Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrouwkens die altijd leren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouwkens die altijd leren

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

, yVant van dezen zijn het, die in de huizen insluipen en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden; vrouwkens die altijd leren en nimmermeer tot kennis deiwaarheid komen kunnen. Gelijke/ wijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande hel geloof. Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is." 2 Timotheüs 3 : 6-9

Insluipers

Een insluiper drong naar binnen en randde de vrouw des huizes aan. Dat is een krantebericht dat in onze tijd helaas geen schok meer teweeg brengt. Maar het moet je maar gebeuren. Je bent voor je leven gewond en geschonden. Paulus gebruikt het woord 'insluipen' ook. Wel enigszins anders dan in het hier gegeven voorbeeld. Hij heeft het over de schijnvromen in de gemeente.

Ze hebben de gedaante, de uiterlijke vorm van de godzaligheid. Het lijkt heel wat te zijn. Ze verheffen zich er ook op. Maar ze missen de kracht van de godzaligheid, het leven van de bekering is afwezig. Welnu, onder hen zijn er, aldus Paulus, die dringen de huizen binnen en weten vrouwtjes aan zich te binden die met zonden zijn beladen en die door allerlei begeerten worden gedreven. Hoe hebben we deze woorden te verstaan? Het ligt voor de hand te denken aan het volgende. Dwaalleer vraagt om publiciteit en propaganda. Juist nieuwlichters trachten hun ideeën te slijten. Ze willen immers aanhang en navolging. Ze timmeren aan de weg. Tamboeren luid en alom: wij hebben de enig echte w r aarheid gevonden.

Dat gebeurde al in Paulus' dagen.

Maar, met een publieke propaganda nemen sommigen geen genoegen. Ze gaan de huizen langs en colporteren hun opvattingen aan mensen aan de deur of zelfs achter de deur, in de huiskamers. En waar, o wonder, vinden ze vooral gehoor. In huizen van sommige vrouwen. Hier enigszins meewarig, geringschattend 'vrouwtjes' genoemd. Er zit in de weergave van het woord in de oorspronkelijke taal zelfs iets minachtends in:

die stakkerds van vrouwen. Ze sluipen hun huizen binnen. Letterlijk: ze weten zich in te dringen. Ze gaan niet zo zachtzinnig en zoetsappig te werk. En ze weten waar ze moeten zijn. Bij de vrouwtjes met een belastend verleden en daarom wellicht willoze prooien. Met zonden geladen zijn en door menigerlei begeerlijkheden gedreven. We hebben hier bijna zeker te denken aan vrouwen die misschien ónder invloed van het christelijk geloof met hun zondige verleden leerden breken. Maar in hun persoonlijkheid ernstige schade hadden opgelopen. Gedeukt en verkreukeld in geestelijk opzicht en daardoor kwetsbaar en beïnvloedbaar door allerlei leringen. Zeker als die een geestelijke kleur en innerlijke toespitsing kennen. Mensen met een ernstig schuldgevoel zijn zo makkelijk een prooi van lieden die daarop inspelen met een zwaarwichtig aandoende vorm van prediking. Waren ze in het verleden makkelijk te verleiden gebleken op zedelijk-lichamelijk gebied. Nu zijn ze het vooral op geestelijk terrein. Ze hebben een onvast karakter. Ze kunnen nauwelijks weerstand bieden aan invloeden die op hen af komen. Daarom vinden de lieden hier bedoeld zo simpelweg entree bij dit slag vrouwen.

Die altijd leren

Naast licht beïnvloedbaar noemt de apostel nog een karakteristiek: 'die altijd leren en nimmermeer tot kennis der waarheid komen'. Deze woorden verraden geen domheid of een lage intelligentie bij deze 'vrouwkens', maar onthullen hun houding. Ze leggen overal hun oor te luister en blijken voor elke 'wind van leer' vatbaar te zijn. En zo komen ze nooit tot 'kennis der waarheid'. Iedereen die zich als leraar opw 7 erpt, lenen ze het oor. Ze komen van de ene misvatting in de andere terecht. Ze laten zich door elke opvatting imponeren. Als het maar een beetje overtuigend wordt gebracht. Dan gaan ze daar achteraan, dan is het weer wat anders. Maar ze komen nimmer tot de vastheid van het heil, van het kennen van de waarheid, van het geworteld en gegrond raken in de vaste bodem van Gods geboden en beloften.

Kijk, zegt de apostel, dat zijn ze nu die u misschien zo imponeren door hun woord en optreden. Kijk maar bij wie ze binnendringen. Zeg me met wie ze omgaan en u kunt zien wie ze zijn en wat hun prediking waard is. In een commentaar trof ik een treffende karakterisering aan van het genre predikers en hun gehoor hier bedoeld. Prof. Smelik schrijft: „Hieronder vindt men de indringerige en veroverende typen, fraseurs ( = praatjesmakers, JM), die hun bekeringsijver bij voorkeur richten op het vrouwelijk lichtgelovige gemoed. Gebruik makend van hun overwicht als man, interesseren zij zich allereerst voor vrouwen van bepaalde mentaliteit, wier verleden haar meer beïnvloedt dan ze zelf beseffen. Zij weten bij dezen binnen te dringen en haar in te palmen.

Ook in die tijd schijnt er een zekere damescoterie (= besloten gezelschap van dames, JM) te hebben bestaan, onbevredigde, onrustige, suggestibele, voor modern-religieuze stromingen bijzonder toegankelijke vrouwen, bij wie het gevoelsleven het wilsleven gé-

makkelijk overheerste, zonder kritische zin of ethische weerstand, snelle prooi van salonprofeten, in wier hand en mond de christelijke ernst tot een bijkans wellustig machtsmiddel wordt. Als boetpredikers terroriseren en biologeren deze verwende, barbaars-mysterieuze godsdiensttirannen de verveelde evenzeer verwende, overgevoelige individuen, die verzot zijn op afwisseling en pikanterie iets dat opzien baart, JM), zelfvernedering en zondewaan of streling en zelfverheerlijking, maar in wier leven de gezonde waarheid nooit tot een vormende en vaste macht werd."

Door de eeuwen heen is deze rake typering van toepassing gebleken tot in onze dagen toe. Er zou een 'chronique scandaleuse' te schrijven zijn van voorgangers en 'vrouwkens'. We bedoelen dat nog niet eens op zedelijk gebied, hoewel het ook daarin soms treurig verlopen is. In de Geest begonnen, maar in het vlees geëindigd. Laten we er verder niet in treden, maar ter harte nemen het gevaar dat de apostel hier signaleert. Iemand die zich aandient als voorganger moeten we niet al haastig nawandelen. Wc hebben ook in deze ons heil niet te zoeken bij een mens die zich prediker noemt. In onze tijd constateren we bij velen een sterke hang naar het gevoelsmatige, het inspelen in prediking en getuigenis op het sentiment, op het 'ik' van de mens. Geen wonder, we leven in een gevoelsarme tijd.

Dit genre heeft bovendien het 'Ik-tijdperk' mee. Komen we zo tot 'kennis der waarheid'? Is dat de geestelijke winst die we opdoen? Daar is het de Heere om begonnen.

Hij bouwt de Zijnen op het vaste, onbewegelijke fundament van Zijn beminde Zoon. En alleen het Woord dat van Hem getuigt, biedt eeuwige vastigheid. Predikers die Christus verkondigen, zijn dienaars van dat Woord alleen. Eigen ideeën en opvattingen van welke aard dienen ondergeschikt te worden gesteld aan het vaste en betrouwbare Woord des Heeren.

jannes en Jambres

Nog ingrijpender wordt Paulus' waarschuwing tegen de dwaalleer en zijn verbreiders. „Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof". Jannes en Jambres. Hun namen komen we niet tegen in de Heilige Schrift, dan alleen hier. Maar via een apocriefe traditie kennen we hun namen. Waren die namen via deze traditie ook wijdverbreid. Deze traditie voegt nog andere gegevens hier aan toe. Ze zouden zonen van Bileam zijn. Ook in later tijd, na Mozes' staan voor de Farao, zouden ze nog verschillende keren getracht hebben Mozes en het volk tegen te staan.

O.a. bij de doortocht door de Rode Zee en tijdens Israëls verblijf in de woestijn. In elk geval worden hier Jannes en Jambres bedoeld als de tovenaars aan het hof van de Farao die er alles aan gedaan hebben om Mozes' woorden en wonderen te verijdelen.

, , Het echte wordt steeds begeleid door het onechte, de waarheid door de leugen, God door de satan" (Ridderbos).

Paulus wil met dit voorbeeld aantonen hoe verwerpelijk het optreden van de dwaalleraars wel is. Het zijn mensen met een verdorven verstand. Kenmerkend voor gelovigen noemt Paulus elders (Rom. 12, 2) dat ze 'vernieuwing van hun gemoed' hebben ontvangen. De Geest herschept ons verdorven verstand door het te verlichten waardoor geestelijke kennis ontstaat. Deze lieden missen nu juist dat wezenlijke. En daarom zijn ze ook verwerpelijk in hun geloof. Letterlijk: ze kunnen de proef niet doorstaan.

Geloof dienen we hier op te vatten naar de geloofsinhoud (fides quae). Ze belijden een ander geloof. Niet het geloof der Schriften. Samengevat: drie punten zijn het waarop de dwaalleraar wordt gekenmerkt. Hij staat de waarheid Gods tegen. Hij wordt beheerst door een verdorven verstand, is daarom niet door de Geest verlicht. En zijn belijdenis, zijn geloofsinhoud kan de proef van het Woord niet doorstaan. Ze staan op één lijn met heidense tovenaars die in een grijs verleden, in het heils-verleden van Israël, ook al optraden in verzet tegen de man Gods.

Geen dageraad

, , Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is. Jannes en Jambres konden wel wat. Eerst leek het of ze belangrijke rivalen van Mozes en van God waren. Maar uiteindelijk vielen ze door de mand als machteloze lieden in confrontatie met Israëls God. Zo zal het de dwaling ook vergaan. In eerste instantie imponeert de leer die men voordraagt. Het neemt mensen in. Het betovert als het w r are zielen. Maar het hoogtepunt is al bereikt, oordeelt de apostel. Ze zullen niet verder toenemen. De mensen zullen steeds meer gaan ontdekken de uitzinnigheid, de dwaasheid, de idioterie van hun opvattingen. , , De geschiedenis van de dwaling is ook een geschiedenis van ontmaskering, als de aanvankelijke betovering ophoudt en het gebrek aan werkelijke, heilrijke wijsheid en kennis aan de dag treedt" (Ridderbos). Daar zit een duidelijke bemoediging achter. Houdt vol in het weerstaan van de dwaling en in het opkomen voor de waarheid Gods. Want de waarheid Gods zal triomferen. Het onhoudbare van de dwaling zal aan het licht komen. , , De godvruchtige herders moeten de moed niet opgeven, alsof zij tevergeefs de oorlog met de dwalingen voeren; zij moeten onderricht worden omtrent de voorspoedige voortgang die de Heere aan Zijn onderricht zal geven" (Calvijn).

C. a. d. IJ.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Vrouwkens die altijd leren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's