Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hetlezen van de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hetlezen van de Bijbel

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn Voorwoord geeft Dr. van Bruggen, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Hogeschool, Broederweg te Kampen een korte uiteenzetting van zijn bedoeling met dit boek. Hij wil de exegeet inleidend oefenmateriaal aanreiken om het Woord van God, in overeenstemming met dit W'oord zelf, te vertellen naar de gemeente èn naar de tijd toe waarin wij nu leven. Zelf zegt hij van deze poging , , De bijbel is echter belangrijker dan de inleiding in het lezen ervan."

Het is een boek voor theologen bestemd en houdt zich hoofdzakelijk bezig met de hermeneutiek, ofwel de regels voor de exegese. Van Bruggen breekt voorts een lans voor de klassieke betekenis van de hermeneutiek, al wil hij aan de nieuwere vulling en^an niet voorbijgaan.

In de vier hoofdstukken behandelt hij achtereenvolgens: De bijbel als leesboek; Aspecten van het lezen; De reikwijdte van de .profetenwoorden en Hoe oud is het Oude Testament. (Bijlage).

De auteur houdt zich strikt aan de be-

*) Htt lezen riiyi de Bijbel, door L^r. J. v. Bruggen. Uitgeversmaatschappij J. H. Kok - Kampen, 198J, geb., 187 pag. Prijs f 27, 50. lijdenis in de gereformeerde traditie dat de bijbel volop en voluit kanoniek is. Hij legt op drie zaken alle nadruk: De eenheid van de Auteur; De Bijbel is Gods openbaring (p. 13); De eenheid van inhoud en doel (p. 14) en de eenheid van het boek (p. 15).

Alles scherp en duidelijk omlijnd aangegeven. De scherpe, bijbelse markering kenmerkt verder het hele boek. Afgewezen wordt de moderne interpretatie-exegese waarvan een heldere schets wordt gegeven (p. 15 —17). Over de tijdgebondenheid, waar zoveel over te doen is in onze dagen, zegt hij: de stelling dat alle waarheden tijdgebonden zijn verteert zichzelf. Laat ons wachten: er zal een tijd komen dat ook deze stelling tijdgebonden blijkt. Of is deze stelling nu als enige wèl eeuwige waarheid.? "

Zo scherp mag het geloof in de Schrift m.i. spreken. Tegenwoordig wordt de vraag nogal eens gesteld, waarom de bijbel als boek voor vele mensen geen betekenis meer heeft. Van Bruggen antwoordt „het is te beschrijven als een gevolg van de betekenis-toedekkende arbeid van de Schriftkritische exegese.

Deze exegese heeft het lichaam van de Schrift in vele ledematen uiteengerukt: dan is het geen wonder dat de stem niet meer spreekt en de hand niet meer uitgestoken wordt!" (p. 18).

In het vervolg van hoofdstuk 1 schetst Van Bruggen de juiste leesregels voor het verstaan van de Schrift, die hij samenvat in de konklusie dat dit verstaan altijd vanuit de kleinste, binnenste cirkel zich beweegt naar de wijdere cirkels. Tot aan de grens: het geheel van het boek (p. 26).

Deze uitspraak herinnerde mij aan de regel die ons als studenten door de Oud Testamenticus prof. dr. A. S. van der Woude te Groningen op het college exegese O.T. is ingeprent. Duidelijk confessioneel bepaald is Van Bruggens opvatting over de inspiratie van de Schrift. „De bijbel heeft slechts één Auteur, de Geest van God. Het verwerpen van het idee van , , mechanische inspiratie" leidt echter nog niet tot zo'n organische inspiratie, dat de bijbelschrijver nu een faktor wordt naast God." (p. 28).

Hij stelt ook dat exegese niet in strijd moet komen met het geloof. We zullen het goed op ons moeten in laten werken als Van Bruggen opmerkt: „Het lijkt nu alsof menselijk formuleren, een buiten de tekst gelegen werkelijkheid, hinderlijk en beperkend wordt opgelegd aan de lektuur van de bijbel. Dit is echter schijn. De confessie weerkaatst slechts het licht van de Schrift. Wie in de pas wil blijven met de bijbel, moet ook in de pas blijven met de confessie" (p. 30).

Het is verkwikkend in deze tijd zulke dingen onder ogen te krijgen, niet om bevestigd te worden in onze mening, maar vanwege dc verbondenheid in het Woord van God en in de belijdenis der vaderen. Om nog eens de woorden van de auteur te gebruiken „wij lezen in gemeenschap der heiligen". Dat is de meest vruchtbare luisterhouding die de bijbellezer past. We hebben het over bijbels geloof, als een geloof dat ons van de vaderen is overgeleverd, en we snijden die band nimmer ongestraft door.

De feiten tonen dit onmiskenbaar aan.

In het volgende onderdeel van hoofdstuk 1 worden we gewezen op de belemmeringen bij de exegese, waarvan de voornaamste is dat men de bijbel „alleen maar leest als een tijdgebonden produkt van vroegere generaties... en achterhaalde en moeilijk meer te handhaven geloofsuitspraken van vroeger". Hij noemt het , , een onjuiste en verziekte stelling" dat teksten uit een vroegere tijd automatisch tijdgebonden zijn. Zo gaat men met buitenbijbelse teksten van b.v. filosofen ook niet om. Dat moet men dus met de bijbel ook niet zo doen. Al is niet te ontkennen dat veel in de bijbel aanwezig is, dat bepaald is door de tijd waarin de bijbel is ontstaan. Op het een en ander gaat Van Bruggen uitvoerig en duidelijk in (p. 30 — 33) en belicht hij voortreffelijk de verhouding tussen tijdgebondenheid en het tijd bepaald-zijn van de bijbel.

De Auteur van de bijbel, de Heilige Geest is tevens de Gids, en het gebed om de verlichting met de Heilige Geest blijft bij het lezen van de Schrift een éérste vereiste. Aan het slot van dit fundamentele en principiële hoofdstuk vinden we een uitstekende leesproef over Psalm 69.

Hoofdstuk 2 behandelt aspeklen van de exegese, die u moet lezen om er de grote waarde van te begrijpen. Aan de hand van verschillende voorbeelden, die een schat van exegetisch materiaal bevatten, trekt Van Bruggen drie forse lijnen, en wijst op de vaststelling van de tekst, de studie van de tekstoverlevering en de waarde van een eigen vertaling, die het noodzakelijk maakt dat de exegeet zelfstandig moet kunnen omgaan met de grondtalen (p. 63). Wie het Woord van God heeft te bedienen dient een schatgraver te zijn in de Schrift. We moeten de woorden van de tekst wegen, de zinnen aftasten, de tijd van de tekst in de uitleg betrekken, de historische en literaire kontext overwegen, de stijl van diverse bijbelboeken mee laten spreken, ons inleven in de situatie van schrijvers en lezers van de Bijbel, en de exegese op de juiste manier trachten toe te passen. Een hele opgaaf, teveel voor één mensenleven, maar genoeg orn onze handen vol te hebben bij de juiste voorbereiding voor de preek.

Gedegen en leerzaam is het hoofdstuk over , , De reikwijdte van profetenwoorden" waarin een parallel wordt getrokken tussen de opvattingen van Marcion in de tweede, en de modern bijbelkritische wetenschap in de twintigste eeuw, en dit met de stukken wordt aangetoond (p. 110 v.v.). De bladzijden die Van Bruggen wijdt aan de letterlijke of „geestelijke" uitlegging van de profetie met betrekking tot het volk Israël, geven zijn zeer evenwichtige zienswijze weer op de problematiek waarmee wij in onze tijd proberen klaar te komen, en brengen hem tot de conclusie „dat allen die in Abrahams grote Zoon geloven, door het geloof ook zaad van Abraham zijn en delen in de belofte. Alles wat dus in de profetieën aan , , Abrahams zaad" is toegezegd, geldt allen die in Christus geloven, eerst de Jood en ook de Griek". Persoonlijk vind ik dit een duidelijke afbakening die ons behoeden wil voor het gevaar van de „twee-wegen leer", waar veler exegese van de beloften aan Israël toe leidt of mogelijk toe kan leiden.

Aan de hand van een exegetisch exposé over Rom. 11 : 25 — 32 wordt dit duidelijk onderbouwd en komt Van Bruggen tenslotte tot een niet-nationale uitleg. Of met deze laatste opmerking alles gezegd is, is de vraag, maar het spoor dat Van Bruggen trekt is lang niet vaag. Geweldig vind ik de uitspraak: De waarheid van het christelijk geloof wordt bevestigd door de oude papieren van de profeten" (p. 130). Daarmee bevindt Van Bruggen zich op de reformatorische lijn waarin vastgehouden wordt aan de eenheid van het Oude en van het Nieuwe Testament.

Lezenswaard zijn ook de bladzijden 133 — 137, waar hij de typologie behandelt en spreekt over hun voorbeeldwaarde, daarmee tegelijk het terrein van de allegorische exegese afgrenzend, door bijvoorbeeld Gal. 4 : 24 v.v. geen allegorische vervluchtiging van historische personen, maar typologische doorlichting van de geschiedenis en haar betekenis te noemen. Evenzeer waardevol is de weg die Van Bruggen wijst voor de exegese van de gelijkenissen; zijn raad: Gelijkenissen behoren te worden geëxegetiseerd zoals ze ons textuee] zijn overgeleverd en in de context waarin de Heere ze ons heeft overgegeven in de evangeliën" (p. 151) zou ik een gulden regel willen noemen. Aanbevelenswaardig voor ieder die geroepen is op de wijze van de Schrift de Schrift uit te leggen. Een regel die maar al te dikwijls terzijde gelegd wordt, en dan worden de gelijkenissen carricaturen, om niet te zeggen rariteiten, gespeend aan elke eerbied voor Gods Woord, kortom: nlegkunde van de slechtste soort. Laten we ons nimmer laten verleiden om te zeggen wat men graag van ons wil horen, maar laten we de gemeente gewennen aan het horen naar het „alzo zegt de Heere". Verder krijgen we van Van Bruggen vier regels mee (p. 157): . Begrijp de beelden; b. Proef de beeelden; c. Zoek het opvallende in de gelijkenisverhalen en d. Vergelijk het beeld met de bedoelde zaak.

Het laatste hoofdstuk van Van Bruggens boek behandelt de vraag: Hoe oud is het Oude Testament? Daarin zet hij uiteen hoe de canon tot stand is gekomen, waarin hij, op grond van de historische gegevens, tot de konklusie komt: „dat er geen concilie of synode valt aan te wijzen waar deze canon (de hebreeuwse) door menselijke beslissing zou zijn afgebakend", (p. 174). Een konklusie die getuigd van belijnd belijden.

Als u het geheel van deze boekbespreking op u laat inwerken, dan kan ik me voorstellen, dat velen van de lezers er niet goed mee uit de voeten kunnen, en nu niet direkt dit boekwerk zich zullen aanschaffen. „Te

moeilijk" zal men zeggen. Ik begrijp dat. Toch is het wel eens goed dat we iets van de worsteling aanvoelen, waarin de dienaren van het Woord week aan week (behoren te) staan. De tijd aan het onderzoek van Gods Woord besteed zal de gemeente ten goede komen tot haar opbouw in het allerheiligst geloof. Vindt u dit artikel voor de , , gewone" lezer te pittig, leg het dan weg. Maar houdt het wel bij de hand. Herlees het nog eens. Mogelijk vermenigvuldigen zich uw gebeden rondom uw dienaren, die het Woord Gods niet te koop dragen, maar zoeken te verkondigen. De verlichting met de Heilige Geest overtreft alle commentaren. Als we maar bedenken dat geen profetie van eigen uitlegging is, en dat we acht geven op het Woord van God, als een licht schijnende in een duistere plaats.

Verder is cr veel in dit boek dat voor de belangstellende lezer èn het in de bijbeluitleg geïnteresseerde gemeentelid, de moeite waard is om er kennis van te nemen. Tenslotte, laten zij die arbeiden in het Woord en in de leer er hun winst mee doen en het resultaat van hun luisteren naar de Schrift ten goede komen aan de gemeente, die gebouwd moet worden op het fundament van het allerheiligst geloof.

Het was niet mijn bedoeling deze bespreking in de vorm van een artikel onder uw aandacht te brengen. Dat dit toch gebeurd is bewijst van hoe groot belang ik deze bijdrage van prof. dr. Van Bruggen acht. Ze liet langer op zich wachten dan de bedoeling was, maar de belangrijkheid van dit boek kan er op die manier nog maar eens extra door onderstreept worden.

K. a. Z.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Hetlezen van de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's