HEBT UW NAASTEN LIEF ALS UZELF
(HERINNERING AAN DE BELIJDENIS)
Je gaat zo elke dag met heel wat mensen om, de één ligt je wat beter dan de ander. Je leert de liefde zien, soms méér het haten van elkander. Kunt niet doorgronden 't hoe en 't waarom.
Toen je belijdenis deed, reeds lang of kort geleden heb je beloofd voor God en mensen: „Ja, omdat de Heere voor mij stierf op Golgotha wil ik mijn leven in Zijn dienst besteden!"
Je hebt het druk met allerhande zaken, wat je beloofd hebt, raakt wat in 't verschiet, maar d' Heere God vergeet beloftes niet, komt op het onverwachtst je hart aanraken!
De buurvrouw, zij wordt ziek en kan haar bed niet uit, de dochter werkt, vraagt: „Kan u op haar passen? Er komt wel iemand om te werken en te wassen, maar moeder ziet naar wat bezoek zo uit!"
Inmiddels heb je zelf de kinderzorg gekregen, buurvrouw is heengegaan, drie jaar, een lange tijd voor jou en haar van drukte en van strijd. Om dan het alles nog te zien als 's Heeren zegen!
Je denkt: „Nu ben ik vrij van al die and're zorgen, 'k heb mijn gezin en daaraan heb 'k genoeg". Maar 't duurt niet lang voordat men weer eens vroeg: „Ach, kom ook eens bij mij, een avond of een morgen"!
Een jongetje is blind, een schooljuffrouw wordt ziek, een vrouw verliest haar man en heeft heel geen nazaten, een strenge winter komt: „Kunt u de hond uitlaten? " Zo scharrel je maar door en ziet het eind nog niet.
En juist als alles weer wat in gewoner tempo gaat, je denkt: „Nu kan 'k dan eind'lijk voor mezelf beginnen", mist d' invalide buurvrouw hulp, roept men je daar weer binnen. 't Duurt weken en weer ied're dag is 't zo gauw laat.
Soms denk je bij jezelf: „Waar ben ik aan begonnen, ik heb het altijd druk: (en and'ren zijn steeds klaar) de hond uitlaten van de buurvrouw of voor haar een boodschap doen terwijl een ander zit te zonnen. Je komt in tweestrijd dan, ook wel om thuis, waar ook je werk op je te wachten ligt 't Gezin moet je verzorgen, dat is eerst je plicht. Zo loop je heen en weer en gaat van huis tot huis.
Want kom je bij de buurvrouw voor de hond, is 't ook een kopje koffie voor haar maken; soep koken of wat rijst en meer van zulke zaken en voor je 't weet zijn weer twee uren rond.
Je vraagt je dan wel af: „Is 't dit wat God bedoelt: Heb naasten lief zoals je eigen leven. Moet je dan altijd doorgaan je te geven, terwijl je er soms niet meer zo veel voor voelt?
Je eigen werk dat blijft soms langer liggen dan het moet. Men belt: „Toe, help ook dit jaar weer met collecteren (er zijn steeds minder mensen die zulk werk begeren), 't doel: geestelijk gehandicapten, is zéér goed!"
Je collecteert dan ook nog maar en gaat zo langs veel huizen, ziet in de kamers heel wat fijne spullen staan. Je belt en ziet: ze kijken even voor het raam: , , 'k Heb zelf niet, doe 't maar voor mij, ik moet eerstdaags verhuizen"!
Gelukkig zijn niet alle mensen zo verhard en zo ijskoud als anderen in nood verkeren. Zij zullen het eens vragen: „Wanneer was 't Heere dat wij geholpen hebben bij het lenigen van smart? "
En Gij zult zeggen: Toen u, mens, in nood een arme hulp, brood, water hebt gegeven, toen had g' uw naaste lief als eigen leven, daarom schenk Ik u 't leven, niet de dood!"
Zo mogen wij dan in de naam des Heeren en biddend om Zijn hulp, te allen tijd', (Gods goedheid is voor ieder die Zijn Naam belijdt) de kracht ontvangen om te helpen en... een leven lang te leren!
VGravenhage.
A. H. D.-N.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's