Ons bijwoordje 'nog'
KOL-OMMETJE
Geboeid komen wij in nare streken. Ktmncn tenminste daar komen volgens een psalm. Andersom geschiedt ook. Een preektekst kan fascineren. Dan moet je wel eens ver op stap. Zo troonde heel pasgeleden het woordje 'nog' mij mijlen mee. Ik wilde erachter komen om de tekst treffender te laten overkomen. Op die manier vind je nog eens wat. Het jasje van KOL-ommetje kan niet om alles heen van wat ik aantrof. Iets ervan vertel ik nu.
Kleintjes kunnen kwaad. O, die vosjes die de bloeiende wijngaard beschadigen. Vang ze. Kleinen kunnen nuttig zijn. Insekjes bijvoorbeeld. Op die manier kunnen kleine woorden in een tekst de zin opklaren. Of een bijzondere nadruk alsook accent verlenen. Daar heb je het woordje 'nog'. Ons woordje mag ik onderhand wel kwijt. Al pratende — of schrijvende — signaleer je ermee dat een toestand in heden, verleden en toekomst voortduurt, èn dat dan vaak in weerwil van gebeurtenissen die intreden zo wel als tussenbeide treden. De geschiedenis van de zogenaamde maanzieke jongen offreert 'n helder voorbeeld. De genezing rukte al op en nóg scheurde hem de duivel. Die weet niet van ophouden en capituleren.
Ik verrichtte nasporing. Onder andere stuitte ik op de tekst: En het zal geschieden. eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden, terwijl zij nog spreken, zo zal ik horen. Nee, dat staat niet in een psalm. De profeet Jesaja komt ermee. In een nog wel bekend hoofdstuk. Het 65e beginnend met „Gevonden van hen, die naar Mij niet zochten". Het is maar dat wij het voortaan weten. Terwijl zij nog spreken... Eer het Amen weerklinkt heeft de verhoring reeds plaats gehad. Dat noem je bediend worden op je wenken. Wat hebben wij toch eigenlijk een snelle en verrassende Verhoorder van onze geben 1 Sta er eens bij stil. In langdurige verwondering.
Maar toch ook weer verder. Voor mij ligt Daniël 9. De profeet had zich verdiept in het profetische woord van Jeremia, die de zeventig jaren noemt na de verwoesting van Jeruzalem. Zou God het ook Zelf vergeten zijn.? De termijn immers verstreek. Zo volgt een zeer veelzeggend gebed vol schuldbelijdenis en boete. Er valt zeer veel van te leren. Voor de nare tijden waarin wij leven. Het gebed is nog aan de gang en daar gebeurt het: Als ik nog sprak en bad en beleed mijne zonde en de zonde van mijn volk Israël, en smeking neerwierp; ...als ik nog sprak in het gebed, zo kwam de man Gabriël... Een hoog ^stapeltje verklaringen van het boek Daniël keek ik erop na. Alleen voorzover ik kon nagaan was het Da Costa, die verwees naar Jesaja 65 vers 24: terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen.
Nog was de ontdekkingsreis niet voltooid, Daniël 9 verwees mij terug naar Daniël 8 vers 15. De profeet aanschouwde een heel gevecht van ram en geitebok. Hoe stond hij erbij te kijken. Wat moet je daar nu van denken.? Het proberen te verstaan. Maar dat is niet eenvoudig. Dat zal wel bidden worden. Eer het echter ertoe kwam stond voor Daniël reeds als gedaante van een man èn klonk over de waterspiegel van de Ulaï: Gabriël geef deze man het gezicht te verstaan. Kun je denken daar hebben wij de eerste helft van jesaja 65 vers 24: eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden.
In twee hoofdstukken — negen en acht — van het boek Daniël de hele tekst van Jesaja 65 vers 24 compleet. Zowel het „eer zij roepen" als het „terwijl zij nog spreken". Ietsje van de oopst van de nasporingen.
Tenslotte wil ik nog wel vertellen de hoofdsom. Er is — met grote kapitalen — een NOG van de Heere. Een NOG van ontferming, voorzienigheid en uitzien naar bekering. Dan nog wilt Gij U ontfermen. Nog onderhoudt, zo met klem de catechismus (Zondag 10). Heb het in de gaten. Zijn arm is nog uitgestrekt, zegt de profeet bij herhaling. Er is dus een groot NOG van de Heere, onze God. Helaas is er ook - in weerwil van het grote NOG — een onbegrijpelijk tegenstrevig 'nog' van ons onboetvaardige mensenkinderen. Hebt u nog uw verharde harten.? Hoe bestaat zoiets na al wat Gods almacht en genade wrochten.? Hard tegen hard. NOG tegen nog. Het onderspit is gegarandeerd. Alleen moet ik volledigheidshalve nog noteren dat dit onderspit te laat kan plaats vinden. Dan is Leiden in last. Namelijk als wij ons er met een Jantje vandaar ervan afmaken. Denk er nog maar eens goed over na. Wellicht is het antwoord er reeds eer uroept.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's