Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Evangelie zuiver houden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Evangelie zuiver houden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gelijk ik u vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven, als ik naar Macedonië reisde, zo vermaan ik het u nog, opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren, noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen, welke meer twistvragen voortbrengen dan stichting Gods, die in het geloof is. Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart en uit een goed geweten en uit een ongeveinsd geloof." 1 Timotheüs 1:3 — 5

blijven in Efeze

Paulus herinnert Timotheüs aan de afspraak indertijd gemaakt bij Paulus' vertrek naar Macedonië. We hebben hier waarschijnlijk niet te denken aan Paulus' eerste komst in en vertrek naar Macedonië, maar aan een later gaan naar deze landstreek. Timotheüs moest in Efeze achterblijven omdat er binnen de gemeente van Efeze nogal wat afwijkingen in de leer voor kwamen. Het Evangelie dreigde niet zuiver gehouden te worden. En daarom, Timotheüs, je kan daar niet weg. Er ligt nog steeds een opdracht voor je. Deze opdracht: opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren. We weten dat Paulus enkele jaren met grote zegen heeft mogen arbeiden in Efeze (Hand. 19). De tegenkanting van de zijde van de Joden is echter groot. Ook hebben bijgeloof en toverkunsten velen onder de bewoners van de stad in de ban. Dit leverde nogal wat gevaar op voor de doorwerking van het Evangelie in deze stad.

Na de aanvankelijke zege van het Evangelie op velen in Efeze, blijkt dat Paulus later grote zorgen heeft gekend om de gemeente Gods in deze stad. Als hij op zijn terugreis naar Jeruzalem langs Efeze reist en de ouderlingen der gemeente spreekt, komen er zorgvolle woorden uit zijn hart en mond. „Want dit weet ik dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die

de kudde niet sparen. En uit uzelf zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich." (Hand. 20 : 29-30).

Welnu, omdat Paulus dit voor zich ziet, moet Timotheüs _in Efeze achterblijven. En dat is nog altijd nodig. Er is nog steeds geen reden voor Timotheüs 0111 Efeze te verlaten. Dat Paulus dat hier met zoveel nadruk zegt, komt wellicht omdat Timotheüs het wel wil. Misschien wel vanwege zijn vreesachtige aard die de strijd niet langer aankan. Hij verlangt naar de nabijheid van Paulus en wil uit Efeze weg. Niets ervan, wil de apostel zeggen met zijn brief, , , gelijk ik u vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven, als ik naar Macedonië reisde, zo vermaan ik het u nog..." - «-

waarom?

De reden is, hoorden we al, dat Timotheüs verschillende (ambtsdragers) in de gemeente voortdurend moet vermanen geen andere leer te leren. Een andere leer. Dat is niet alleen maar de leer anders. Maar de éne leer weg en een andere er voor in de plaats. Plet is maar niet een kwestie van accent, van toonaard, maar van een andere grondslag. Een halve waarheid is een hele leugen. Een andere leer. Elders schrijft de apostel: die een andere leer brengt, die zij vervloekt. Dat heeft niets te maken met onverdraagzaamheid, maar alles met het éne en eeuwige Evangelie van Jezus Christus. Een ander Evangelie is er niet, een andere leer bestaat er niet. Daartoe moest Timotheüs nog in Efeze blijven. Het kostte hem kennelijk moeite, zelfverloochening. Maar de leer, het Woord, het Evangelie is het waard, is onze moeite waard. Ach, onze moeite, wat zou het? Christus' moeite om het Evangelie tot stand te brengen, die betrekt ons mede in de moeite die de leer van vrije genade altijd achter zich aansleept omdat het Evangelie niet is naar de mens.

We willen zo graag een andere leer. Een leer die met ons mee praat en mee denkt. Die ons overeind houdt, ons in onze waarde laat. Maar een leer die ons veroordeelt en God verheerlijkt willen we niet of we nu rechtzinpig zijn of vrijzinnig. Een andere leer. Paulus geeft watTEfeze betreft in enkele woorden aan waaruit die andere leer o.a. bestaat. Hij heeft het over „zich beseven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen". Eindeloze fabels letterlijk mythen en geslachtsrekeningen. Moeilijk is het precies weer te geven waar de apostel op doelt. „Veelal denkt men aan Joodse Haggada, uitbreidingen van, vertellingen naar aanleiding van de oudtestamentische geschiedenissen, hier dan speciaal van de oorsprongsverhalen, vanwaar de Joden hun afkomst en stamboom afleidden". (H. Ridderbos).

Er bestaat een apocrief boek (Jubileeën) waarin de hele geschiedenis van Genesis in een bepaald rekenkundig kader wordt gezet en met allerlei legendarische toevoegingen en aanvullingen uitgebreid. In bepaalde Joodse kringen hield men zich ook graag bezig met het uitpluizen van geslachtsregisters. Kennelijk doelt Paulus op zulk soort literatuur. Godsdienstige bedenksels, naar het leek diepzinnige beschouwingen die echter de aandacht van het Evangelie aftrokken. En een al te grondig ingaan op al deze redeneringen leidde de gemeente af van de grond des geloofs. Eindeloze fabels en geslachtsregisters. Een vorm daarvan kom je soms nog tegen. Op verenigingen of kringen kunnen mensen soms zo eindeloos doorzagen en doorvragen op bijzaken uit een bepaald bijbelgedeelte. Onnodig veel tijd gaat ermee heen. De eigenlijke zegen van het Schriftonderzoek verdwijnt. Verder zou je ook kunnen denken aan allerlei fantastische berekeningen betreffende de eindtijd, invullen van profetieën die sommige mensen zomaar bij de hand schijnen te hebben. Vormen die het zicht op de kern van de boodschap vertroebelen, die mensen tegen elkaar op stang jagen en de zegen wegnemen. Paulus heeft er niet zoveel goede woorden voor: „...welke meer twistvragen voortbrengen dan stichting Gods die in het geloof is". Twistvragen of haarkloverijen of spitsvondigheden. Paulus geeft met dit woord aan dat hij er niet veel voor geeft. Hij verwacht er ook niet veel opbouwends van. voor de gemeente. Veel geharrewar en gehakketak, veel onvruchtbaar gediscussieer. Het stelt uiteindelijk niets voor en het brengt de gemeente van de hoofdzaak weg naar-allerlei bijzaken. En mede daarom is het maar niet iets onschuldigs. Nee, het neemt de gemeente mee op wegen die van God afvoeren. Het sticht niet, het bouwt niet op, het stelt niet onder de leiding Gods. Waar de gemeente bij het Woord leeft, in de rechte leer staat en ernaar leeft en handelt wordt haar bestaan gekenmerkt door geloof. \

Hier reikt de apostel als het ware het enige criterium aan waar het in alle kerkelijke arbeid om dient te gaan: het geloof der gemeente. Is al wat we doen in prediking en pastoraat, in catechese en jongerenwerk bruikbaar in de hand Gods om jongeren en ouderen tot Christus te brengen en bij Hem te houden en te bewaren. Bruikbaar in de zin van: gericht op en bepaald door. Is het daar ons om begonnen, is dat de motivering van heel onze inzet? Het geloof der gemeente Gods. Dat ze in dat geloof mag staan en staande mag blijven? Het geloof als werk van de Geest door het Woord alleen. En lopen we ook vandaag in ons kerkelijk leven niet soms het gevaar dit centrum, dit centrale wat uit het oog te verliezen en ons met bijzaken onledig te houden. Bijzaken die we er bij halen waardoor de hoofdzaak versluierd raakt. Nee, dat hoeven geen eindeloze fabels en geslachtsrekeningen te zijn vandaag. Maar wel een heleboel drukte vaak waardoor dienaren van het Woord de rust nauwelijks meer vinden om de Schriften te onderzoeken, ambtsdragers soms hijgend van de ene vergadering naar de andere samenkomst lopen, gemeenteleden opgejaagd worden om vooral daar en ook daar te zijn om geen gezichtsverlies te lijden onder de zogeheten meelevenden. Dient het alles nog het geloof der gemeente? Veel wel, maar niet alles zondermeer. Timotheüs krijgt de opdracht om de 'huisbezorgers Gods', zoals ambtsdragers in het Nieuwe Testament soms zo treffend worden genoemd, daar op te wijzen.

het einde des gebods

„Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart en uit een goed geweten en uit een ongeveinsd geloof." In deze woorden wordt nader uiteengezet wat Paulus zoëven bedoelde met de woorden dat de opbouw der gemeente gelegen is in het geloof. Het gebod betekent hier niet de wet in de zin van bijv. de tien geboden. Maar gebod is zoveel als: dc opdracht namelijk der leidinggevenden in de gemeente. Het woord hier met 'gebod' vertaald wil zoveel zeggen als: instructie, opdracht, aanwijzing. Het woord met 'einde' vertaald wil zeggen: doel. Dus, het doel van de ambtelijke opdracht, doel van alle arbeid binnen de gemeente dient te zijn: liefde uit een rein hart. Niet toevallig is het dat op andere plaatsen in het Nieuwe Testament van de Wet Gods ook wordt gezegd dat haar vervulling dat wil zeggen het bereiken van haar doel gelegen is in de liefde. Het christelijk vermaan heeft geen ander doel dan de Wet Gods: de liefde. Wie het Nieuwe Testament kent, die weet dat er geen twijfel over mag bestaan dat steeds als doel van het leven van een christen wordt gezegd dat het de liefde is. De liefde en het leven in de liefde is het totaal nieuwe waarin de gelovige is gaan leven en door de Heere is gebracht.

En alle arbeid in de gemeente dient daar op gericht te zijn want het doel van het vermaan is: liefde. En daar worden dan nog eens drie dingen van gezegd en bij gezegd. Om te beginnen: die liefde dient op te komen uit een rein hart. We weten dat het (hart in de Bijbel gezien wordt als het centrum van heel de mens. Uit het hart komt alles voort. Een rein hart. is de bede van David als hij de vuilheid van dat hart heeft ontdekt. Schep in. mij een rein hart. Dat is het voortdurende gebed van elke gelovige. Een rein hart. Dat is een hart dat oprecht en zonder bijbedoelingen de Heere dient.

Liefde uit een rein hart. Het tweede is: liefde uit een goed geweten. Ge-weten of medeweten. Veelal bedoeld als „de zedelijke zelfbeoordeling van de mens" (Ridderbos). Een christen weet zich in zijn handelen betrokken op Gods wet als norm. Zijn band aan Christus en het door Hem volbrachte werk is maatstaf en norm voor al wat hij doet. Een goed geweten. Wat is goed? Goed is wat goed is voor God in en vanwege Christus. Een goed geweten is dus niet wat wij er vaak mee bedoelen: ik ben me van geen kwaad bewust. Maar een geweten dat steeds leeft van de heiligende kracht van Christus' bloed door de Heilige Geest. En tenslotte: uit "een ongeveinsd geloof. Èen geloof dat geen dubbele bodem kent of er een dubbele boekhouding op na houdt. Oprecht, zuiver, zonder schijnheiligheid. Een geloof dat hangt aan God alleen, dat leeft van Christus' genade alleen, dat een werk is van de Geest. Een geloof dat nimmer hoog opgeeft van zichzelf, maar roemt in vrije gunst alleen.

Samenvattend: doel van alle christelijk vermaan binnen de gemeente is de liefde. Èn die liefde voldoet aan een drietal criteria: een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof. Het komt vooral op de waarheid en de oprechtheid van een en

ander aan. Geen schijn, die bedriegt. Geen onoprechtheid want daar zakken we doorheen. Alle arbeid binnen de gemeente Gods zij daar nog altijd op gericht. Dat is het doel dat we in het oog dienen te houden. Dat is Gods instructie aan allen die in Zijn dienst mogen staan. Onze bede zij voortdurend: maak ons getrouw en bouw Uw gemeente tot dit doel door U gesteld.

J. M.

W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het Evangelie zuiver houden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's