Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Revius:1586—1986

Dit jaar is het 400 jaar geleden dat Jacobus Revius werd geboren. In 'Koers' van 31 januari schetst prof. dr. L. Strengholt de betekenis van Revius. Hij noemt hem een Gereformeerde dichter. Maar Revius was ook predikant, geleerde, polemicus en kunstenaar. Prof. Strengolt geeft een informatief artikel over deze veelzijdige man. Hij verdeeld Revius' leven in vier perioden: zijn jeugd, zijn studententijd, zijn predikantschap en zijn leiding geven aan het Statencollege, een instituut voor de behuizing van onvermogende studenten in de godgeleerdheid. Hij was een soort regent over hen, gaf leiding aan de studie. Zo was hij direct betrokken bij de opleiding van predikanten. Hij deed dit vanuit een diepgewortelde gereformeerde levensovertuiging en dat maakte hem bij velen niet geliefd. Prof. Strengholt geeft toelichting bij allerlei aspecten van Revius' arbeid. Ik licht twee fragmenten uit zijn artikel waarin hij Revius als polemicus, kunstenaar en dichter belicht. Prof. Strengholt:

„Niet minder geprononceerd is Revius' optreden als voorvechter van de waarheid, zoals die door de Hervorming was hervonden. We zagen reeds, dat hij op twee cruciale momenten in de geschie-' denis van de gereformeerde kerken in Nederland een rol vervulde, eerst in de strijd tegen het arminianisme, vervolgens bij de opkomst van het cartesianisme Vooral zijn polemiek met de nieuwe wijsbegeerte van Cartesius heeft hem de naam van een verbitterd, twistziek man bezorgd. Naar ik meen is dit oordeel niet vrij van partijdigheid. Laat Revius een onvermoeibaar polemicus zijn geweest, men zou toch op z'n minst begrip moeten kunnen opbrengen voor iemand die met open vizier vecht tegen ideeën die hij in alle oprechtheid ziet als fundamentele gevaren voor de gemeenschap der kerk. Ik herken daarin de man die het met heel zijn integriteit als christen-geleerde opneemt voor de waarheid. Daarom hoeven we ook geen tegenstrijdigheid aan te nemen tussen de strijdbare theoloog en de fijnzinnige christen-kunstenaar Revius.

Die kunstenaar ontpopt zich als een man met een zeldzame gevoeligheid voor klank en ritme, als een musicus die tegelijk dichter of als een dichter die tevens musicus was. Hij blijft opmerkelijk, dat zijn talent in dit opzicht pas volle erkenning heeft gekregen sinds het midden van de vorige eeuw. In zijn eigen tijd is Revius als dichter wat in de schaduw gebleven. Over de oorzaken daarvan is al heel wat gefilosofeerd, maar een bevredigende verklaring is mijns inziens nog niet gevonden. Verder moeten we nu ook weer niet denken dat Revius absoluut onbekend en onbemind was in de gouden eeuw. Heinius stak zijn bewondering niet onder stoelen of banken en ook Huygens heeft waarderende woorden gesproken over de zoetvloeiendheid van Revius' poëzie. En zo waren er meer.

Dichter

Wat opvalt in zijn werk is de schriftuurlijke en nationaal-gereformeerde thematiek enerzijds en de volmaakte beheersing van eigentijdse renaissancistische vormen anderzijds. Dankzij zijn eruditie is deze dichter thuis in de poëzie van de klassieke en christelijke oudheid, maar ook van de Italiaanse en Franse renaissance, alsmede van de contemporaine Nederlandse dichters, zoals Bredero en Hooft. Zo is zijn gehoor, zijn ritmisch gevoel, zijn uitdrukkingsvermogen, zijn dichterlijke techniek kortom, geschoold door de beste „.meesters".

Vele van zijn gedichten zijn zelfstandige bewerkingen van grote voorgangers. Daarin beoefent hij de techniek van de creatieve imitatie die kenmerkend is voor de gouden eeuw. De essentie ervan is — als navolging niet in slaafse zin geschiedt — een synthese van overgeleverd cultuurgoed en zelfstandige verwerking ervan. Men is het zich niet altijd bewust, maar een lied als „Zolang ik op aarde leven zal" (Liedboek voor de Kerken, nr. 421), dat men tegenwoordig vaak hoort zingen (op de fraaie zestiende-eeuwse melodie), is niets an*ders dan een navolging van een minneliedje van

Clément Marot (dezelfde die voor Calvijn psalmen heeft berijmd in het Frans). Dit is één voorbeeld uit vele.

De dichter Revius is onder ons bekend door het sonnet Hy droech onse smerten met de beroemde aanhef „T'en zijn de Joden niet. Heer Jesu, die u cruysten". Het maakt deel uit van een reeks ongeëvenaarde lijdensgedichten. Maar er is veel en veel meer, op allerlei bijbelse motieven, en het zou eigenlijk zo moeten zijn, dat protestants Ne 1 derland deze poëzie koesterde als een van de kostbaarste schatten uit dc culturele erfenis van het gereformeerde protestantisme." Tot zover prof. Strengholt.

Nachtegaal onder de dichters

Bovenstaande regel is de ondertitel van een bundeltje gedichten van Revius, uitgegeven en toegelicht door ds. J. J. Poort. Nu we in de Lijdenstijd terecht zijn gekomen, kies ik uit deze bundel twee lijdensgedichten van Revius. De één is het welbekende 'T en zijn de Joden niet. Heer Jesu, die u cruysten' en het andere handelt over de bekende tekst waar het volk roept: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen. Eerst de weergave in de oorspronkelijke woordkeus van Revius met daarbij de toelichtende opmerkingen van ds. Poort, zoals hij dat bij elk gedicht in dit' boekje doet:

SIJN BLOET SY OVER ONS ENDE ONSE KINDEREN

Het geen u vyant riep tot zijn verderf en schade Dat roep ick tot u oock, ö heylant vol genade, Maer tot mijn salicheyt, in vieriger aendacht; U bloet zy over my en over mijn geslacht. U bloet sy over my, mijn sonden te versmoren. En op mijn kinderen, om 't quaet haer aengeboren Te wasschen, en haer siel te redden van gepijn. Soo sal der Joden vloeck voor ons een segen zijn.

HY DROECH ONSE SMERTEN

T'en zijn de Joden niet, Heere Jesu, die u [cruysten.

Noch die vcrradelijck u togen voort gericht. Noch die versmadelijck u spogen int gesicht. Noch die u knevelden, en stieten u vol puysten, T'en sijn de crijchsluy niet die met haer [felle vuysten

Den rietstock hebben of den hamer opglicht, Of het vervloecte hout op Golgotha gesticht, Of over uwen rock tsaem dobbelden en tuyschten: Ick bent, ö Heer, ick bent die u dit heb gedaen, Ick ben den sware boom die u had overlaen. Ick ben de taeye streng daermee ghy ginct [gebonden.

De nagel, en de speer, de geessel die u sloech, De boet-bedropen croon die uwen schedel droech: Want dit is al geschiedt, eylaes! om mijne sonden.

Twee gedichten, die betrekking hebben op het lijden van Christus.

Het eerste verwijst naar het volk, dat tot Pilatus riep: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen!" (Matth. 27 : 25). Daarna liet Pilatus Bar-Abbas los en gaf Jezus over om gekruisigd te worden.

Ter verklaring: „vierige aendacht", betekent godvruchtige stemming.

Wonderlijk mooi is hoe Revius hetzelfde roepen wil als destijds het volk, maar met volkomen tegenovergestelde bedoeling: opdat Christus' bloed hem juist wóssen zou van al zijn zonden.

In het tweede gedicht neemt Revius de ogenschijnlijke schuld aan de dood van Jezus op zich: „Ick bent, die u dit heb gedaan". Het woord „puysten" kunnen we vertalen door builen. „Tuyschten": dobbelen; en met de zware boom wordt het kruishout bedoeld.

Tot zover uit het boekje van ds. Poort. Het is een goede zaak hen te gedenken in wie God ons veel schonk. Mannen van stavast, verworteld in de Schriften en in de gereformeerde religie.

N.a.v. Ds. J. J. Poort, Jacobus Revius, Nachtegaal onder de dichters, uitg. Dc Banier, 64 pag. Prijs ƒ 9, 75.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's