Belijdenis in een tijd van afval
In dalende lijn
Het gaat niet goed met de kerk. Althans, wanneer we letten op de verontrustende berichten in de krant. Vette koppen vestigen de aandacht op die berichten. „Daling ledental NHK zet door". „Hervormde Kerk kalft verder af". Dat pessimistische nieuws komt uit betrouwbare bron, namelijk van de „Statistiek NHK over het jaar 1983". De cijfers worden jaarlijks verzameld en gepubliceerd door het KASKI in Den Haag.
In 1983 „bedankten" 37.000 Hervormden. Tegenover 35.000 sterfgevallen stonden slechts 22.000 geboorten. Ook het percentage kinderen dat gedoopt wordt loopt jaarlijks terug. In 1972 was dat nog 18% van alle baby's, in 1976 nog 12%, en in 1983 werd de 10% niet meer bereikt.
Dan is er nog de steeds doorgaande vermindering van het kerkbezoek, terwijl het afnemende meeleven uiteraard ook blijkt uit de daling van de kerkelijke bijdragen. Kortom, de Hervormde Kerk is op z'n retour, en als de voortekenen niet bedriegen zal die tendens zich nog verder doorzetten.
Samen weg
Met „Samen-op-Weg", de toekomstige hereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken, wil het niet vlotten. Alle optimisme aan de top ten spijt blijkt deze beweging niet of nauwelijks te leven aan de basis. Behalve dan in plaatsen waar èn de Hervormde Gemeente, èn de Gereformeerde Kerk, een kwijnend bestaan leiden. Daar heeft men van de nood een deugd gemaakt door gezamenlijke diensten te houden en zelfs met z'n tweeën één predikant te beroepen.
De kerk is natuurlijk geen bedrijf. Maar wanneer in het bedrijfsleven twee zaken die niet zo goed meer lopen, gaan fuseren, daar worden ze in de regel niet gezond door...
En het is de vraag of twee kerken die te lijden hebben van de ontkerstening, gezond zullen worden door er één kerk van te maken.
Misschien is de naam van Fons Jansen voor onze lezers onbekend. Hij is een cabaretier die vooral de kerk(en) op de korrel neemt. Eén van zijn jongste uitspraken is: „Nieuwe kerkelijke trend: samen weg". Ds. Eduard Pijlman, die in TROUW van woensdag 20 maart deze uitspraak citeert, geeft er het volgende commentaar bij:
„De uitspraak stelt een vraag, je kunt wel samen op weg willen, maar komt het ervan? En: wat komt er dan van?
En het tweede: wordt deze aktie niet bedreigd en ingehaald door een ander proces, namelijk dat van de teruggang van het kerkelijk leven? "
Inderdaad, komt het ervan en wat komt ervan? Wanneer de hereniging tussen de beide grote protestantse kerken in ons land anno 2000 een feit moet zijn, wat zal er dan nog óver zijn van die twee kerken?
Tienduizend
Deze sombere berichen bereiken ons op het moment dat in vele gemeenten jonge mensen op het punt staan belijdenis te doen van hun geloof. En dat zijn er jaarlijks in onze kerk toch nog zo'n kleine 10.000! Nee, lang niet meer zoveel als vroeger, toen „lidmaat worden" behoorde bij het levenspatroon. En ook hun aantal wordt jaarlijks minder. Maar toch zijn het er nog bijna 10.000. Ondanks het feit dat er reeksen predikanten zijn die hun gemeente aanpraten dat belijdenis doen eigenlijk niet nodig is omdat het Heilig Avondmaal open dient te staan voor ieder die er behoefte aan heeft.
En ondanks het feit dat er zovelen zijn die geen verantwoordelijkheid meer willen dragen en terugschrikken voor wat ze moeten beloven...
10.00 mensen, merendeels jongeren, zien blijkbaar de kerk nog niet als een aflopende zaak en zeggen „ja" op de vraag of zij, naar de hun geschonken gaven willen meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus. We laten nu maar buiten beschouwing hoevelen van hen ook werkelijk een persoonlijke band aan Christus hebben en in hoeverre ze belijdenis doen met mond èn hart. We weten ook wel dat een gedeelte van hen in de toekomst toch weer zal verslappen en afhaken. Maar een niet te verwaarlozen aantal treedt toch toe tot de gemeente en wil er de schouders onder zetten. Dat is toch niet niets?
Nog veel goeds
Moeten we nu deze jonge mensen ontmoedigen door de verontrustende cijfers die de neergang van het kerkelijk leven aantonen? Zeker, we mogen onze ogen niet sluiten voor de ontkerstening en de saecularisatie, die helaas van binnenuit de kerk nog worden bevorderd. Het zou best kunnen zijn dat we dichtbij de tijd van de grote afval zijn gekomen. Maar we mogen de ogen ook niet sluiten voor het goede dat ons nog gelaten is. Wanneer de schrijver van het boek Kronieken de achteruitgang schildert onder koning Rehabeam — een periode die duidelijk minder was dan de tijd van Salomo — dan merkt hij bijna terloops op: „ook waren er in Juda nog goede dingen".
Mogen we, bij alle verval en afval, niet dankbaar zijn dat op vele plaatsen nog een prediking wordt gebracht naar Schrift en Belijdenis? Dat de behoefte aan die prediking zelfs opkomt in gemeenten die we misschien al hadden afgeschreven? Dat er in vele gemeenten nog twee keer een trouwe opkomst is en een grote offervaardigheid? En vooral, dat er nog duidelijke blijken zijn van de werking van de Heilige Geest?
Er is ook bij óns geen reden tot triomfalisme. Er is wel alle reden om de zegeningen op te tellen. Er is nog een Kerk waaraan de Woorden Gods zijn toevertrouwd. Bij die Kerk mogen we behoren en bij dat Woord mogen we leven.
De Kerk blijft
Hoe het verder met de zichtbare Kerk zal gaan, weten we niet. Zal de teruggang zich verder voortzetten? Zal er misschien verdrukking of vervolging komen? Dat zijn vragen waarop niemand antwoord kan geven.
Eén ding is zeker. A.1 zou de zichtbare Kerk van het toneel verdwijnen, de Kerk zal nooit tenonder gaan. „Hoewel zij soms een tijdlang zeer klein en als tot niet gekomen schijnt te zijn in de ogen der mensen. Gelijk de Heere gedurende de gevaarlijke tijd onder Achab zevenduizend mensen behouden heeft die hun knieën voor Baal niet gebogen hadden" (Art. 27 NGB).
Toen de grote massa zich geërgerd van de Heere Jezus had afgewend en Hij tenslotte met twaalf discipelen was overgebleven, toen stelde Hij die twaalf voor de keuze:
„Wilt gijlieden ook niet weggaan? " Maar dat kón niet meer, want zij hadden alle schepen acher zich verbrand. En Petrus zei: „Heere, tot Wie zullen we heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens". Dat was ook een belijdenis in een tijd van grote afval. Ik hoop dat vele jongeren zó be-lijdenis zullen doen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's