Het licht der wereld

Kerstfeest in de tropen. Juist in deze hete maand december, waar het land ligt te schroeien onder de brandende zon en in grote delen van Afrika het spook van de honger rondwaart, mogen en moeten wij spreken van het Licht dat gekomen is in deze donkere wereld. Dan is het kerstfeest wel van alle romantiek ontdaan en sta je hier alleen met de boodschap die de engel ons brengt:

„Vreest niet, want ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker...".

Johannes in zijn evangelie verwoordt dat in diepe eenvoud: „En het Licht schijnt in de duisternis". Het wordt gesproken tot mensen, die op de aarde wonen. God spreekt zich volkomen uit in Zijn Woord; in Jezus Christus Zijn Zoon. Dat wil de evangelist Johannes zijn lezers ook doen geloven, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God. Hij is gekomen in deze donkere wereld, in het duister van ons bestaan om ruimte te maken voor zondaren die in het donker van de zonde leven en daarin volkomen zijn vastgelopen.

God maakt ruimte in de zending van Zijn Zoon. Is dit niet de kern van dit grote feest, dat God in Christus naar ons is toegekomen!

God, met ons lot bewogen, toont Zijn barmhartigheid. Zijn hart wordt ons geopenbaard. God heeft Zijn Zoon in deze wereld gezonden, opdat de wereld door Hem zou behouden worden. Mensen, wonend in de duisternis — en dat verkozen wij zélf — mogen dit blijde evangelie horen. Waar ook ter wereld, overal mag het uitgebazuind worden: Het Licht is in de wereld gekomen! „Ik ben het Licht der wereld" getuigt Christus. Welnu, daar is de zendingsprediking vol van. Het Licht dezer wereld is reddend verschenen. Christus alleen geeft echte redding.

In het zendingswerk zijn wij ons er terdege van bewust, dat er zovele andere noden en zorgen zijn waar wij niet omheen kunnen en mogen gaan. Ik zal u de hartverscheurende taferelen besparen welke je tegenkomt hier in Afrika wanneer je bijvoorbeeld huisbezoeken bij de mensen doet. Wat een nood op sociaal en medisch gebied. Het moeten vechten iedere dag weer om eten te krijgen voor je gezin, kinderen die sterven, daar er in de wijde omtrek geen medische hulp voorhanden is; dat zijn beelden, wanneer neer je er mee geconfronteerd bent, welke je nooit meer loslaten. Wat heerlijk, dat deze diakonale taak van de zending onlosmakelijk verbonden is met de bediening van het Woord op het zendingsterrein.

Maar het alles bevrijdende, reddende is door Jezus Christus alleen. Waar Hij niet wordt gepredikt blijft alles ten diepste uitzichtloos. Is het zijn zonder God en Zijn genade niet een diepte van ellende, dat veel groter is dan de nood der tijden. En wat leven er op deze aarde niet een mensen zonder Christus. Buiten het Licht, zonder hoop, als in een vicieuze cirkel waar ze vanuit zichzelf niet meer uit komen. Is er dan heerlijker werk denkbaar om deze Christus te prediken als de Zaligmaker der wereld. De kerstboodschap komt in de nacht. Wat is er bevrijdender te horen, dat God naar ons toekomt, dat de duisternis wordt overwonnen.

Het Licht der wereld is reddend verschenen en dit garandeert ons, hoe donker het ook mag zijn in ons leven, dat niets in de weg staat voor Christus om ons uit het donker over te zetten in het Licht. Hij heeft zich vernederd tot de dood des kruises. Voor Hem ging de zon onder op Golgotha, van God verlaten, in de diepste duisternis.

In het laatste der dagen klinkt Zijn stem: Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve" (Joh. 12 : 46).

Roepen tot dit Licht, tot Hem, Die ons lokkend nodigt, zie dat is de taak van de zending A.D. 1984 en voor de tijd die komt. In de zending van Zijn Zoon laat God ons zien, dat Hij ingaat op de gebrokenheid van ons bestaan. Dat de zonde de wortel is van alle ellende. Ook in de Derde Wereld. Ook nu, nu het nog mogelijk is, vraagt de zending om mensen, die „alom bekend maken" de reddende genade Gods in Christus. Om lichtdrager te zijn. En laten we dan maar niet bang zijn dat er te veel evangeliedienaren komen. God maakt er nooit te veel!

Zullen we daarmee, ieder persoonlijk en als gemeente, rekening houden om te beantwoorden aan de heilige roeping als lichtdrager te getuigen van dit Licht? Een goed woord te spreken van onze Heere en Zaligmaker, Dat maakt het feest uit. „U is heden geboren de Zaligmaker". Ontdaan van alle franje rondom het kerstgebeuren is dit het eigenlijke, voor deze w r ereld bestemd. Méér heeft God de wereld niet te zeggen. In Christus heeft Hij zich geheel uitgesproken. Buiten Hem is er geen zaligheid.

Dat is onze boodschap — evangelieboodschap — aan de wereld en als de wereld er „geen boodschap aan heeft", dan zal ze dit tot haar eigen schade ondervinden.

Het Licht der wereld. Christus' werk gaat door in deze adventstijd, totdat Hij komt op de wolken des hemels. De volken, die zalig worden zullen zich verheugen en in Zijn licht wandelen.

Totdat Hij wederkomt wordt des Heeren volk geleid, door het Licht, dat nu ontstoken is.

Wanneer u deze dagen zingt van dit Licht, zult u dan ook in uw voorbeden gedenken hen die ver bij u vandaan wonen, dat óók zij komen tot het Licht! Dat u mag belijden:

„... mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken. Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël".

Zo loven wij Hem, Die ons getrokken heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht, met allen, die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onze Heere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen