Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vriend van de Bruidegom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vriend van de Bruidegom

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die de bruid heejt is de bruidegorti, maar de ï^riend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de slem van de bruidegom. Zo is dan deze - mijn blijdschap vervuld geworden. Hij moet wassen, maar ik minder worden. Johannes 3 : 29-30

De Bruidegom miskend

Discipelen van Johannes geven uiting aan hun verontrusting. Ze zagen de belangstelling voor Johannes afnemen en die voor Jezus van Nazareth toenemen. Ze vonden het ongeveer het ergste v^at er gebeuren kon, als mensen Johannes verlieten voor Jezus. Rabbi, ze komen allen tot Hem... (vs 26). Straks houdt u geen mens meer over.

Ze hielden van de ernst van Johannes, en hun eigen ernst groeide tot ergernis aan toen ze zagen dat velen de kant van Jezus opgingen. Johannes zelf had wel uitdrukkelijk gezegd: Ik ben de Christus niet, en daaraan herinnert de Doper hen nog eens met grote klem (vs 28). Toch voelden ze het als een groot bezwaar dat Jezus bezig was Zich een plaats te veroveren in de harten van hen die eertijds Johannes' discipelen waren.

Ondertussen lijden we meer aan deze kwaal dan wij denken. Of hechten we in de kerk dikwijls niet meer aan de man dan aan het Woord.? Er zijn stimulansen in die richting van twee kanten. Van de kant van hoorders en predikers. Hoe gemakkelijk kan het een en het ander een sta-in-de-w^eg zijn voor het komen tot Christus.

Blijkbaar hebben de trouwste volgelingen van Johannes zijn boodschap maar met een half oor gehoord. Dat Jezus hen aangewezen was als het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, was helemaal niet tot ze doorgedrongen. Ik ben de Christus niet!

Wie zich daarin vergist, verguist het Lam. Hij kan met welke , , Johannes" ook niet sterven, want geen „Johannes" kan voor u de prijs betalen die God voor de schuld eist. Dat kan alleen het Lam. Ik hoop dat u daar goede nota van neemt.

Zoals Johannes eens zei, ik ben de Christus niet, zo zegt hij nu, ik ben de Bruidegom niet. Wie ik wel ben.? De vriend van de Bruidegom. Dus ken ik mijn plaats. Ik kom niet in de plaats van Hem, ik kom plaats maken vóór Hem. En dan komt Hij in de plaats van mij. Het beeld door Johannes hier te berde gebracht vraagt om toelichting, ^ vooral ook om toepassing. De vriend van de ' bruidegom had in de tijd van de Doper een belangrijke taak bij het tot stand kom.en van een huwelijk. Hij moest over goede overredingskracht beschikken, om de beminde van de a.s. bruidegom te overreden en voor hem in te winnen. U weet hoe Eliëzer, de knecht van Abraham, dit aanlegde bij Rebekka.

Nee, een vriend van de bruidegom is geen allemansvriend. En hoewel hij in eerste aanleg onmisbaar is, moet hij er op uit zijn zichzelf overbodig te maken. Dit is het voortreffelijkste van het voortreffelijke werk. Dat verstaat de Schrift onder ambtelijke genade. Nu, zegt Johannes zo'n vriend van dè Bruidegom ben ik. Mijn werfkracht is de liefde tot de Bruidegom. Mijn werfkracht is het Woord. Als vuurvlammen Gods in de harten van hoorders geworpen. Maar dan ben ik nog niet klaar. Ik moet u ook de schatten en rijkdommen van de Bruidegom uitstallen. De Bruidegom in de schoonheid van Zijn liefde voorstellen. Netzolang tot de a.s. bruid bereid is aan Hem, die haar zo teer bemint over te geven. Zo wordt de toepassing duidelijk. Iedere prediking is toepassing van de taak dergenen die er op uit zijn de bruid voor Christus te werven. De prediking dient wervend te zijn, hoort u nogal eens zeggen. Ik wil er niets op afdingen; maar weet u ook hoe dat toegaat.? De inzet is de eis tot bekering. De opzet is het licht van Gods Woord laten schijnen over uw leven, opdat ieder die het hoort bedenke zijn zonde en vervloeking. Hartgrondige vernedering is de opzet. Slaan die woorden eenmaal aan dan is het met u en mij gedaan. Zonde en vervloeking. We spelen er niet langer mee, maar spellen die woorden, met vrees en beven. Dientengevolge leert de Geest door het Woord de bruid te spellen: ik ben zwart. Zwart is de aanduiding en samenvatting van vijandschap, schuld, ontrouw en een verdiend oordeel. Velen denken: dit is het einde. Maar de rechte vriend van de Bruidegom is dan nog maar aan het begin. Daarop volgt de nodiging. O, dochter, hoor en zie en neig uw oren. Verlaat, vergeet, wat ooit u kon bekoren; Uws vaders huis, uw volk en wat voorheen U dierbaar en beminnenswaardig scheen.

Johannes, vriend van de Bruidegom vat het allesomvattende samen in één machtige volzin: Zie het Lam Gods, d'at de zonde der wereld w^egneemt. Ik haast me om de schatten van de Bruidegom uit te stallen. Gewisse beloften Gods worden ze genoemd.

Beloften vol vergeving, vol van de gerechtigheid van Christus, vol van het bloed des Lams, dat van alle zonden reinigt. Vol van onbegrijpelijke liefde.

Ik wil Hem wel zo voorstellen da) tiw hart begint mee te trillen, omdat alles wat aan Hem is, gans begeerlijk is... Spoedig ziet u de vriend niet meer. Maar het verlangen ontwaakt om de Bruidegom toe te behoren, aan Zijn middelaarshart te rusten en vrede met God te smaken. Hoor de roep van de Bruidegom: O Mijn duive, zijnde in de kloof der steenrotsen in het verborgen van een steile plaats, toon Mij tiw gedaante, doe Mij uw stem horen. Ja kom! Zij het ook dat u niets hebt aan te brengen dan zonde en schuld, en de ganse hel rondom u. Om ü als bruid te werven kwam Hij ten hemel af.

De Bruidegom en Zijn bruid

Om de ergernis van zijn discipelen weg te nemen zegt de vriend van de Bruidegom: Die de bruid hééft is de Bruidegom. Johannes gebruikt een voor Israël overbekend beeld. Ik ben immers de Bruidegom niet. Als Hij komt ben ik overbodig. Iedere bruid behoort haar bruidegom toe. Hij hééft haar. De vorm van het werkwoord wijst op duurzaam bezit, op onvervreemdbaar eigendom en eigendomsrecht. Dit geldt zeker van dè Bruidegom. Naar Oosters gebruik schenkt de vader de bruid aan de bruidegom op betaling van de bruidsschat door de bruidegom. Hij krijgt haar niet voor niets. Christus' koningstelg, zijn bruid is Hem ooit ter hand gesteld door de Vader, in de stille vredesraad. Vaders verkiezing ligt aan dit eigendomsrecht van de Bruidegom ten grondslag. Gelijkerwijs Hij ons heeft uitverkoren in Hem, voor de grondlegging der wereld. Ook heeft deze Bruidegom Zich verplicht de bruidsschat te

betalen. Zijn bruidsprijs was Zijn bloedprijs. Christus heeft Zich een gemeente verkregen door Zijn eigen bloed. De bruid wordt tot haar Bruidegom getrokken door het Woord, als verbrijzeld door de Wet, en zo ingewonnen voor de liefde van haar Bloedbruidegom. De Heilige Geest eigent ons toe wat wij in Christus hebben. Dit mogen geen vreemde dingen voor u blijven, ook niet alleen maar bekende klanken voor u zijn. Indien u buiten de vereniging met Christus blijft, zult u eeuwig alles missen.

Maar wat dan? Hoort aan, zegt Johannes de Bruidegom wil Zijn bruid bezitten. In de grondtekst staan de woorden bruid en bruidegom vlak naast elkaar. De Bruidegom is het onderwerp van de zin en de bruid het voorwerp van Zijn bezit. In liefde zijn ze zó verenigd dat hun beider naam in één adem wordt genoemd. Hij de mijne, ik de Zijne, vlees van Zijn vlees en been van Zijn gebeente schrijft Paulus. Daar wil de vriend van de Bruidegom toch niet tussen komen. Geen spaak wil hij steken in het wiel van des Konings zegewagen, waarop Hij voorspoedig rijdt op het Woord van Zijn waarheid.

Wat is er veel vleselijke godsdienst in onze dagen, met aandacht voor de vrome mens. voor bepaalde personen en begaafdheden. U moet deze of gene „vriend" toch wel gehoord hebben om nog voor vol-rechtzinnig door te gaan. Vraagt u of men verlangt naar of leeft uit de vereniging met de Bruidegom, men vraagt allicht teveel, men grijpt snel te hoog. Johannes kent maar één hartewens, en Paulus sluit zich daarbij van harte aan.

Ik zou u wel als een reine maagd aan een man willen voorstellen, namelijk aan Christus. Bescheiden wens ik me bij dit wensen aan te sluiten. Wat zal ik blij zijn als hier en daar mensen uit hun verlorenheid naar Christus kruipen, omdat zij alle dingen schade en drek hebben leren achten voor Hem.

De vriend van de Bruidegom en zijn blijdschap

Terwijl anderen hun teleurstelling er over uitspreken omdat er mensen zijn die van Johannes tot Jezus gaan, spreekt de Doper er juist zijn blijdschap over uit. Als rechte vriend van de Bruidegom doet hij bescheiden een paar stappen terug. Laat Bruidegom en bruid alleen. Let goed op wat hij zegt: En die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de bruidegom. Intense blijdschap stroomt er door het hart van des Bruidegoms vriend en straalt uit zijn ogen. Eindelijk zijn die twee tot één.

Hij hoorde de stem van de Bruidegom spreken tot Zijn bruid: Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Of anders: Gij hebt Mij het hart genomen o zuster, o bruid. U vraagt zich af hoe dit kan. Gelet op wie uzelf bent kan het immers nooit. Toch liet de Bruidegom niet na te laten weten: Ik moet heden in uw huis blijven. Er zou nog veel meer te noemen zijn, maar u moet hier met het oog op het Woord van de Bruidegom voor uzelf maar eens op door blijven mediteren. Ik wil samenvatten en spreken van het wonder: eens gescheiden, nu verenigd, eens onrein, nu gewassen, eens vervreemd, nu gemeenschap met de Vader en de Zoon. Onwetenden, zoekers wordt de weg gewezen. Zo zal ik tot de Koning gaan, kom ik om dan kom ik om. Met recht en reden gewaagt de vriend van de Bruidegom van zijn blijdschap. Verblijden met blijdschap staat hier voor de vreugde ten top. Let op de klimax. De vriend van de Bruidegom verblijdt zich, verder verblijdt hij zich met blijdschap, deze uitdrukking ziet op intensivering, verdieping en verhoging, en tenslotte voegt hij er aan toe dat zijn blijdschap - deze mijn blijdschap - vervuld is geworden. Drievoudige overvloed van blijdschap. Op aarde kan het niet voller. Alleen nog in de hemel. Daar is hun blijdschap onbepaald. De grondbetekenis van het woord blijdschap is genade. Wie genade kent kent echte blijvende blijdschap. Blijdschap uit genade geboren. Blijdschap, want ik ben door genade verwaardigd bruid en Bruidegom verenigd te zien.

Wat is een dienaar van het Evangelie blij als hij zondaren kwijtraakt aan Jezus. Als hij merken mag zegt Calvijn. dat de Bruidegom Zichzelf te genieten geeft door het Evangelie. Als de gemeente haar bruidslied zingt: Ik ben zeer vrolijk in de Heere, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, en de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan. Wat zal ik blij zijn te horen dat uw droefheid, bekommerde van hart tot blijdschap wordt. Als ik merk dat Hij Zich geeft aan u en daarom u zich geeft aan Hem. Ge kunt moeilijk een echte vriend van de Bruidegom zijn, als u alleen maar blij bent wanneer er niemand hoegenaamd tot Hem komt. De Heere Jezus is bedroefd als u niet tot Hem wilt komen, opdat u het leven zoudt hebben in Zijn Naam.

Hoe kan, die een vriend van de Bruidegom wil zijn daar dan blij om zijn?

U zult het eenmaal moeten verantwoorden als u ieder huwelijksaanzoek van de kant van de Bruidegom afslaat. Zou dat kunnen, die verantwoording dragen bedoel ik? Wat hebt u dan op Christus tegen?

Ralph Erskine vraagt als vriend van de Bruidegom: „Ziet gij op uw zonde? Zegt u: ik kan Christus niet omhelzen, maar uw hart zegt: ach dat Hij kome, mij omhelze en mij trekke uit de geweldige vangarmen van al mijn vorige liefhebbers en lusten, opdat ik nimmer enige afgod der wereld meer kussen moge, maar integendeel leven en sterven mag in de armen van de Zoon van God? Ik ben blij dit te horen. Kunt ge in oprechtheid betuigen dat dit de taal uwer ziel is; welnu, dan is de omhelzing tussen u en Christus reeds begonnen en zal ze ook nimmer eindigen; daar dit een Godspenning en verzekering is, dat Hij en gij elkander ontmoeten zult in de hemel en omhelzen tot in alle eeuwigheid. Vergun mij dat ik voor een vuil zondaar, gelijk gij zijt, een gelukkige en blijde bode mag zijn, en u in 's Heeren Naam aanzeg dat, moogt gij ook zo vuil en onrein zijn als ge zijt. maar zó bent u welkom bij Christus."

De konsekwentie van Johannes' blijdschap is dan ook: Hij moet wassen en ik minder worden. De vriend van de Bruidegom cijfert zich radicaal weg. Ik wil verdwijnen, laat Christus maar schijnen. Ik wil wegkwijnen, laat Christus maar groeien. Laten ze mij voor Hem vergeten. Geen rijker vreugde dan mensen aan Jezus te verliezen. Daarom is het de moeite waard om als een kaars - op te branden, en licht werpend op het Lam zelf weg te teren. Tenslotte nog één ding. Wat Johannes hier voornamelijk ambtelijk bedoeld, krijgt in het leven van elke christen een persoonlijk accent. Ik raak mijn geldingsdrong kwijt aan de voeten van het Lam. Dat is bekering. De omgekeerde weg bewandelen die ik ging toen ik God in het Paradijs verliet. Toen stak mijn „ik" God naar kroon en troon.

Maar komend tot en blijvend in Christus sterft die oude koning „ik" en blijft Christus over. Blijdschap zelfs in het minder worden heeft iets in zich van de voorsmaak van de eeuwige vreugde, als God zal zijn alles en in allen.

K. a. Z.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De vriend van de Bruidegom

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's