Orkaan Gioria
Berichten over de ontzettende aardbeving in Mexico-sitad snelden nog over de oceaan naar ons toe, toen we vernamen, dat een orkaan in tomeloze vaart voortstoof naar Amerika's oostkust. Wij vreesden dat opnieuw vele mensenlevens ten prooi zouden vallen. De laatste maanden was er al veel gebeurd. Natuur en techniek eisten hoge tol. De materiële schade langs de kust viel mee. Slechts vier mensen kwamen om. Toch vier levens te veel. Je hoort wel eens de vraag: Wat is een mensenleven? Bedenk dat ieder maar één leven te verliezen heeft. Vergeleken met de slachtoffers in Mexico viel het mee. Zo kun je het zeggen. Maar toch vier te veel. Wij bij ons thuis vonden het heel vreemd dat de orkaan Gloria werd genoemd. Al was het niet ontgaan dat het ginds de gewoonte is om woeste winden een meisjesnaam tegemoet te sturen. Om mild te stemmen soms? Stel je voor dat wij de aaardbeving in Mexico ook zo'n naam ihadden toegekend. Gloria? Wie noemt een orkaan Gloria, dat is Overwinning? Al voortkabbelend komen je overpeinzingen ergens terecht. Als u lust hebt, drijft u mee.
Weersongeregeldheden krijgen meisjesnamen. Omgekeerd verwerven turbulente bewegingen en aktiviteiten van mensenkinderen namen van weersgesteldheden. Een onheilspellende opmars van een leger, een vernietigend spoor van een op drift geraakt volk als tijdens volksverhuizingen, noemen wij een storm. Al vele jaren ligt ergens op de bodem van het reservoir van door mij vergaarde kennis het Duitse woord „Skythensturm". Het laat zich niet zo gemakkelijk vertalen als het lijkt. U begrijpt echter wat men bedoelt hiermee. Wanneer ik me bezighoudt met de eerste hoofdstukken van het boek Jeremia kom ik dat woord gedurig tegen. Eenmaal in de Bijbel ontmoeten we de Scyth. In, Col. 3. Paulus noemt de Scyth in één adem met de barbaar. Dat geeft te denken. Scythen waren de grofste en wreedste van de barbaren, noteert de Statenvertaling terzijde. Jeremia verhaalt in hoofdstuk vier een' catastrofe. De verwoesting van de heilige stad' en de tempel. De geleerden denken dat mogelijk Scythen de grote boosdoeners waren, die de vernietiging aanrichtten. Lees het hoofdstuk. „Een dorre wind van de hoogste plaatsen in de woestijn, van de weg van de dochter van mijn volk." Veelbetekenend' volgt: „Niet om te wannen of te zuiveren". Men mat toendertijd. de snelheden niet in kilometers per uur. Wel omschreef men: „Een wervelwind, zijne paarden zijn sneller dan arenden".
In de achtste eeuw voor Christus komen wij in de geschiedenis de Scythen tegen. Zij heten Iraans en kwamen uit de Russisch-Siberische steppen. In opeenvolgende golven al meer zuidwaarts tot in Mesoipotamië tot de grenzen van Egypte. In hun verklaring van de hoofdstukken van Jeremia denken geleerden aan deze stormvloed.
Van verwoesting van tempel en stad zingen ook enkele van de psalmen van Asaf. De exacte datering van deze psalmen staat evenmin vast. Ook gissen wij naar de veroorzakers van de calamiteiten. Gelukkig hangt van een nauwgezette
KOL-OMMETJE vaststelling van 'wanneer en wie' het heil niet af. Slechts memoreer ik dat psalm 74 klaagt: „Hoe lang, o God, zal, in dit zwaar verdriet, de vijand ons zijn wrede trotsheid tonen? Zal hij Uw Naam in eeuwigheid dan honen? Neen, 't kan niet zijn: dat duldt Uw glorie niet." Daar heb je weer de Gloria. Gods Glorie. Zw r aar verdriet. Daarvan is sprake. Onvoorstelbaar leed voor stad en tempel. Maar ook in het persoonlijk leven mogen ruwe stormen woeden. De orkanen zullen niet triumferen. Niet gloriëren. Soms komt het geloof resoluut en categorisch voor de dag. Met een krachtig neen. Neen, daar is vergeving. Met een sterk: Dat kan niet zijn óf dat krenkt mij het leven. Gods Glorie duldt het niet. Dan mogen wij moed scheppen. Ons kaf wordt niet weggestormd in eeuwigheid. Al zijn we stofdeeltjes. Wat ons betreft zou het licht kunnen. Zonder verhaal. Naar recht. Van 's HEEREN kant echter kan het niet. Gods Glorie als hoogste beleidsdoel van al Zijn werken dulden het niet. De eer van God' brengt de ommekeer. In 1 de neergang. In de neerslachtigheid.
Zoals volgens het bekende verhaal van die godzalige vrouw. Op haar hart af gevraagd of zij alsnog na al de gunsten haar bewezen eventueel verloren zou gaan, antwoordde zij — resoluut en categorisch — Neen, want dan zou God meer verliezen dan ik. Ik mijn zielezaligheid maar Hij Zijn eer. Waar een orkaan je al niet helemaal brengt!
P.S. Het tweede zinnetje van het stukje van vorige week had het over boek. Dat wekte daar heel vreemde gedachten. Er moest — één letterminder — staan: boe. M.a.w. een, wat overdreven kreet, een boe-geroep.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1985
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's