Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over Gods almacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over Gods almacht

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

Wc hebben de vorige keer gezien hoe het Bijbels getuigenis ons wil doordringen van de macht, de overmacht, ja de almacht Gods. Voor Hem is niets te wonderlijk en bij Hem is geen ding onmogelijk. Toch hoeft dat niet in te houden dat God nu ook alles doet. Of anders gezegd, dat Hij in alles de hand heeft.Wie belijdt dat Hij alle dingen machtig is, hoeft nog niet persé te belijden dat alle dingen direkt op God herleidbaar zijn. Het laat zich in dat geval nog indenken, dat er andere zelfstandigheden zijn, laten we maar zeggen machten die ook op eigen initiatief iets doen of in ieder geval kunnen doen.

We hoorden de vorige keer van de duitse geleerde Michaëlis dat het dogmatische begrip almacht eigenlijk wel de alwerkzaamheid inhoudt. Dat dan in tegenstelling tot de Bijbelse uitdrukking zoals die bijvoorbeeld voorkomt in Op. 4 vs 8. Er zit ook een zekere logica in de verbinding van beide. We kunnen ons nauwelijks iemand voorstellen die almachtig is en die ook niet alle dingen onder zijn controle heeft. Of, om een ander beeld te gebruiken in wie niet alle draden samenlopen. Het begrip almacht trekt haast onweerstaanbaar het begrip van de alwerkzaamheid naar zich toe.

Toch hoeft dat voor ons niet de laatste geldingskracht te hebben. Ongetwijfeld hebben we ons verstand gekregen om te gebruiken. God liefhebben, dat dienen we ook te doen met geheel ons verstand, Luk. 10 VS 27. Het woord verstand dat de Heere Jezus daar gebruikt is rijker van betekenis dan alleen maar logisch verstand, maar het hoort er wel bij. Maar dat verstand is niet het allerlaatste. Dat is de openbaring van God in Zijn Woord. Daarop willen we ons richten ook als het gaat over de vraag naar de werkzaamheid van God in alle dingen.

Vooraf zou ik nog eens willen wijzen op de aktualiteit van deze dingen. Niet minder dan de almacht Gods is ook zijn alwerkzaamheid vandaag aan de dag in het geding. In de ene publikatie staat de spits van de kritiek meer gericht op de almacht van God, in de andere meer op de alvverkzaam.heid, soms op beide. Wat de alwerkzaamheid betreft, heel bekend is het boekje van Harold S. Kushner met de suggestieve titel: Als 't kwaad goede mensen treft. Op de achterkant van de lle druk van de nederlandse vertaling, verschenen bij Ten Have in Baarn, kunnen we lezen dat het boekje in de Verenigde Staten sinds de verschijning al anderhalf jaar op de bestsellerlijst staat. En gezien het aantal herdrukken in zeer korte tijd in Nederland (juni 1983 eerste druk, november 1984 elfde druk) wordt het ook hier goed verkocht. Natuurlijk zegt de verkoop van een boek niet alles. Het „mee willen doen", het , , niet achter willen blijven" en het „zo'n boek ook gelezen moeten hebben om mee te kunnen praten" spelen daarbij ook een niet onbelangrijke rol. Toch kan het ook een aanwijzing zijn, dat een niet gering aantal mensen zich met deze vragen bezig houdt.

Kushner is rabbijn in de V.S. Hij hielp anderen die door allerlei nood en verdriet werden getroffen en probeerde ook te troosten, totdat het zijn eigen huis binnenkwam. Hem werd meegedeeld, dat zijn driejarig zoontje een ziekte had waaraan hij voor zijn vijftiende zou sterven. Toen ging de vraag naar het waarom van leed en smart voor hem pas goed wegen. Zijn boekje is het resultaat van wat hij in die jaren heeft ontdekt naar zijn eigen zeggen.

Een rode draad die door heel het boekje heenloopt, is de bewering dat God niet alles doet. Het kwaad dat ons overkomt moet heel vaak „gewoon" teruggebracht worden op tegenslag. De oorzaak van zo'n tegenslag is niet te achterhalen. Alles heeft geen zin en hoeft het toch niet persé te hebben ook.

En op een andere plaats schrijft Kushner: Sommige ongelukken worden gewoon veroorzaakt door pech. We mogen in ieder geval niet zeggen dat als iemand een hartaanval krijgt God er de hand in heeft. In wezen bestaat er volgens Kushner bepaald wel toeval. In hoofdstuk 3 van zijn boekje brengt hij dat in verband met de restanten van de chaos. De schepping moeten we ons niet zo voorstellen dat God uit niets iets geschapen heeft, maar dat God in de chaos, in het woeste en ledige van het bestaan ordenend te werk is gegaan en dat nog doet.

Kushners hoop is dat naarmate het bestaan voortduurt het zinloze en toevallige af zal nemen en de orde groter wordt. De grote vraag is dan natuurlijk waar die chaos, dat w^oeste en ledige eigenlijk vandaan komt. Vervallen we zo weer niet in het oude dualisme.? Het hele bestaan zou bepaald worden door twee beginsels, twee eeuwige beginsels dan wel te verstaan, namelijk dat van het licht en dat van de duisternis. Die beginsels voeren strijd. De hoon is dat het beginsel van het licht uiteindelijk zal overwinnen. Ook de kerkvader Augustinus is jarenlang onder de bekoring geweest van de logische kracht van deze gedachtengangen.

Maar we zouden luisteren naar de Bijbel. Dan krijgen we allerminst de indruk dat er iets buiten God omgaat. Als we eens even voorbijgaan aan het scheppingsverhaal, wordt ook uit andere Bijbelgegevens wel duidelijk hoe Gods hand in heel het bestaan is. Hoe schoon zingt psalm 104 niet van Gods heerlijkheid in de schepping. God spant de hemel uit als een gordijn. Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten. Hij heeft aan de wateren een grens gesteld. Hij bestuurt de regen en de wind, zorgt voor het voedsel van vee en mensen. De hemellichamen, de zeeën, ja alles ligt onder Zijn bestuur. En de psalmdichter vindt daarin alle reden om de HEERE te verheerlijken.

Zijn werken zijn groot. Hij heeft ze alle met wijsheid gemaakt. Wat de natuur aangaat zouden we elkaar ook nog kunnen wijzen op het getuigenis van o.a. psalm 29 en 33. En hoe indrukwekkend wordt ook Job niet geconfronteerd met de majesteit Gods als God Job antwoordt vanuit het onweer. Job 38 en 39. Het gaat Jobs begrip allemaal ver te boven en het is toch ook goed en schoon. Hoe kan Job dan denken dat hij de wegen Gods zou kunnen begrijpen.? Weet hij eigenlijk wel wie God is?

Niet anders dan met de natuur is het met

de geschiedenis. De geschiedenis van de volkeren. In de boven al genoemde psalm 33 lezen we: , , De HEERE schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen. Hij ziet vanuit Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde. Hij formeert hun aller hart." De profeten getuigen er telkens weer van dat de politieke geschiedenis niet wordt uitgemaakt door de grootmachten van hun tijd, maar door de HEERE. Die grootmachten zijn in Zijn hand. Hij gebruikt ze om Zijn volk te straffen of 'te redden. En als zo'n politieke grootmacht zichzelf verheft dan krijgt die op haar beurt met de HEERE te doen. Vergelijk bijvoorbeeld Jes. 45. En zoals het van volkeren geldt zo geldt dat ook van enkele mensen. De HEERE verhardde Farao's hart. In Spreuken 16 vs 9 lezen we de in dit verband wel heel kenmerkende uitspraak: Het hart van de mensen overdenkt zijn weg, maar de HEERE bestuurt zijn gang.

En zelfs de hemelse machten kunnen hier niet uitgezonderd worden. Het zijn krachtige helden die Zijn Woord doen, Ps. 103 vs 20. En in het sprekende hoofdstuk waarmee het boek Job begint merken we dat ook de satan niet buiten Gods wil om opereren kan. Dat wordt ook duidelijk uit de vergelijking van 2 Sam. 24 vs 1 en 1 Kron. 21 vs 1.

Uit het laatste blijkt tegelijk dat niet alleen datgene wat wij doorgaans positief waarderen maar ook het negatieve met God •te maken heeft. Met opzet formuleren we hier vaag en voorzichtig. Maar willen we zonder al te vlug ons oordeel uit te spreken over wat kan en niet kan luisteren naar de Bijbel, dan kunnen we niet onder een zekere verhouding van God tot het kwaad uit.

Amos 3 vs 6 laat aan duidelijkheid niets te wensen over: Zal er een kwaad in de stad zijn dat de HEERE niet doet? Niet anders betuigt Jes. 45 vs 7. Ook op Klaagliederen 3 vs 37 en 38 kan hier gewezen worden. Ook in het Nieuwe Testament komen we dit tegen. In Johannes 9 ontkent de Heere Jezus wel een rechtstreeks verband tussen de kwaal van de blindgeborene en speciale zonden van hem of van zijn ouders, echter niet dat God er de hand in heeft. Zo erkent ook Paulus in 2 Kor. 12 dat zijn doorn in het vlees, wat dat ook geweest moge zijn, van God afkomstig is. Het is dan ook bepaald geen uitschieter als we het zo zouden mogen noemen als Paulus in zijn rede op de Areopagus een woord van de griekse dichter Aratus aanhaalt: Want in Hem leven wij en bewegen wij ons en zijn wij.

Als we met dit alles ernstig rekening willen houden kunnen we niet anders zeggen dan dat niet alleen logisch, maar ook Bijbelse almacht en alwerkzaamheid verbonden zijn. Allerlei vragen doen zich dan natuurlijk voor. Hoe zit het bijvoorbeeld met de verhouding van Gods werk en ons werk? In welke zin kan er sprake zijn van menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid? We laten die vragen hier rusten. We constateren wel dat de belijdenis van de Heidelbergse Catechismus, dat ons geen ding bij geval, maar alles uit Zijn Vaderlijke hand toekomt geheel in de geest van de Schrift. Die vaderlijke hand is als zodanig alleen te kennen door het geloof in de Heere Jezus Christus. En dat is niet alleen een kwestie van kennen ook van verzoening die nodig is. Van huis uit staan wij tot God in een heel andere betrekking dan die van een vader en zijn kinderen. Wij zijn zondige mensen. Het is zeer de vraag of in boekjes als het bovengenoemde daar wel voldoende rekening mee gehouden wordt. Immers dan komen de accenten toch anders te liggen.

E.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Over Gods almacht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's