Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

manufactuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

manufactuur

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOL-OMMETJE

De herdenking van de Kerkhervorming gaf — ook dit jaar — te denken. De inzichten kunnen zich verdiepen. Wat mij vooral bezig hield was de opmerking dat reformatie, ook de Reformatie, typisch een aangelegenheid is die valt onder de macht van het tweede gebod. In het conflict tussen Rome en de Reformatie gaat het niet zozeer over de leer van God. Weliswaar kwam ik in lectuur hierover ooit wel eens de uitroep tegen. Het is een andere religie. Wat wil je? Tenslotte is er een tussendeur die het tweede gebod verbindt met het eerste. Maar de dogmatische geschillen gaan over andere onderwerpen. Het tweede gebod stelt niet God aan de orde, maar bepaald de dienst van God, de manier waarop God in de kerk en in het. leven van al de dag wordt geëerd. Daar ligt de controvers. God wil op geen andere wijze gediend worden dan Hij in Zijn Woord heeft bevolen. Als wij dat maar weten.

Zoals in de vierde bede het dagelijks brood model staat en representatief (vertegenwoordigd) is voor alle lichamelijke behoefte, zo is in het tweede gebod het gesneden beeld afgevaardigde voor alle mogelijke stijl van Godsverering. Zoals de elementaire krachten in de natuur worden getemd en dienstbaar gemaakt voor energieopwekking — watervallen bijvoorbeeld — op die wijze moet een beeld de macht Gods naar mensenhand zetten om te dienen voor eigen heil en nut. Tegen het werk onzer handen, tegen wat eigen hand vervaardigde (manufactuur), zegt men: o onze God! Dat eigen aandeel treffen wij alom in de leer van de kerk van Rome. Zowel in het heilswerk als in de toeëigening van het heil. In de opvattingen van Openbaring, Sacramenten en verering van heiligen. Nog dezer dagen werd wijlen een landgenoot tot deze eer verheven. In alles en door alles heen speelt het werk van 's mensen hand. Dat trekt alom de leer scheef.

Het ligt voor de hand om ter gelegenheid van herdenking het accent te zetten op wat scheidt, met andere woorden op wat ons gunstig onderscheidt als zonen van de Reformatie. Wanneer wij evenwel de thermometer van het gebod aanleggen zou het wel eens kunnen blijken dat. ook wij niet koortsvrij ons bevinden. De temperatuur zou mogelijk gevaarlijk hoog kunnen zijn opgelopen. Wie zal 't zeggen, wanneer het instrument niet wordt begeerd? Waar verbeelding hier parten speelt kan inbeelding elders hetzelfde doen. Het beluisteren van diverse predikanten is in het protestantse kamp een gezochte bezigheid. „Heb je die al gehoord" èn „Je moet deze eens gaan beluisteren". Stad en land wordt omreisd. Achtereenvolgens de dominees a, b en c. Het oor geneigd, krijg je vaak de indruk dat successievelijk God gelijkt op a, b of c vergroot, dus A, B en C. Omdat u zus of zo bent en verder niets merkt of verneemt „meent u dat Ik ten enemale ben als u bent."

In feite een God naar ons beeld en naar onze gelijkenis. De omgekeerde wereld is onze wereld. Elk clubje, groepje, kerkje of wat ook, heeft een eigen tune, dat wil zeggen een eigen herkenningsmelodie. Eigen fabrieksmerk. Een stokpaardje op een voetstuk. Er is meer vrolijkheid met de vrienden dan blijdschap met de broeders.

Het tweede gebod roept op tot voortdurende bekering, tot dagelijkse afkeer van wat 'onze hand maakt en tot ons keren tot de levende God, zoals Hij Zichzelf openbaart op het moment dat het deksel wordt weggenomen van ons hart. Bekering is wegneming van het deksel op ons hart. Daar rijst een wonderbare vrijheid. Een ongekende bevrijding. Want de Heere, Die de Geest is, werkt. Dan is het afgelopen met beeldvorming. Er bestaat geen enkele aandrang of behoefte om met het werk onzer handen God naar onze hand te zetten. Wij rijden niet meer op paarden en tegen het werk onzer handen willen wij niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Je hoort vaak van ontdekte mensen. Mensen aan zichzelf ontdekt, zoals het heet. Minder vernemen wij van mensen met het deksel van het hart. Ook dat is nodig. God niet het werk onzer handen en wij God niet naar onze hand zetten. Genade is de voortdurende wens dat God ons de hand boven het hoofd houdt. Beschermend en zegenend. Dan loopt 't ook zo best als maar kan met 't tweede gebod. Het gebod van de Reformatie. Het deksel van het aangezicht zien wij als door een spiegel Gods heerlijkheid en dan worden wij naar datzelfde beeld in gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid als van des Heeren Geest. Metamorfose van de Geest.Zo wenselijk. Zo werkelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

manufactuur

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's