlijk van God richt zich op het innerlijk van de mens. Dat is de Waarheidsrealisering van de heilsopenbaring. Ik heb daartoe drie motieven: een bijbels motief. U ontslaat mij om de veelheid van bijbelplaatsen te noemen waaruit deze Godsrelatie tot de mens blijkt, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. De openbaring van God is persoonlijk. Tua res agitur, het gaat om uw zaak, om uw leven. Daaruit volgen de kwesties rondom wedergeboorte, bekering, geloven, rechtvaardiging, heiliging, verwachting, hoop. De Schrift heeft een gang van de kern naar de Umwelt, van het bijzondere naar het algemene. In de tweede plaats een confessioneel motief. Dat blijkt uit de
belijdenisgeschriften, die zeer antropologisch zijn opgesteld.
Misschien komt de wereld er wat te weinig in tot uitdrukking, daarop kan evengoed critiek geoefend worden, maar de inzet is bijbels. In de derde plaats een apostoiair motief. De opstelling der Kerk in een gesaeculariseerde wereld. Die wereld is thans vertechniseerd en verrationaliseerd. In de vorige eeuw werd de ratio verheerlijkt en stond men paf ten aanzien van allerlei natuurwetenschappelijk uitvindingen. Tegenwoordig heeft men geen hoge pet meer op van die technocratische vooruitgang. Vooral de jongere generatie wil terug naar het eenvoudige, het minder-techni 1 - sche leven, naar de natuur. Zij voelt meer dan de ouderen een vacuüm aan en zoekt dit te vullen door de mystiek, de oosterse mystiek. Beter dan de oosterse mystiek geeft een bevindelijk, persoonlijk belijden en prediking de antwoorden.
Vanuit de mikro-problematiek komt de mesoproblematiek aan de orde. Het gaat niet alleen om eigen persoonlijk leven, maar ook om de naaste, de medemens. In die intermenselijke relatie wordt het persoonlijk leven pas verdiept. We behoeven hiermee niet: veel te argumenteren. De grondwet, die Christus uit het Oude Testament ophaalt, is de liefde tot God en de liefde tot de naaste. Niet alleen in het officiële diakonaat der Kerk, maar ook in acties en groeperingen, die vanuit het persoonlijk belijden uitgaan, zien wij activiteiten ontstaan om daadwerkelijk iets te kunnen doen aan de hongerige, verdrukte en uitgebuite tijdgeno 1 - ten. Diakonia is een wezenlijk onderdeel van de liturgie. Dit diakonaat aan mensen door mensen ligt: gefundeerd in de diakonia Gods aan mensen.
En van de mikro-en meso-problematiek komen wij tot de makro-problematiek der internationale politieke wereldsituatie. Echter, deze politieke en maatschappelijke situatie is niet het uitgangspunt van waaruit de kerkelijke praxis wordt beoefend. het uitgangspunt is Gods hart, is Zijn heilsopenbaring, zij is wel de ruimte waarin, het front waartegen de praxis worde verricht. Deze wereld is gesaeculariseerd, d.w.z. ze zegt neen tegen Gods openbaring. De wereld worde vanuit Gods openbaring met een zeker wantrouwen beschouwd, ten spijt van alle goed-bcdoelde humanistische theorieën over haar en vanuit haar.
De kerk dient in dit gewoel der wereldgeschiedenis een zeer zelfstandige onafhankelijke en tegelijk bescheiden plaats in te nemen. Ze kan alleen pastoraal, begeleidend bezig zijn, omdat haar grondslag en doelstelling niet worden erkend." Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld, zegt Christus en Johannes tekent „de wereld" in haar Gode vijandige gestalte. Meer dan de wereldverbeteraars heeft de Kerk oog voor de grillige realiteit van de wereldgeschiedenis. Daarin is de Kerk tot en met realist. Zij stelt in geen enkele politieke macht vertrouwen, ze wil alleen pastoraal begeleiden. Zij leeft vanuit Gods Waarheid der heilsopenbaring, maar zij heeft tegelijk oog voor Gods onnaspeurbaar handelen in de geschiedenis. Gods onnaspeurbaar handelen in het persoonlijk leven van de mens loopt parallel met Gods onna*speurbaar handelen in de wereldgeschiedenis. Een geschiedenis, die vol is van politieke compromissen en historische toevalligheden. Daarom begeleidt ze slechts pastoraal en profetisch en gaat ze niet op de stoel van de overheid zitten. De beslissingen ten aanzien van internationale politieke verwikkelingen laat zij aan de regering over en zij heeft geen recht de regering onder druk te zetten, te meer niet daar wij in Nederland onder een regering mogen leven, die blijk geeft in beginsel een horend oor te hebben, voor de stem van het Evangelie. Dat ligt in andere landen wel anders. In het grillige spel der atoombewapening heeft de Kerk duidelijk haar stem laten horen, zij late nu de regering vrij in haar eigen verantwoordelijkheid haar weg te gaan in de wildernis van de internationale politiek en zij bidt haar wijsheid toe bij haar beslissingen."
Tot zover de woorden van prof. Jonker als zijn antwoord op de vraag naar de vaarroute van de Kerk tussen de klippen door van verinnerlijking en veruiterlijking. Een antwoord dat getuigt van evenwichtigheid die in onze dagen vaak zo ver zoek is. Ik weet niet of het gehoord zal worden, maar ik vind wel dat het dat verdient.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's