Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noach

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noach

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(20)

„Dit nu zyn de geboorten van Noachs zonen: Sem, Cham en Japheth..." Genesis 10

In de namenrij van Genesis 10, waarin de zeventig volken der aarde aan ons oog voorbijtrekken, ligt de naam van Israël nog diep verscholen in de naam Arfachsad, de zoon van Sem. Zichtbaar is Israël, het volk van de verkiezmg, nog niet temidden van de volken. Maar wel zichtbaar is Nimrod, over wie temidden van deze namengalerij meer wordt gezegd dan over de andere namen.

„En Kusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde...". Nimrod, de geweldige! Het zelfde woord klinkt hier als eerder in Genesis 6 : 4 aangaande de kinderen van Gods zonen en de dochters der mensen: ...deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van naam." De geweldigen! Nimrod is de geweldige held. En hij is een geweldig jager ook. Als vanzelf denken we dan: en jager van dieren dus.

Maar het verband van de tekst laat ook de betekenis toe: en jager van mensen. En dat was hij, horen we, „voor het aangezicht des HEEREN". Deze laatste uitdrukking kan letterlijk betekenen: n het aangezicht van God. Daarmee is gezegd, dat Nimrod een geweldig jager was in het aangezicht van God, tegenover God. Er zit dan een uitdagende klank in. Nimrod daagde God uit met zijn geweldigheid. Een andere betekenis van de woorden „voor het aangezicht des HEEREN" is: ovenmate groot. Zo staat er van Ninivé geschreven, dat zij „een grote stad Gods" is (Jona 3:3); daarmee is van Ninivé gezegd, dat zij een bovenmate grote stad is. Nimrod wordt dus getekend als een buitengewoon jager, uitdagend in verschijning voor het aangezicht des HEEREN.

En vandaar wordt er gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN. De verschijning van Nimrod is aanleiding geworden tot een gezegde, een spraakgebruik. Zijn naam betekent letterlijk: wij willen weerspannig zijn... Nimrod, de geweldenaar! Wat is ten diepste zijn wezen.?

Calvijn geeft in zijn uitleg van Genesis een markante tekening van Nimrod. Hij verstaat het „geweldige" van Nimrod als volgt. Tot dan toe hadden de mensen een dragelijke sociale orde gekend. Degenen, die een leidende positie innamen, hadden geen macht of koninklijke rechten. Tot dan toe was er wel gezag, maar geen macht. Nimrod was de eerste, die vergat dat hij een mens was, en plaatste zichzelf op een hogere trap. Met andere woorden: Nimrod is in de Schriften de eerste tiran. In Nimrod zien we op aarde de eerste tiran verschijnen. Hij is de geweldenaar, die het recht van de sterkste wil doen gelden. Hij is de jager op dieren, maar ook op mensen. Hij vangt om te doden, om te heersen. Hij is de man van misbruik van macht en van het vestigen van een dictatuur. Nimrod is de eerste, die een koninkrijk sticht, en als beginsel daarin het misbruik van macht doet gelden. Nimrod, de eerste tiran op aarde...

In plaats van het heersen, waartoe de mens van den beginne geroepen was — namelijk het heersen als dienen, zoals dat in de hof van Eden van oorsprong gold — komt nu het beginsel van een ander heersen temidden van de volken der aarde aan het licht. We horen dan ook, tot onze verbijstering, dat het beginsel van het rijk van Nimrod Babel was. En die naam kennen we uit de Schriften: Babel. Van Genesis tot en met Openbaring. Het beginsel van Nimrods rijk: wat is hier een beginsel.? In het Spreukenboek wordt de vreze des HEEREN het beginsel van de wijsheid genoemd. Het eerste en het beste! Zo vernemen we hier de grote tegenstelling: het eerste en het slechtste van het rijk van Babel. Hiermee is het begonnen en dit zit er altijd achter: Babel, de naam, die we nu voor het eerst in de Schriften horen klinken. Telkens wanneer we in de Bijbel de naam Babel tegenkomen hebben we te denken aan Nimrod en zijn geweldig gewelddadig optreden. Tot in het laatste bijbelboek zal deze naam ons het beginsel laten horen van het grote tegenover-

gestelde. Tegenover het beginsel van het koninkrijk van God staat dit beginsel van Babyion, de grote hoer en de moeder van alle hoererijen.

Altijd is het beginsel van Babel de donkere tegenpool tegenover het licht van het koninkrijk van God. Zo letten we er op dat de diefstal van Achan, beschreven in Jozua 7, een „Babylonisch overkleed" betrof. Zo horen we de profeet een spotlied aanheffen op de koning van Babel (Jesaja 14) als tegenlied van de lofprijzing van Jeruzalem, de stad van de Allerhoogste, Die Zijn gezag uitoefent door te dienen. Zo horen we in het laatste van de bijbelboeken hoe het grote Babyion, nadat het beginsel van deze stad ontdekkend en uitvoerig is getekend, tenslotte als een molensteen in de zee wordt geworpen. En daarmee is de tegenpartij van de bruid, de vrouw van het Lam, geoordeeld. En dan begint de bruiloft van het Lam...

Zo is het ontdekkend temidden van de namen der volken het beginsel van Babel ontmaskerd te zien. En hoe herkenbaar is de tekening. Tegenover Adam, die van oorsprong geroepen was zo te heersen over de dieren, dat hij deze namen gaf, zien we Nimrod, de geweldenaar, verschijnen die jacht maakt op dieren. Nimrod verheft zich boven de anderen, vergeet dat hij mens is, en oefent zijn macht uit in tirannie. Hoe herkenbaar is ook vandaag Nimrod temidden van de volken der wereld...

En tegenover dit zichtbare beginsel van Babel ligt diep verscholen de naam van Israël, nog sluimerend onder de volken.

Ook kunnen we — in het licht van de ganse Schrift — de vraag stellen: aar is in Genesis 10 de gestalte van Jezus Christus vindbaar? Of vragen we dan te veel, wanneer we naar Zijn Naam zoeken temidden van de zeventig namen? Diep verborgen in de lenden van Arfachsad ligt verscholen de naam van Jezus Christus. Immers naar het woord van de apostel is Christus uit de vaders „zoveel het vlees aangaat" (Rom. 9 : 5). Zo duidelijk als het beginsel van het rijk van Nimrod in deze wereld'zichtbaar is, zo onzichtbaar en verborgen is het beginsel van het rijk van Jezus Christus onder de volken aanwezig. Dat mogen we aflezen uit de namengalerij van Genesis 10. De geweldenaren, die een grote mond opzetten, de tirannen en brutalen, die de halve wereld menen te bezitten... ze treden zichtbaar en hoorbaar en voelbaar op. En nu — wat is óns beginsel?

Het is goed op dit moment voor elkaar in herinnering te brengen de doorgaande grondtoon in de prediking van Kohlbrügge, die in heel zijn verkondiging „Christus zo diep in het vlees trekt". In een uithoek van het Romeinse rijk liet Hij Zich leggen in een kribbe, en vanuit die uithoek ging Hij deze wereld beheersen. Ja, heersen als Een, Die dient. Ziedaar, het diepe en hoge kenmerk. Diep verborgen in de schoot der volken is de eerstgeboren Zoon van God te vinden. En dat is adembenemend: e ontdekking, dat temidden van het wereldwijde beginsel van Babyion de schoonheid van de verborgen Christus te ontmoeten valt. En daarmee hebben we ook het leven der aanvechting getekend. Immers — het leven met Christus is een leven met Christus verborgen in God (Coll. 3 : 3). De wolk van hemelvaart onttrekt ons de Opgestane aan het oog. Juist wanneer de discipelen vragen of in deze tijd het Koninkrijk van God aan Israël weer wordt opgericht — en nergens horen we dat dit een verkeerde vraag zou zijn — dan is het antwoord: e wolk van hemelvaart en de uitstorting van de Heilige Geest. Met andere woorden: et komt nu geheel aan niet op het zien, maar op het

horen. Door Woord en door Geest regeert de gekruisigde en opgestane Christus.. En dat nu brengt diepe aanvechting teweeg. Het beginsel van Nimrod is zo onmiskenbaar duidelijk aanwezig in deze wereld. Zo zichtbaar is het beginsel van de tirannie. Het heeft ook alle schaamte en beschroomdheid afgelegd: brutaal en zonder omwegen presenteert zich de tirannie. En mensen en dieren hebben te vrezen...

De diepe troost in Genesis 10 verborgen is, dat we ook hier de Schriften hebben te spellen vanuit het einde. We hebben dóór te lezen, tot en met het laatste bijbelboek. Om te weten, hoe eenmaal de wolk van hemelvaart breken zal, en op de wolken Hij verschijnen zal, die genoemd is de Koning der koningen, en de Heere der heren. En het beginsel van Zijn rijk is het heersen als dienen. Niet gekomen is Hij om gediend te worden, maar om te dienen... En of we deze woorden werkelijk gehoord en verstaan hebben?

Zie, eenmaal zond Jezus Zijn discipelen uit, twee aan twee, met volmacht, als een zeventig-tal, naar de volken der aarde. Naar alle volken. En zie, op de Pinksterdag zijn ze vertegenwoordigd, de volken der aarde. Dan zijn ze gekomen naar Jeruzalem — het grote tegenbeeld van de stad Babyion — om een ieder in de eigen taal de grote werken van God te horen verkondigen. Tegenover de uitgaande en tirannieke beweging van Babel zet de Schrift de beweging van de volken naar Jeruzalem heen. O, dat eindelijk de volken zo wijs werden te vragen naar de God van Israël...

En persoonlijk, in stilte en afzondering van deze dingen horend, slaat de schrik ons om het hart wanneer we het beginsel van Babel zien en herkennen. Diep in onszelf. Maar door het donker heen licht het andere beginsel op, verborgen en toch een licht: het beginsel van het nieuwe Jeruzalem, waar slechts één licht brandt. Want het Lam is

haar kaars!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Noach

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's