Een promotie over de Erskines
„De prediking van Ebenezer en Ralph Erskine". Zo luidt de titel van het proefschrift, waarop ds. P. H. van Harten te Wapenveld op donderdag 20 november j.1. aan de Rijks Universiteit van Utrecht de graad van doctor in de godgeleerdheid behaalde. Hoewel van tevoren niet zoveel ruchtbaarheid aan deze promotie was gegeven — de jonge doctor is een zeer bescheiden mens!
— was de zaal stampvol. Dat mag toch wel worden uitgelegd als een bewijs van het feit dat velen bij dit onderwerp betrokken zijn. Het is toch eigenlijk vreemd dat niemand in ons land, waar de preken van de Erkines twee eeuwen lang veel lezers hebben gevonden, tot nog toe op de gedachte is gekomen aan hun leven en prediking een dissertatie te wijden. Deze leemte is dan nu opgevuld door een grondige studie waaraan vele jaren is gewerkt en die zeker zijn weg zal vinden, als ik het goed inschat niet alleen in onze Nederlandse Hervormde Kerk, maar ook in de „gescheiden" kerken, waar de gebroeders Erskine nog steeds als gezaghebbende theologen worden gezien, ook al heeft hun ruime Evangelie-prediking ook wel weerstanden opgeroepen. Op de dissertatie zelf hoop ik later uitvoerig terug te komen. Voor ditmaal alleen een globale indruk van de promotie-plechtigheid zelf.
Het steekspel
De eerste twee opponenten waren de promotor, prof. dr. C. Graafland, en prof. dr. 1. van den Berg uit Leiden. Hun vragen cirkelden om één en hetzelfde thema, wat ook eigenlijk de kern van de prediking van de Erskines raakt en wat ook als ondertitel aan het proefschrift is meegegeven: „Evangelieverkondiging in het spanningsveld van verkiezing en belofte". De gebroeders waren Calvinisten en stonden bewust in de traditie van de Confessie van Westminster, waarin toch de dubbele praedestinatie dominant is. Hangt die praedestinatie dan toch niet als een donkere schaduw boven hun ruime aanbod van genade? Kortom, in het geding was stelling 3 uit het proefschrift:
„In de prediking van de Erskines vindt vanuit het pastoraat een correctie plaats op de dogmatiek".
De promovendus verdedigde de Erskines door op te merken dat ze inderdaad de praedestinatie volledig hebben laten staan, maar dat deze door hen behoort tot de verborgen dingen. Wat God heeft geopenbaard is Zijn welbehagen om zondaren welmenend te roepen en zalig te maken.
Een ludiek element bracht prof. dr. O. J. de Jong in de discussie door zijn opmerkingen over de levensbeschrijving die in de dissertatie erg kort is uitgevallen. Slechts terloops worden de huwelijks-en gezinsomstandigheden weergegeven. Tegenover zijn
visie dat de Erskines zouden zijn bijgezet in het familiegraf in Dryburgh hield de promovendus staande dat ze begraven zijn in de plaatsen waar ze hebben gestaan: Ebenezer in Stirling en Ralph in Dunfermline.
Nadat nog enkele vragen waren gesteld klonk het onverbiddelijke „hora est". Het maakte een einde aan een discussie die ook voor een belangstellende „leek" te volgen was, en dat kan niet bij elke promotie worden gezegd!
Een (geluk)wens
Ik wil graag eindigen met een gelukwens en een wens. De gelukwens werd al eerder uitgesproken, maar niemand zal het me hopelijk kwalijk nemen wanneer ze ook nogeens aan het papier wordt toevertrouwd. Ik had het voorrecht het grote gebeuren van dichtbij mee te maken, want de vriendschap met ds. Van Harten dateert reeds uit onze studententijd en één van de pijlers van deze vriendschap is ongetwijfeld onze gemeenschappelijke liefde voor de Erskines. Ik heb dan ook met verlangen uitgezien naar het reslultaat van vele jaren studie. En ik heb er diep respect voor dat het mogelijk is gebleken dat mijn vriend en broeder, naast het werk in een viertal gemeenten — Molenaarsgraaf, Dinteloord, Soest en Wapenveld — zo intensief bezig kon zijn met de arbeid van de twee grote Schotse predikers, Daarvoor komt allereerst de Heere de dank toe, daarmee mogen we hem en zijn gezin ook van harte feliciteren.
De wen^die nu volgt is ook niet origineel.
ze was op de dag van de promotie in verschillende toonaarden te horen. We mogen hopen dat deze studie in brede kring gelezen zal worden. Onze Gereformeerde Gezindte is jammerlijk verdeeld, maar het probleem dat in dit werk aan de orde wordt gesteld speelt in bijna alle kerken en kringen: de verhouding tussen verkiezing en belofte. Dat heeft alles te maken met de prediking en met de heilszekerheid. Daarom hoop ik dat men in al die kerken en kringen winst zal doen met wat ons hier geboden is. Dan zou deze dissertatie een middel kunnen zijn om de dienaren van het Woord te stimuleren tot een rijke prediking van de genade Gods in Christus, een middel ook om mensen te brengen tot de zekerheid van het geloof, die zo centraal staat in de verkondiging van deze twee Schotten die nog spreken, lang nadat ze gestorven zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's