Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De lofzang van Elizabet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De lofzang van Elizabet

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

n.a.v. Lukas 1 : 39—45

De eerste die zingt

Is het u wel eens opgevallen dat ook Elizabet gezongen heeft.? Deze oude moeder in Israël blijft in de adventsgeschiedenis wat op de achtergrond. We zouden haar bijna vergeten. Toch is dat niet terecht. Want naast de lofzangen van Maria en Zacharias treffen we in Lukas 1 ook de lofzang van Elizabeth aan.

Zij is zelfs de allereerste die gezongen heeft. Bij wie de blijdschap een uitweg zocht, omdat ze zich gelovig verblijdde over Gods genade. Want — daar heeft ze van gezongen. Niet in de eerste plaats van het feit dat zij op haar oude dag nog moeder mocht worden. Maar van het wonder dat de Zaligmaker al vóór Zijn geboorte tot haar kwam.

Elizabet is alle anderen voor geweest. Op het moment dat haar veel en veel jongere nicht, Maria uit Nazareth, haar bezocht, is de Heilige Geest vaardig over haar geworden, en stroomden de woorden haar uit de mond. Wat wilt u, als de Geest je hart vervult.

Een stille wenk

De ontmoeting van Maria en Elizabet is Goddelijke Leiding. Nadat de engel Gabriël zijn boodschap aan Maria had gebracht, heeft hij haar

een stille wenk gegeven: en zie, Elizabet, uw nicht, is ook zelf bevrucht met een zoon in haar ouderdom. Het wordt zomaar terloops gezegd. Maar een goed verstaander... Voor Maria is het een teken. Een ongevraagd teken. Tegelijk een indirekt bevel om de reis naar het bergland van Juda aan te vangen. „De engel geeft Maria het teken dat Elizabet zwanger is, zoals de engel de herders ook een teken gaf. Zo gaat ze op aansporing van de Heilige Geest en op het bevel van de engel" (Luther). Met haast, staat er. Ze wordt door een vurig verlangen gedreven om haar geheim met Elizabet te delen. De moeite van een dagenlange reis heeft ze er graag voor over. De gemeenschap met haar oude nicht trekt. Gemeenschap der heiligen!

Hier zien de Gods trouwe zorg voor Maria. Vergeet u niet dat ze een moeilijke tijd tegemoet gaat. Van Elizabeth is de smaad weggenomen. Maar voor Maria begint nu de smaad.

Smaad van Christus! Wat zullen de mensen er wel niet van zeggen, als ze binnenkort zwanger blijkt te zijn. En vooral: wat zal Jozef er wel niet van denken. De weg die Maria moet gaan, is er één met veel strijd, aanvechting en onbegrip. Maar juist aan het begin van deze weg mag zij zich sterken in de gemeenschap met de Godvrezende Elizabet. Onderschat u de gemeenschap met elkaar niet. Er zijn momenten dat wij de eenzaamheid nodig hebben. Als er met de Heere onder vier ogen iets te bespreken valt b.v. Maar er zijn ook momenten dat wij de eenzaamheid juist moeten mijden, om de zegen van de gemeenschap te zoeken. Eenzaamheid kan een gifbodem voor twijfel en ongeloof zijn. Terwijl onderlinge gemeenschap in de Heere voor veel geestelijke duisternis bewaart. Wat kan een gesprek ons niet opbeuren. We hebben elkaar binnen de gemeente bij te staan in een moeilijke periode. Zo wil de Heere het. Hij is het Die in Lukas 1 Maria naar Elizabet dirigeert. Want in de gemeenschap der heiligen is het voluit waar: gedeelde smart is halve smart. Gedeelde vreugde is dubbele vreugde. „Maria's oogmerk was, eensdeels om versterkt te worden in haar geloof, en aan de andere zijde om gezamenlijk met Elizabet de aan beiden geschonken genade groot te maken" (Calvijn).

De Geest is al vooruit gereisd

De ontmoeting tussen de beide aanstaande moeders wordt voor Maria een heerlijke bevestiging. De reden van haar plotselinge komst behoeft ze niet eens te vertellen. Elizabet blijkt volkomen op de hoogte te zijn van de genade die Maria ten-deel gevallen is. De Heilige Geest is voor Maria uitgereisd. Op het moment dat ze Elizabet begroet. maakt de nog ongeboren Johannes een heftige beweging, en wordt zijn moeder vervuld met de Heilige Geest. In het huis van dit priestergezin wordt het plotseling Pinksteren. Klein Pinksteren. Het is treffend hoe dikwijls de Heilige Geest in Lukas 1 wordt genoemd.

De adventsgeschiedenis is vol van de Geest (vs 15„ 35, 41, 67). En door die Geest ontvangt Elizabet een gescherpte blik. Met een grote stem roept ze uit: gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht van uw buik. Ze neemt de woorden van de engel bijna letterlijk over. Het is alsof Elizabet erbij is geweest, toen Gabriël aan Maria verscheen. Wat moet dat voor Maria een bevestiging zijn. Let wel, het is aan Maria nog niet te zien dat ze moeder gaat worden.

Ze komt zoals ze is. Een eenvoudige, arme jonge vrouw. En tegelijk is ze de gezegende. Omdat ze allereerst de begenadigde is (vs 28).

Nog een woord van Luther: „Het zou op zijn plaats geweest zijn, als men een gouden wagen voor haar besteld had, en als men haar met vierduizend paarden begeleid had, en als voor de wagen de herauten gelopen hadden, met trompetten in de hand: hier rijdt de gezegende onder de vrouwen! Maar niets van dat alles. Het arme meisje gaat de lange weg te voet, en nochtans is zij de moeder Gods. Het zou geen wonder geweest zijn, als alle bergen van vreugde gehuppeld en gedanst hadden." Christus' komst op aarde is zonder heerlijkheid en waardigheid. De hoge God heeft Zich in Hem heel klein gemaakt, om zo een weg uit het slop van de zonde te banen. Voor het natuurlijk oog is Hij onherkenbaar. Maar niet voor het oog dat verlicht wordt door de

Geest. Waar het ongeloof niets ziet, ziet het geloof alles. Elizabet is er het levende bewijs van. Vervuld met de Geest als ze is, komt haar tong los en zingt ze haar lofzang op Gods genade. De Geest heeft haar op de hoogte gesteld. Niet enkel van het feit van Christus' komst. Ook op de hoogte van de lof. En van de verwondering. Een hoogte die voor ons onbereikbaar is, en die nochtans door de Geest wordt bereikt.

Vanwaar — tot mij

Kern van Elizabets lofzang is vs 43: en vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt.? Deze geschiedenis is een voorspel van het Kerstfeest. Elizabet krijgt ten diepste de Zaligmaker Zelf op bezoek. Let op dat „mijn Heere". Daar valt de nadruk op. Ze belijdt het ongeboren leven als haar Koning en Zaligmaker. Zoals later Thomas: mijn Heere en mijn God. Zoals straks Simeon: mijn ogen

hebben uw zaligheid gezien. Elizabet viert reeds het Christusfeest vóór de Kerstnacht in Bethlehem. En het is vooral de verwondering die haar vervult. Hoe kan het ook anders. Wie de Zaligmaker mag ontmoeten, komt altijd bij de verwondering uit.

Vanwaar komt mij dit.? Waar ligt de bron.? Wie heeft deze Heere tot mij gezonden.? Elizabet vróagt het! Haar man zal straks in zijn lofzang het antwoord geven: door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid van onze God. De Zaligmaker is een geschenk van Gods welbehagen. Nooit te verklaren. Alleen te aanbidden. De vrije gunst die eeuwig God bewoog. Vanwaar.? Hoort u de verwondering en de blijdschap.? Hoe is het mogelijk, wil Elizabet zeggen. Waar heb ik het aan verdiend. En dan tot mij! „Ik arme, ellendige, verachte vrouw, denkt ze. Vanwaar komt mij deze eer.? Waarom komt Ge niet tot de vrouw van Annas of van Kajafas, maar tot mij, rimpelige vrouw die onvruchtbaar is geweest en in smaad heeft geleefd.? " (Luther).

Tot mij — dat is het hele evangelie in twee woorden. In een notendop. Niet: ik tot Hem. Maar: Hij tot mij. God geve dat we iets van die verwondering op het komende Kerstfeest zullen verstaan. Een Kerstfeest zonder verwondering is geen Kerstfeest. Als de verwondering ontbreekt, wordt de genade een rekensom. Ik ben een zondaar. Jezus is de Zaligmaker Die voor zondaren gekomen is. Streep er onder. Uitkomst nul. Een som die klopt! Maar als het zo in ons leven ligt, zo koel en beredeneerd, dat kan ik u verzekeren dat u de Zaligmaker nog nooit hebt ontmoet. Want het wonder van de genade is juist, dat het niet klopt, en toch waar is. Dat kan ik alleen maar belijden: Heere. ik heb om Uw bezoek niet gevraagd, en U bent toch gekomen. Tot mij.

ellendige. Tot mij, goddeloze. Daar raak je met Elizabet ondersteboven van. Het levende geloof kan het niet op. Hij tot mij! Dat mag allen bemoedigen die niet bij Hem kunnen komen. Van wie de armen te kort zijn en de benen krachteloos. Hij komt tot u. Want: u is heden geboren de Zaligmaker. Die beleden wil worden als: mijn Heere!

Een zaligspreking

In de beide laatste verzen van haar lofzang richt Elizabet zich tot Maria. Ze is nog niet uitgezongen. In vs 44 laat ze Maria weten dat het kindeke van vreugde opsprong in haar schoot, toen Maria haar groet liet horen. D.w.z. Johannes en Jezus zijn met elkaar verbonden, zoals de dageraad en de nieuwe dag met elkaar verbonden zijn. Johannes reageert hier op Christus, reeds voor de geboorte van beiden. Wat moet ook dat een bevestiging voor Maria zijn. De Heere bevestigt Zijn Woord. Hij heeft daar zo Zijn eigen middelen voor.

Tenslotte vloeit uit de mond van Elizabet een zaligspreking. De eerste in het evangelie. Zalig is zij, die geloofd heeft. Het zou kunnen zijn dat Elizabet met schaamte en pijn aan haar man heeft gedacht. Dit jonge meisje maakte die oude ambtsdrager beschaamd. Soms gaan jonge mensen ouderen voor. Misschien dat u dat wel bij uw eigen kinderen ziet. Of bij uw kleinkinderen. Hoe vrij en open ze spreken over de dingen van het Woord. U maakt dat toch niet verdacht? Dank er de Heere voor. en bidt of Hij het voleinden wil.

Zalig is zij die geloofd heeft. Maria heeft inderdaad geloofd. Zie, de dienstmaagd des Heeren, mij geschiedde naar Uw Woord. Dat is geloof. Geloof op zijn best. Niet de jamaars waar Zacharias mee kwam. Maar zich gelovig toevertrouwen aan het Woord van God, en daarmee aan de God van het Woord. , .Ons onderwerpen aan hetgeen God tot ons zegt, en ons overtuigd te houden dat Hij doen zal wat Hij ons beloofd heeft." (Calvijn op vs 45).

Nee, dat is geen prestatie. Elizabet prijst Góds werk in Maria. Het naakte geloof dat uit de Geest is. Het koersen op de belofte. Tegen de onmogelijkheden en de feiten in. In de vaste wetenschap, dat geen ding bij God onmogelijk zal zijn (vs 37). Dan zijn we zalig. Nu al, en eeuwig. Zalig door de Zalig-maker. Kennen we iets van dat geloof? Hangt u aan Gods beloften die als reddende touwen vanuit de hemel zijn neer gelaten? Dan mag u vertrouwen dat de Heere het maken zal.

Volbracht

Immers: de dingen die haar van de Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden. Die zekerheid mag Elizabet Maria toezingen. Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht. En wie denkt dan niet aan het 6e kruiswoord? Wat hier in Lukas 1 door de Heere begonnen wordt, wordt aan het kruis volbracht. Zo is nu God. Zijn verlossingswerk komt klaar! Zalig wie dat gelooft. Tegen alles in, en dwars door alles heen. Zalig ook wie zich als Elizabet verwondert, en zo de komende Kerstdagen tegemoet leeft. Hebt u er iets van ontdekt hoe rijk deze lofzang van deze oude moeder is? Helaas hebben we er geen berijming van, zoals van de lofzangen van Maria, Zacharias en Simeon. Het zou een rijke lofzang zijn om voor onszelf of met de gemeente te zingen. Maar — er zijn psalmen die de verwondering van Elizabet vertolken. „Zingt, zingt een nieuw gezang de Heere. Die grote God Die wonderen deed." Want: „Hij heeft gedacht aan Zijn genade. Zijn trouw aan Israël nooit gekrenkt."

Rijssen.

J.C. Schuurman

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1986

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

De lofzang van Elizabet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1986

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's