Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geest der gebeden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geest der gebeden

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. En Die de harten doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. Romeinen 8 : 26-27

1. Geestelijke bidders

Het gebed is het voornaamste stuk van de dankbaarheid. Het is ook het voornaamste stuk van de religie: het eerste van de religie, waar een mens bij zijn komst in de wereld kennis mee maakt. Voordat een mens wat van de bijbel leert voordat hij met de kerk bewust in aanraking komt, leert hij bidden, reeds in zijn prilste jeugd. En het laatste, wat een mens op zijn sterfbed aan religie doet, is het gebed. Dat is zo, in het algemeen gesproken! In het geestelijke als het werkelijk christenen betreft, is ook het gebed het eerste begin van het geestelijke leven: „Zie hij bidt!" En het is bij een ware christen ook zo, dat zijn laatste woord een woord tot God is. Denkt u maar aan Stefanus!

De Heilige Qeest wordt in de Schrift genoemd de Geest der genade, en hand in hand daarmee ook de Geest der gebeden. Bidden is puur geestelijk werk. Men vouwt wel zijn handen, men sluit wel zijn ogen, men buigt wel zijn knieën, maar daarmee is ook al wat een mens doet ter zijde gesteld, In het gebed richt een mens zich geheel, met ter zijdestelling van alles, op de God, Die men aanroept. Bidden kan men niet gedachteloos doen. Bidden is zwaar werk. Wat heeft men niet op te beuren tot God, Die in de hemel woont: Zichzelf, zijn ziel en zijn lichaam, zijn wel en zijn wee: de Zijnen zijn verwanten, zijn vrienden, zijn vijanden zelfs, zijn bezit, zijn werk, zijn moeiten, zijn vreugden, zijn zonden. Bidden is heel zwaar werk. Bidden is geestelijk werk. En hoeveel keer hebben wij niet te bidden per dag: behalve de geregelde gebeden voor en na het eten, voor en na het slapen gaan, en dan nog bijzondere noden en moeiten en werkzaamheden. Daar moet veel strijds gestreden zijn, daar moet veel gebeds gebeden zijn, daar moeten heil'ge zeden zijn, Zo wilt hierna in vreden zijn. — En dan nog het geestelijke bidden: als de zonde u benauwt, als u uw staat voor de eeuwigheid gaat wegen, als u onbekeerd bent, als u voelt dat u voor God moet verschijnen, als u geen God voor uw ziel hebt, en ook geen Borg voor uw ziel hebt. Dan komen die dingen, waar u van nature geen oog, geen oor, geen hart voor hebt. Wat hebt u dan de Geest der gebeden nodig, Die u om dingen leert vragen, die u niet hebt, die u niet kent, en die u toch het éne nodige worden. — Als u zich ooit zwak en hulpbehoevend voelt, dan is het dan! Dan verstaat ge: „Leert Mij, arme dwaas, hoe dat ik bidden moet."

Bidden, dat kan alleen de Heilige Geest u leren. En van die Geest zegt onze tekst „dat Hij onze zwakheden mede te hulp komt." En dan krijgt zo'n bidder of zo'n bidster al méér nodig om te léren bidden. Geestelijk te bidden. De tekst zegt immers voorts „Want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort."

En dat zegt nu niet een buitenstaander, die de eerste beginselen, ook van het gebed, nog moet leren. Maar dat zegt hier Paulus in dit diepe hoofdstuk 8 van de Romeinen. En dat schrijft hij aan die diep liggende gemeente der Romeinen. Wij weten niet wat wij bidden zullen, wij weten niet, hoe wij bidden zullen, en wij weten niet hoe wij bidden zullen gelijk het behoort.

Het gebed moet komen in de oren van de HEERE Zebaöth! De God van hemel en aarde! Die omgeven is van Zijn engelen en van de zegevierende kerk: al de profeten en al de Apostelen.

Lezers: Als er toch niet een vóórbidder naast Hem zat: onze Heere Jezus Christus! En als er toch niet in die ware bidders een aanvuurder woonde: de Heilige Geest, er kwam niets van terecht.

Wij weten niet, wat wij bidden zullen! En wij weten niet hóe wij bidden zullen als het hoort. Als er toch niet een heilige Bidder was Die gebeden gaf in de harten der bidders, er kwam niet één gebed voor Gods troon! En als er niet een grote Voorbidder was, die naast God in de troon zat, onze Heere Jezus Christus, er kwam niet één gebed tot God voor Zijn troon! — Maar nu zeggen de ware bidders, één en allemaal: „De Geest Zelf bidt voor ons." En in dat ons zijn begrepen allen die vol zwakheden zijn, allen die niet weten wat zij bidden zullen en die niet weten hóé zij bidden zullen, gelijk het behoort — maar die allen weten ook van die Geest, Die hun zwakheden mede te hulp komt.

2. De Geest der gebeden

Van die Geest, Die tegelijk is de Geest der genade en der gebeden (die twee in één adem) lezen wij in onze tekst twee dingen:

a. dat Hij onze zwakheden mede te hulp komt,

b. dat die Geest Zelf voor ons bidt met onuitsprekelijke zuchtingen.

Voor ons, zeggen al die geestelijke bidders, voor ons, zeggen al die mensen, die niet weten zelfs, wat zij bidden zullen, en die ook niet weten zelfs hoe zij bidden zullen gelijk het behoort.

De Heilige Geest kan bidden, dat beloof ik u. Tot de Vader! Vóórbidder is alleen de Heere Jezus! Dat is de enige Hogepriester, Die daar altijd leeft om voor ons te bidden. En dat voor ons correspondeert met dat ons van de bidders. Zwakke bidders, maar bidders.

En wat is dan het onderscheid tussen het vóórbidden van de Heere Jezus en het bidden van de Heilige Geest? Jezus bidt daar in de hemel vóór, de Heilige Geest bidt voor hen, zegt vers 26, maar dan in die zin, dat dit bidden in hen, in de bidder is: In hun zwakheden komt Hij hun te hulp — als zij niet bidden kunnen, zoals het behoort, dan bidt Hij in hen.. De Geest ontdekt ze aan hun zonden en aan hun gebrek, schrijft de geboden binnen in hun hart, bidt in hen, zoals het wèl behoort en bidt dan vanuit hun diepste noden — dus een zeer grondig gebed. En dan gaan zij bidden: al die bidders. Wie het niet wisten te doen, die het niet wisten te doen gelijk het behoort, gaan het nu doen en daar krijgt u al die kostelijke gebeden, die zelfs in de bijbel zijn aangetekend, bijvoorbeeld in de Psalmen en bij de tempel inwijding en in het Nieuwe Testament van allerlei heilige bidders. Elke psalm is eigenlijk een gebed.

Zoals de Heilige Geest alle woorden en daden van God en de Heere Jezus heeft geinspireerd bij de heilige bijbelschrijvers, zo heeft de Heilige Geest de bidders geïnspireerd om te bidden tot in de diepste noden en tot in de hoogste vreugden, gebeden uit de diepten en lofverheffingen tot in de hemelen. Wilt u weten hoe diep en hoe hoog die gebeden van de bidders door de Geest Waren? — „Onuitsprekelijke zuchtingen!"

Wat die bidders niet onder woorden konden brengen, hoe groot en hoe veel hun zonde was, waarover zij alleen maar zuchten konden — dat. waren vaak hun diepste gebeden, dat leerde ze de Heilige Geest. Ook Jezus heeft gezucht, zelfs Jezus heeft gezucht. En aan de andere kant: de hoogste gebeden, de dank-en lofverheffingen kan men doorgaans ook niet onder woorden brengen. Dat. zijn de onuitsprekelijke dingen; de liefde Gods, de barmhartigheid van Christus, de heiligheid van de Heilige Geest en het geloof door de liefde bloeiende: daar hebt u de onuitsprekelijke dingen, die de Heilige Geest in de harten werkt en inlegt. Dat is een liefde, die de Geest hier binnen wekt en werkt, die sterker is dan de dood. Vele wateren zullen de liefde niet uitblussen. Daar zal een eeuwigheid voor nodig zijn, om daarvoor God te danken en te loven. Daarom zal de Heilige Geest, de zeven Geesten Gods, daar in hun volheid eeuwig rusten op al de bidders, die daar lovers en dankers zullen zijn.

'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen. Uw waarheid t' allen tijd vermelden door mijn reên. Psalm 89 : 1.

3. Naar de Geest getoetste gebeden

En Die de harten doorzoekt, w r eet welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt."

God doorzoekt de harten van Zijn heiligen. Hoewel God alles ziet en alles hoort en dus alles weet, doorzoekt Hij toch de harten van Zijn heiligen. En nu niet op zoek naar zonden of gebreken, want Hij ziet geen zonde in Jacob en geen overtreding in Israël. Dit volk toch is een heilig volk, een geheiligd volk, een volk van heiligen. Zij hebben vergeving van zonden ontvangen, zij zijn rein gewassen in Jezus' bloed en geheiligd door Zijn Geest. Dit zoeken Gods. dit doorzoeken is een bevredigd zoeken, een zoeken ter verlustiging. Deze rein gewassenen zijn de bruidsgemeente van de Heere Jezus, de lust in Gods ogen, de vreugde, de verheuging van Zijn ziel. Al wat aan Hem, aan de Heere Jezus is, is gans begeerlijk, maar ook al wat aan Zijn heiligen is, is gans begeerlijk. Jezus zegt van Zijn bruidsgemeente: , , Gij zijt schoon, Mijn liefste. Mijn duive, als de dageraad, schoon gelijk de maan, zuiver ais de zon, als die opgaat in haar kracht."

Alzo in het Hooglied, op velerlei manieren. Evenveel lust nu vindt God de Vader in Zijn volk. Daarin bewondert Hij de reinigende werken van Zijn Zoon, de Heere Jezus, maar daarin verlustigt Hij Zich ook in de heiligende werken van de Heilige Geest. Dat nu vinden wij hier in Romeinen 8 : 27. „En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt."

Heiligen dat is toewijding: daarin worden de onderscheiden gaven in Gods gemeente bij elk der leden gewijd aan God, aan de Heere Jezus, maar ook aan elkander. Zij leven, al Gods kinderen, zij leven Hem, de Vader en de Zoon: ieder met zijn eigen aard, met zijn eigen gaven en zij leven ook elkander, zodat die verscheidenheid van gaven, in al hun veelheid en in al hun rijkdom, aan het geheel ten goede komen. En dat doorzoekt, dat doorschouwt Hij in elks hart, wat dat, wat die voor God en de Zijnen bezit, voor God en de Zijnen aanwendt en gebruikt.

Dat beziet God in de harten der Zijnen. Hij vindt het zo schoon, omdat die aanwending, dat gebruik der gaven uit de harten voortkomen. Het Wordt zo met hart en ziel gedaan, zo van harte.

God ziet daar niet alleen de goede werken, de goedhartigheid van Zijn volk, van Zijn christenen in, maar Hij ziet er ook werken van de Heilige Geest in. En de Geest heeft met elk gebed, dat men voor elkander doet, met elke voorbede Zijn eigen bedoeling, Zijn eigen mening. Als christenen voor elkander bidden, zo helpend, meedragend bidden, dan is de Geest daarin, met een eigen doel, naar de rijkdom van Zijn genade. Zo rijk als de-schepping is: de plantenwereld, de dierenwereld met al hun soorten, zo rijk is ook de mensenwereld met al zijn soorten, met al zijn veelvuldigheid, zo rijk is ook de Heilige Geest in al Zijn genadebedelingen, zo rijk is ook het gebedsleven in al de Zijnen, het gebedsleven in zijn vragen, in zijn behoeften, maar ook in zijn lof-en dankzeggingen. In elk gebed, in elke dankzegging heeft de Heilige Geest Zijn eigen mening, Zijn eigen bedoeling. En nu doorzoekt God de harten van al die bidders, om naar de rijke, de menigvuldige bedoelingen des Geestes te verhoren. Op Geestesgebeden geeft God ook schatten van geestelijke gaven. En zo is Hij de grote Hoorder der menigvudige en der veelkleurige gebeden. De aarde is daar al een blijk van en de hemel zal daar eenmaal eeuwige lof voor oogsten.

R.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1984

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De Geest der gebeden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1984

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's