Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pinksterkommentaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pinksterkommentaar

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar dit is het, wat gesproken is door de profeet joel: n het zal zijn in het laatste der dagen, zegt God, Ik zal uitstorten van myn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden dromen dromen. Hand. 2 : 16 en 17

De tijd

Petrus geeft hier Pinksterkommentaar. Tekst en uitleg van wat er geschiedt. Ja, er geschiedt dan ook wel het nodige. Een geluid als van een geweldig gedreven wind. En een hele groep mensen, die opgetogen staan te getuigen van de grote werken Gods. Boven hun hoofd is een wonderhjk vuurverschijnsel. En uit hun mond vloeien zomaar alle talen. Dat is wonderlijk genoeg, want die galilese mannen zien er bepaald niet naar uit dat ze een lange talenstudie achter de rug hebben.

De mensen zijn er van in de war geraakt. Ze weten niet waar ze nu aan toe zijn. Dan klinkt het eerste kommentaar. Het komt van verdachte zijde. Van de boze. Hij probeert het Pinkstergebeuren te ontkrachten door de lachers op z'n hand te krijgen. Ze zijn dronken. Ze hebben niet de volledige beheersing meer over hun gezond verstand.

Dat kommentaar wordt echter onmiddellijk overstemd door een ander. God slaat de duivel terug met Petrus en diens Pinksterkommentaar.

Ja, met Petrus. Samen met de anderen stelt hij zich voor de menigte en verheft zijn stem. Niet om te vloeken en te zweren: Ik ken Hem niet. Ook niet om beleefd begrip te vragen. Daarvoor is het geen Pinksteren geworden. Petrus is vol van de Heilige Geest. Dan schaam je je niet voor Jezus. Dan brandt het vuur van de liefde in je hart. Dan gist de wijn. Dan mag en moet je getuigen. De Heere Jezus heeft toch zelf gezegd: Je hoeft niet bezorgd te zijn wat je in dat uur zult zeggen, de HeiHge Geest zal het geven. Kijk maar naar Petrus: Een loochenaar is een getuige geworden.

Eerst weerlegt Petrus de beschuldiging van dronkenschap. Dat is niet moeilijk. Het is er nog veel te vroeg voor. Er moet zelfs nog ontbeten worden. Dan gaat hij uitleggen wat er dan wel aan de hand is.

Het gaat om een vervulling van het Woord van God. Van Zijn belofte. De mannen die voor Petrus staan zijn joden en jodengenoten. Ze zijn opgevoed bij de wet van Mozes en bij de profeten. Ze kunnen weten hoe de profeet Joël geprofeteerd heeft van de dagen die komen zouden. Het zouden wonderlijke dagen zijn. Geweldige tijden. De dagen van de uitstorting van de Geest op alle vlees. Wel, zegt Petrus, dat is nu gekomen. Dit is het wat gesproken is door de profeet Joël.

Pinksteren is niet zomaar iets. Pinksteren ligt verankerd in de trouw van God aan Zijn Woord. Of beter gezegd verankerd in de belovende en vervullende God, Die Zijn Woord spreekt en doet, die Zijn heilsspoor trekt door de woeste baaierd van de mensengeschiedenis. Die in alle verwarring de dingen richt en trekt naar het einde, naar de voltooiing, naar de verheerUjking.

Trouwens de Heere Jezus heeft Zelf al over Pinksteren gesproken als over de belofte van de Vader die komen zou. Petrus zegt: Nu is het zover. Dat geeft ook ons met Pinksteren zicht op de trouw van God. Dat kan alleen onze pleitgrond zijn als wij bidden om de doorwerking van de Heilige Geest in ons hart. We: hebben daarbij veel tegen. Al onze ongerechtigheden. Maar we hebben de Heere mee en Zijn Woord. En we mogen pleiten dat de Geest vaardig zal worden over ons en Gods Naam wordt verheerlijkt.

Petrus zegt: Dit is wat Joël al heeft verkondigd. Nu is die geweldige tijd waarvan Hij en de andere profeten gesproken hebben aangebroken: Het laatste der dagen.

Volgens de profeten was dat de tijd die vooraf zou gaan aan de voleinding der wereld. Het zou de eindtijd zijn. Het volle heil zou dan zijn geopenbaard. Meteen echter ook zou in die tijd de eindstrijd gestreden worden. De machten der duisternis zouden proberen in een laatste verwoede poging de heerschappij Gods te verbreken.

En zegt Petrus, nu is die tijd aangebroken. Het laatste der dagen, de eindtijd. Inderdaad het volle heil is geopenbaard. Op ons zijn de einden der eeuwen gekomen. God is geopenbaard in het vlees. Jezus Christus heeft Gods koninkrijk gesticht op deze wereld. Hij heeft de schuld van de zonde volkomen betaald. Hij heeft Gods toorn gestild. Hij heeft de macht van de zonde gebroken. Hij heeft het eeuwige leven verworven. De toekomst opengeworpen als een venster naar het licht. We mogen leven in de morgenglans der eeuwigheid.

Er is nu geen andere komst meer te verwachten dan die van de Gekomene, Jezus Christus. Er is geen andere Naam gegeven tot zaligheid dan Zijn Naam. De eindtijd is een geweldige tijd. De schaduwen zijn weggegleden. Het volle evangelie wordt ons verkondigd. Heden is het de welaangename tijd. De dag der zaUgheid. Maar daarom is het ook een geweldige ernstige tijd. Het komt er nu op aan. Wat wij met die zaligheid doen. Geven wij er acht op? Of laten wij haar voor wat ze is? In het laatste der dagen valt de laatste beslissing. Voor of tegen. En laten we wel wezen. Tegen dat is de dood. Voor goed, voor eeuwig.

De Geest

Dat laatste der dagen, die geweldige beslissende tijd zou gekenmerkt worden door de uitstorting van de Heilige Geest. Nu is het dan zover, zegt Petrus, dit is de uitstorting van de Geest QP alle vlees. Uitstorting dat is overvloed. Dat is een bergrivier, die zich bruisend in de diepte stort. De rivier Gods is vol water. Pinksteren dat is volheid. En die volheid wordt uitgestort in de gemeente.

Pinksteren, dat is een vuur dat razendsnel om zich heengrijpt. Het waren er toch drieduizend op die eerste dag. En er zijn toch duizenden gevolgd in de dagen daarna. Op de eersteUngen is een rijke oogst van voorspoed gevolgd. We kunnen wel eens klagen over de magerheid en de karigheid van het werk Gods in onze dagen. Maar laten we ons niet vergissen: Pinksteren dat is het woord van het evangelie dat de wereld rondgaat. Op hoeveel plaatsen wordt in deze wereld het woord niet verkondigd.? Hoeveel getuigen mogen er niet zijn van de heerlijkheid Gods. In hoeveel talen worden vandaag niet de grote werken Gods verkondigd.? We kunnen altijd wel ach en wee roepen, maar laten we ons dan ook eens een keer verwonderen over de heerlijkheid Gods.

Het laatste der dagen is de tijd van de uitstorting van de Geest des HEEREN op alle vlees. Op alle vlees. De beperkingen worden .opgeheven. De grenzen doorbroken.

In het Oude Testament golden in ieder geval twee beperkingen. De, Geest was voor koningen, profeten en priesters. Laten we zeggen voor ambtsdragers. Nu gaat het echter allen gelden. Allen aanraken. De Geest op alle vlees. Nu vindt de wens van Mozes haar vervulling. AI het volk des HEEREN wordt profeet. Nu komt het niet alleen op de dominees, de ouderlingen en diakenen aan.

De Geest is niet langer voor hen gereserveerd. De Geest rust op ouderen en jongeren, op zonen en dochteren, op dienstmaagden en vrijen.

Ik hoorde een meisje eens zeggen: Ja, ik ben Hervormd opgevoed maar wat dat is weet ik eigenlijk niet want m'n vader en m'n moeder hebben er nooit een woord over gezegd! Dat is bepaald niet naar de maat van Pinksteren. Het is niet naar de maat van Pinksteren als de ouderlingen op huisbezoek er met m'n buurman maar over praten moeten. Het is niet naar de maat van Pinksteren als niemand bij een ziek-of sterfbed een woord van vertroosting weet te spreken. Pinksteren, dat is de Geest op alle vlees. De Geest die van de meest eenvoudige mensen profeten en profetessen maakt.

Op alle vlees. Er was onder Israël nog een tweede beperking. Buiten Israël was er onderhet Oude Verbond geen heil te verwachten. In het laatste der dagen is de middelmuur der afscheiding afgebroken. Johannes de Doper heeft al gepredikt dat alle vlees de zaligheid Gods zou zien. Er geldt niet langer meer de beperking van één volk. Alle volken mogen horen en zien het heil des HEEREN. Verschillen van ras, taal, natie en tong hebben geen betekenis meer. In Christus is noch Jood, noch Griek, noch Barbaar of Scyth, noch dienstmaagd onvrije. Daarom is Pinksterfeest ook altijd zendingsfeest. Daarom is er ook de Pinksterzendingskollekte. Wij mogen onze gaven geven opdat de zaak van het evangelie voortgang hebbe over de hele aarde.

En dan niet denken dat we met die gift klaar zijn! De volkeren zijn dichtbij gekomen. Ze wonen bij ons in de straat. De Geest van Christus is ook beschikbaar voor hen en daarom kan en mag hun het woord van Christus niet worden onthouden.

Ik zal van Mijn Geest uitstorten op alle vlees. Dat is wel het wonderlijkste. Op alle vlees. Dat is geen neutrale zaak. Dat heeft altijd de geur van de zonde aan zich. Vlees, dat zijn wij mensen in onze zwakheid, in onze zondigheid. In Gen. 2 lezen we hoe de HEERE God in de neusgaten van Adam blies. Alzo werd de mens tot een levende ziel. Een mens op wie de Geest des HEEREN rustte, de Geest van wijsheid, kennis en verstand, de Geest van de vreze des HEE-REN. Maar die mens is vlees geworden als verdrietig gevolg van zijn zonde.

Pinksteren dat is de Geest op alle vlees. Ondanks alles. Toch. De Geest wil wonen bij, rusten op, vlees. Daar zit alleen maar genade achter. Puur genade. Pinksteren komt niet voor niets na Goede Vrijdag. Christus heeft de gave van de Geest verworven. Hij heeft in Zijn doorboorde handen de belofte des Vaders ontvangen. En Hij heeft uitgestort wat op de Pinksterdag te horen en te zien is. En het is nog te horen en te zien in de prediking van het evangelie en in de vernieuwing van mensenlevens. Daar zit genade achter. Gods genade in de Heere Jezus Christus. En daarom kan het ook. Het kan helemaal. Voor u, die daar over zit te tobben: De Heilige Geest bij mij wonen? Pinksteren ook in mijn leven? U moest eens weten wat een onreinheid en onzuiverheid er bij' mij van binnen woont. En God weet het in ieder geval. De Geest o, p alle vlees. Daar wil Hij wonen en werken. Hij daalt in tot in de onzuiverheden en de troebelheden van zondige mensenharten.

En dan laat Hij die mensenharten niet onberoerd. Neen er komt vernieuwing en bekering. Ik zal rein water op u sprengen. En gij zult rein zijn. En er komt in ieder geval strijd. Het vlees begeert tegen de Geest. De grote geweldige eindstrijd van het laatste der dagen tussen de God en de machten speelt zich op kleine schaal af in enkele mensenlevens. En vergist u zich niet in die kleine schaal. Het gaat er soms hevig genoeg aan toe. Maar de afloop staat van te voren vast. Het vlees moet verliezen. De Geest is de Geest van Christus. En Christus heeft de machten uitgetogen en over hen getriomfeerd.

De vrucht

En wat is nu de vrucht? Profetie en alles wat daarmee te maken heeft. Want gezichten zien en dromen dromen waren van oudsher ook dingen die onmiddellijk met profetie verbonden waren. Door dromen en gezichten maakte God de HEERE Zich aan Zijn profeten bekend. Nu rust de gave der profetie op heel het volk. Dat betekent niet alleen maar de toekomst voorspellen. Dat kan erbij komen. Maar daarin gaat de profetie niet op. Profetie kent de wil van de HEERE of het nu over gisteren gaat, over vandaag of morgen. Profetie belijdt de Naam van de HEERE. Profetie is oor en mond ineen. Een en al oor als het gaat over het horen van het Woord van God. Een en al mond als het gaat over het getuigenis van Gods weg en wil.

En zo gaan zonen en dochteren profeteren. Want, zo zegt de HEERE, Mijn Geest die op u is en Mijn Woorden die Ik in uw mond heb gelegd, die zullen van uw mond niet wijken, noch van de mond van uw zaad, noch van de mond van het zaad van uw zaad, zegt de HEERE van nu aan tot in eeuwigheid toe.

Kijk uw kinderen er maar eens op aan. Wat komt er uit hun mond? De Naam van Jezus? Heel kinderlijk misschien, heel onbevangen? Het is een teken van de eindtijd. Het is een teken van Pinksteren. Uw zonen en dochteren profeteren. Och, zegt iemand, als ik hoor wat er soms uit de mond van mijn kinderen komt. Hun woorden stinken naar de geest dezer eeuw. Maar dan zou ik toch willen zeggen: Het is Pinksteren geweest, de eindtijd is aangebroken. Die beloften liggen er ook voor uw kinderen. Ze zijn gedoopt ook in de Naam van de Heilige Geest. In plaats van de vaderen zullen de zonen zijn.

Uw jongelingen zullen gezichten zien. Als je jong bent fantaseer je wel eens. Je droomt over later. Hoewel er vandaag aan de dag niet veel te dromen over schijnt.

Pinksteren, dat is dat jongelingen gezichten gaan zien. Hun ogen wijd open van verbazing en verwondering voor de toekomst van God. Zijn Koninkrijk dat staat te branden aan de horizon van onze mensengeschiedenis. De jongelingen zullen gezichten zien. Met ogen vol tranen, met ogen vol vreugde. Alles wordt nieuw. Er zal geen leed noch verderving meer zijn op de berg Mijns heiligheid. De dagen uwer treuring zullen een einde nemen.

En de ouden? Nee, dat zullen geen uitgebluste lieden zijn die dof en gelaten hun tijd uitzitten hier op aarde. Ze zullen niet het laatste druppeltje genot uit dit leven zuigen om het dan verder zinloos te vinden. Ze zullen niet in eindeloze herhalingen vallen van het verleden. Ze zullen dromen dromen. De droom van het koninkrijk Gods. Over hun laatste levensdagen vallen hemelse glansen. En het zal geschieden dat het ten tijde des avonds licht zal w r ezen.

Pinksteren dat is een nieuwe tijd. De laatste tijd. Pinksteren dat is een nieuw gezicht, een vergezicht. Pinksteren dat is een droom. Geen dagdroom, maar een toekomstdroom. Pinksteren dat is bovenal een profetie, een woord. Het woord van de Zaligmaker.

Dit is de dag, de roem der dagen,

Die Isrels God geheiligd heeft;

Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,

Hem roemen, die ons blijdschap geeft.

Och HEER', geef thans Uw zegeningen;

Och HEER', geef heil op deze dag;

Och, dat men op deez' eerstelingen

Een rijke oogst van voorspoed zag.

Gij zijt mijn God, U zal ik loven,

Verhogen uwe Majesteit.

Mijn God! niets gaat uw roem te boven;

U prijs ik tot in eeuwigheid.

Laat ieder 's Heeren goedheid loven;

Want goed is d' Oppermajesteit!

Zijn goedheid gaat het al te boven;

Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!

E.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1985

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Pinksterkommentaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1985

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's