PAAS-WONDER
(Petrus, na de opstanding) Heere, ik ben niet waardig dat ik Uw schoen ontbindt. En ook ben ik niet waardig dat U mij zoekt en vindt.
Uw nodigende woorden heb ik zo lang gehaat. Ik heb mijn mond zo vaak te vlug voorbijgepraat.
Ik heb U toch zo dikwijls gekwetst en pijn gedaan. De woorden die U tot mij sprak wilde ik niet verstaan.
Uw uitgestrekte armen Heere, ik zag ze niet. Gij stond daar vol erbarmen en ik deed U verdriet.
Vergeef, vergeef mijn zonden wat deed ik U toch aan. U werd aan 't kruis geslagen „ik gaf de spijkers aan".
Ik heb u daar verloochend wat heb ik toch gedaan ...
... Maar, toch zijt Gij gestorven voor mij... en opgestaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1985
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1985
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's