Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sets over tiet leven van Sören Aabeye Kierkegaard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sets over tiet leven van Sören Aabeye Kierkegaard

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

De strijd van Sören Kierkegaard werd indertijd in Kopenhagen (Denemarken) niet ten einde gebracht en droeg in zekere zin een symbolisch karakter.

Het duurde immers een lange tijd eer men in wetenschappelijke en politieke kring zich ging afvragen: „welke is toch de betekenis en waarde van de vele publicaties van Sören Kierkegaard? "

Kan men deze man wel als een boeteprofeet beschouwen? De waardering onder de geestelijken en studerende lidmaten der Lutherse Staatskerk was zeer verschillend. Is nu werkelijk zijn enige doel om de slapende christenen wakker te schudden en dan ons te voeren tot , , de innerlijkheid"? Zo, ja? Dan moet het wel een innerlijkestichtelijkheid zijn in de hoogste zin, die opbouwt van de grond af.

Kierkegaard had veel aanvallen op de kerken, predikanten en de slome christenheid verricht. De kritiek was vaak bitter, liefdeloos en soms schromelijk overdreven. Toch mag de kerk en het christendom deze kritiek niet naast zich neer leggen en over gaan tot de orde van de dag.

Kierkegaard ontdekte, dat het christendom geen bekroning van de cultuur was, of dat het alleen is door tegelijk de crisis van de cultuur te zijn, waarin de kritiek van Godswege te horen krijgt. Men vindt deze gedachten later in de kring der dialectische theologie van Karl Barth e.a. Kierkegaard gaf een vernieuwing in de theologie van het oude vraagstuk christendom en cultuur. De betekenis en verdienste van Kierkegaard is verder deze, dat hij de klassieke definitie van het mens-zijn heeft afgewezen en daardoor tot een nieüwe analyse van het menszijn (de existentie) is gekomen. De klassieke definitie ziet de mens als „redelijk wezen" d.w.z. dat zich door zijn rede van de wereld onderscheidt. Kierkegaard heeft dit juist gezien, dat het eigenlijke mens-zijn eerst mogelijk wordt en hoe de werkelijkheid eerst ontstaat door het geloof, door het vertrouwen op en de overgave aan God aan het kruis.

Eén der grondgedachten van Kierkegaard is zijn leer betreffende de subjectiviteit. Hij betoogt in zijn werken meerdere malen alleen de subjectiviteit is de waarheid.

Tegenover de subjectieve staat de objectieve waarheid. Onder objectieve waarheid verstaat Kierkegaard allereerst de logische te bewijzen waarheid o.a. in de wiskunde.

Deze waarheden laten het subject geheel onberoerd en kwamen van buiten tot ons. Velen dergenen die zwaar-orthodox zijn opgevoed sluit alles als een bus. De geloofsleer wordt haarfijn ontleend en in een dogmatisch systeem gebracht.

Sören Kierkegaard vindt dit meer heidendom dan christendom. Maar het echte christendom is innerlijkheid, het persoonlijk geraakt worden ontbreekt geheel aan dit soort objectieve waarheid. Waarheid en objectiviteit zijn onverzoenlijke tegenstellingen, want waar is alleen wat de persoonlijkheid verinnerlijkt, wat het reslutaat is van een zedelijke beslissing.

De hoogste objectieve waarheid is voor Kierkegaard de openbaring. Ten onrechte stelt men het soms voor alsof Kierkegaard de objectieve waarheid in de openbaring zou ontkennen of geringschatten en alles tot subjectief-immanente waarheid zou herleiden. Dit is niet juist.

De religieuze waarheid laat Kierkegaard niet stammen uit het subject, uit de mens, maar juist van buiten van God.

Maar nogmaals met het hebben van die subjectieve openbaringswaarheid is men nog niet religieus en christelijk. Men moet die waarheid in zijn leven realiseren, zich toeeigenen. Men moet staan en leven in de waarheid. Dit alles noemt Kierkegaard de subjectiviteit van de waarheid, welke gaat prevaleren over de objectiviteit.

Kierkegaard bleef als literator-publicist maar steeds geschriften uitgeven. Op 16 oktober 1843 kwamen enige belangrijke boeken van de pers en wel „De Herhaling"

en „Vrees en Beven" en drie stichtelijke redevoeringen.

„Die Wiederholung" (Herhaling) was een proeve in de experimenterende psychologie door Constantin Constantius als pseudoniem geschrift. De conceptie van dit moeilijke geschrift „De Herhaling" heeft een belangrijke verdieping ondergaan door de krisis, die Kierkegaard in 1843 heeft doorleefd. Midden in de bewerking van zijn boek hoorde hij dat zijn ex-verlooide Regina, die hij hoopte terug te ontvangen bij wijze van „herhaling", zich verloofd had met Schlegel.

Toen kon hij de oorspronkelijke opzet in zijn boek niet ten uitvoer brengen. Kierkegaard schrijft later dat herhaling één van de meest fundamentele begrippen van het christelijk geloof is. Denk aan de geschiedenis van de Oud-Testamentische ziener Job. Welnu wat Job ontnomen was door de boze machten, krijgt hij door Gods ingrijpen vernieuwd terug. Het is geen toeval, dat Kierkegaard zich met de gestalte van Job vereenzelvigde. Job, die 7 dagen en 7 nachten gezwegen heeft, omdat hij als nietig mens een proces tegen God inspande.

De herhaling is de bevrijding in iedere ethische beschouwing en de conditio sine qua non (onvermijdelijke voorwaarde) voor ieder dogmatisch probleem. Het geloof begint er mede. De herhaling is een religieuze categorie, want zij heeft de uitzonderlijkheid voor doel

Het boek „Vrees en Beven" verscheen tegelijk met het boek , , De Herhaling" in oktober 1843. Dit boek beschrijft en overweegt het fenomeen der herhaling in een hogere zin. Zoals ik U reeds in een vorig artikel vermeldde, schreef Kierkegaard later het stuk „het offer van Abraham" waarin Genesis 22 werd behandeld. Zoals Abraham Isaak overgaf zo heeft Kierkegaard Regina geofferd.

Christen zijn, schreef Kierkegaard in één van zijn dagboeken betekent lijden.

Kierkegaard zag als het specifieke van het christendom het vrijwillig lijden. De waarheid lijdt in deze wereld en wie christen wordt, heeft er zich o> p voor te bereiden, dat hij vrijwillig martelaar wordt. God verschroeit soms het leven, zoals de brandende zon, die nooit ondergaat, Kierkegaard getuigt, dat het christendom hem menselijkerwijs gesproken hoogst ongelukkig heeft gemaakt.

Zijn gehele leven is naar zijn eifen getuigenis, één onbegrijpelijk lijden geweest.

Wijlen Prof. Zuidema noemt als één van zijn grondtrekken in Kierkegaards persoon de cultivering van de zelfkwelling. In een geschrift ongeveer zes jaren voor Kierkegaards dood verschenen, handelt hij over de zogenaamde „Ziekte tot de dood". In dit werk zet hij het verschil uiteen tussen de Socratische definitie van de zonde en die van het christendom. Het verschil tussen het christendom en het heidendom wordt openbaar in de leer van de verzoening, maar het begin van het verschil moet reeds gezocht worden in de definitie van de zonde. Nergens in het heidendom wordt de diepe beschouwing van de zonde gevonden, die het christendom predikt. Het heidendom weet niet wat zonde is.

Zelfs Socrates als wijsgeer kwam niet boven het heidens standpunt uit. De zonde schrijft hij in één van zijn werken is onwetendheid en gebrek aan inzicht. Wie zelf het goede inziet, doet het ook. Het christendom durft het uit te spreken, dat iemand willens en wetens, het boze doet.

De christelijke leer der zonde is een beschuldiging en belediging voor de natuurlijke mens, ze wekt zegt Kierkegaard ergernis.

In de jaren 1842 — 1846 had Sören Kierkegaard een ongelooflijke prestatie geleverd. Hij slaagde erin een nieuwe wijs te vinden om het leven van de mens tot verwoording te laten komen. Zijn dertien werken, die voor een deel onder alle mogelijke pseudoniemen verschenen, kunnen in drie groepen verdeeld worden nl. stichtelijke redevoeringen, aestetische geschriften en wijsgerige werken (de zogenaamde wijsgerige kruimels).

Kierkegaard beschouwde zijn boek getiteld: „De ziekte tot de dood" (cle Vertwijfeling) als één van zijn belangrijkste geschriften. Met nadruk kan worden gezegd, dat dit boek inderdaad niet gemakkelijk leest, maar wie zich enige inspanning wil getroosten, vindt hier een ware schatkamer van gedachten en vergezchten betreffende de menselijke existentie.

Kierkegaard vertelt in één zijner dagboeken het navolgende: „toen hij eens als kind met zijn zeer zwaarmoedige vader Michaël Kierkegaard in de grote kamer van hun w r oning wandelde zei zijn vader plotseling tot hem: „arm kind, je bent in een stille vertwijfeling".

De vraag rijst op: was deze opmerking van zijn vader aan Sören melancholieke overdrijving? We weten het niet. Sören Kierkegaard schreef wel later in zijn dagboek: „als we alle stutten en remmen in ons dagelijks leven wegnemen, dan horen wij de kreten ontzetting van mensen als mijn geliefde vader, die met zichzelf geen raad weten."

der, die met zichzelf geen raad weten." Sören Kierkegaard noemt dit: „De ziekte tot de dood", of de grote vertwijfeling. Onmacht of weigering om tot zichzelf te komen is een algemeen kenmerk.

In dit moeilijke boek „De ziekte tot de dood" onderscheidt hij twee grondvormen: a. de vertwijfeling aan de noodzakelijkheid en b. de vertwijfeling aan de mogelijkheid.

(Wordt vervolgd)

Epe (Gld.).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Sets over tiet leven van Sören Aabeye Kierkegaard

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's