Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

leven en Leer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

leven en Leer

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De dienstknechten, zovelen als er onder het juk zijn, zullen hun heren allt eer waardig achten, opdat de Naam van God en de leer niet gelasterd worde. En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen. Indien iemand een andere leer leert en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en met de leer die naar de godzaligheid is, die is opgeblazen en weet niets, maar hij raast omtrent twistvragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen. Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben en van de waarheid beroofd zijn, menende dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken." 1 Timotheüs 6 : 1—5

Leesbare brief

Opmerkelijk is dat in veel brieven van Paulus de positie slaaf-meester aan de orde komt. Dat is ook wel te begrijpen. Nogal wat slaven kwamen tot geloof in Christus. Leerden een andere Meester kennen dan die ze elke dag ontmoetten. Wat zou het gevolg hiervan hebben kunnen zijn? „Iedere schijn moet worden vermeden, alsof het christelijk geloof zijn aanhangers van hun sociale verplichtingen zou ontslaan" (Ridderbos). Slaven konden uit hun christen-zijn, uit hun wisseling van heer, de conclusie trekken dat ze hun aardse heer niet zoveel gehoorzaamheid meer verplicht waren. Dat zou een slechte zaak voor het Evangelie zijn. Alsof Christus en Zijn leer tot revolutie oproepen.

Vandaar dat we lezen: „De dienstknechten zullen hun heren alle eer waardig achten opdat de Naam van God en de leer niet gelasterd worde". Alle eer waardig achten. Ongeacht hun staatsverwisseling bleven de slaven geroepen hun heren dienstbetoon te bewijzen. En dan niet geveinsd, slaafs in de negatieve zin van het woord, maar gemeend, van binnen uit, oprecht. Het Evangelie heeft binnen de sociale structuur primair een zedelijke werking (Ridderbos). Gij zijt het zout der aarde, sprak Jezus. Zout werkt naar binnen, reinigend, smaakbepalend. Niet de structuur van de maatschappij wordt allereerst veranderd, maar de mens die in de structuren functioneert. Daarmee wordt de slavernij niet goedgekeurd. Ook niet met zoveel woorden afgekeurd. Wel geeft Paulus aan wat zijn motief is achter deze stellingname; opdat de Naam van God en de leer niet gelasterd worde. De ware aard van het geloof en van het Evangelie kan pas recht naar buiten treden in de levenswandel van de christenen zelf.

Als het christen-zijn van de slaven een reden zou worden om een minder goede slaaf te zijn of om zelfs tot openlijk verzet tegen de heren te komen, zou dat een slechte zaak zijn voor de loop van het Evangelie.

Anti-reclame voor de Naam en de leer van God. Een bekeerde slaaf wordt niet een minder loyale slaaf, maar juist een optimaal functionerende slaaf. Paulus ziet steeds maar op de voortgang van het werk in deze wereld. Een waarlijk indringende passie heeft hem gedreven voor Christus' zaak.

Niet de omkering van een sociale orde zat hem voor, maar de bekering van mensen in alle lagen van de maatschappij. Voorrang heeft de bekering van de zondaar en niet de omkering van de maatschappij.

Wel kan gezegd worden dat het christenzijn de slaven een nieuwe opdracht heeft gegeven. Van onmondige onderhorigen werden ze mondige broeders die een nieuwe zin in en voor hun leven ontvingen vanuit hun geloofsverbondenheid met Christus. Het Evangelie richt mensen op uit het slijk, soms, zoals hier, ook in letterlijke zin en plaatst hen naast (prinsen en wereldgroten en bazen en heren. Dat lezen we hier ook met zoveel woorden als er staat: „...en die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn..." De slaven die een christen als heer hadden mochten niet daarom hun heer minder eer bewijzen. Ook al was men binnen de gemeente Gods elkanders broeders, in de maatschappelijke verhoudingen mocht dat geen mindering op het gezag van de een boven de ander inhouden. Integendeel „...maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn". We schreven al: een bekeerde slaaf wordt geen mens die minder presteert, maar des te getrouwer zijn werk doet. Maar ook wijst de apostel op de roeping van de christen-heren: weldoen. De heren hebben zich tegenover de slaven ook als christenen te gedragen. Het geloof stempelt de mens juist ook in zijn maatschappelijke verhoudingen.

Uit deze twee verzen die een concreet maatschappelijk gegeven van Paulus' dagen aan de orde stellen, kunnen we een conclusie trekken. Het Evangelie is niet primair gegeven als een instrument om maatschappelijke verhoudingen te veranderen. Het wil de mens veranderen en niet de maatschappij. Dat laatste is wel gebeurd wat betreft de slavernij.

Maar de apostel liep niet met een. spandoek waarop geschreven: schaf de slavernij af! Integendeel, zouden we zeggen. Hij roept juist de slaven op een goede slaaf te blijven opdat niet de Naam en de leer van God zouden worden gelasterd. Dat wil uiteraard niet zeggen dat het Evangelie niet indirect ook invloed heeft op maatschappelijke verhoudingen. Dat kunnen we ook lezen in vers 2.

Slaven en heren worden eikaars broeders genoemd. Dat was nieuw in die tijd. Het Evangelie schept een nieuw verband, roept nieuwe relaties in het leven. Slaven blijven slaven en heren blijven heren, maar boven hen samen staat het woord 'broeders' geschreven. Het geloof geeft nieuwe inhoud aan menselijke verhoudingen.

Slaven zien hun heer in Christus als een broeder. En heren hebben hun slaven wèl te doen. En dat geeft aan de slavernij toch een ander karakter. „De bekering van de heer zal niet onopgemerkt voorbijgaan aan zijn slaven. Maar de bekering van de slaaf ook niet aan de heer of deze nu gelovig is of niet. Het zout van het Evangelie moet de maatschappelijke verhoudingen niet opheffen maar wel doortrekken. Als mensen naar het Evangelie luisteren wordt het onverteerbare goed eetbare kost en wat verderfelijk is, wordt door dit zout geweerd" (L. G. Zwanenburg, Leer, ambt en leven, pag. 118v).

Andere leer

Na het leven volgt ook de leer. , , Indien iemand een andere leer leen en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en met de leer die naar de godzaligheid is, die is opgeblazen..." Een andere leer. Aan het slot van vers 2 vermaant Paulus: leer en vermaan deze dingen. Dat vindt z'n noodzaak mede hierin: er zijn er die een andere leer leren. Wat is die 'andere leer' dan? Wel, zegt Paulus: en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en met de leer die naar de godzaligheid is. De woorden van de Heere Jezus is kennelijk dat wat ook Paulus aan de gemeenten heeft doorgegeven. Kort samengevat: het Evangelie van Gods genade en ontferming in Christus. Die leer heet 'gezond'. Dat heeft de betekenis in zich van: zuiver, echt, onvervalst. Er ontstond toen al een 'hetero-doxie' tegenover de 'ortho-doxie', een 'andere-leer' tegenover de rechte-leer'. Gezond wil zeggen de rechte, de zuivere leer.

De woorden van onze Heere Jezus Christus zijn rechte, zijn zuivere, zijn ware woorden. Die bedriegen je niet, die misleiden je niet. Integendeel, ze zetten een mens op de rechte weg. Het is de leer die naar, die in overeenstemming is met de godzaligheid. Dit woord ziet op de leer zoals die gegroeid was naar aanleiding van Jezus' woorden. Waar het Woord van Christus ons hart en leven vervult, daar gaan we ook leren leven tot eer van God en leren we gaan in het spoor van Christus. Dat is: god-zalig-heid d.w.z. vol van God geraken. Je hele leven in dienst van God. Welnu, alles wat daarvan afwijkt, is niet gezond, maar opgeblazen... Zo iemand is als een opgeblazen pad, hoogmoedig, verwaten. Waarom dan? Wel, hij meent het beter te weten dan de Heere Jezus Christus zelf. Hij meent dieper inzicht te hebben dan de apostelen en boven hun onderwijs uit te stijgen. Maar wat een vergissing: hij weet niets.

Die een andere leer leren menen iets te zijn, propageren hun opvattingen als een hogere leer, maar ze weten net niets. En heel hun streven komt alleen maar voort uit een behoefte naar twistvragen en woordenstrijd. Het heet eigenlijk een ziekelijke drang, een spitsvondigheid die niets met het Evangelie van doen heeft. Het resultaat in de gemeente is alleen maar verwarring, verdeeldheid. Omdat het geen echte geestelijke waarde heeft, brengt het de mensen niet bij elkaar maar verwijdert hen veeleer van elkaar. Het zijn 'verkeerde krakelingen van mensen die een verdorven verstand hebben...' Anders vertaald: het is geharrewar van mensen met een verdorven verstand.

Wat moet je nu voor goeds verwachten van mensen die van zichzelf een verdorven verstand hebben? Alles wat uit de mens zelf voortkomt, is daardoor getekend. Ook al wordt het nog zo meeslepend gebracht en al klinkt het nog zo diepzinnig of al is het nog zo diepgeestelijk wat de klanken betreft, alwat uit de mens zelf voortkomt is verdorven. Ze zijn van de waarheid beroofd, stelt Paulus. De waarheid zoals die in het Evangelie ligt geopenbaard kennen ze niet.

En dat komt vooral tot uitdrukking daar ze menen dat de godzaligheid een gewin is. Ja, hier komt de aap uit de vrome mouw: geld. De dwaalleraars lieten zich dik betalen voor hun inzichten. Ze verrijkten zichzelf met hun eigen gedachten. Paulus wil Timotheüs èn ook ons erdoor heen laten zien. Ook vandaag staan er lieden op die diepzinnige systemen hebben bedacht en uitdragen, die veel beloven aan geluk en vreugde. Maar er steekt puur materialisme achter, het is om macht en geld begonnen. Steek er uw geld niet in. Zoek deze winst niet. Er is een ander gewin. De godzaligheid is een groot gewin. Winst voor dit leven. Winst voor het toekomende leven.

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

leven en Leer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's