Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noach

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noach

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(22) „ ... Alzo verstrooide hen de HEERE vandaar over de ganse aarde..." Genesis 11 : 1 — 9 (vervolg)

De kern van het verhaal van de torenbouw van Babel zit niet in de toren zelf, ook niet in de stad die gebouwd wordt, maar in het hart van de mensen, die stad en toren in steen oprichten. De mens wij een naam maken voor zich! Kom aan — opdat wij misschien over de ganse aarde verstrooid worden. Wat klinkt er door in deze woorden, wat huist er achter.? Herkenbaar voor onszelf horen we de angst doorklinken. Een sterke stad, en een hoge toren: nog altijd zijn dat de uitingen in steen van de mens, die zich vol angsten weet en die steun zoekt bij de medemens. Samen kun je achter dikke muren en aan de voet van een hoge toren je veilig voelen. Maar loert niet de angst door het „kom aan..." heen.? Maar angst, zo weten we vervolgens, uit zich vaak in hoogmoed. Angst moet overschreeuwd worden door grote cn stoere woorden. De vraag is echter aan de orde: waarvoor is de mens hier bang.? Het is de angst om verstrooid te worden over de ganse aarde...

En in het woord „verstrooiing" raken we een diep bijbels grondwoord.. Bij verstrooiing denken we in de taal der Schriften aan het zaad, dat gestrooid wordt in de donkere aarde. Met brede en gulle hand strooit de landman het goudgele zaad over de geploegde akker. Immers, wanneer het zaad alléén blijft, op een hoop blijft liggen boven de grond, dan sterft het — maar zonder enige vrucht. Wanneer het zaad valt in de goede akker, dan sterft het ook — maar een vruchtbare oogst tegemoet. God wil dat mensen zo gestrooid worden in de akker van de wereld, dat zij verspreid over de aarde sterven aan zichzelf, om zo de oogst van een vruchtbaar leven tegemoet te sterven. Maar daarin komt ook de angst van het mensenhart aan het licht: wie wil het leven verliezen, wie wil zo gestrooid zijn als zaad in de akker.? En toch blijkt dit de weg te zijn, die God na de zondvloed met de mensenkinderen gaan wil. Hij heeft Zijn verbond met de aarde gesloten, en Hij wil dat de ganse aarde bewoond zal zijn cn vruchtbaar voor Zijn aangezicht. Ook al zullen de vruchten groeien ten koste van veel zweet en tranen, en temidden van doornen en distels. In de verstrooiing wordt zichtbaar de weg van het Koninkrijk der hemelen. Van vruchten kan geen sprake zijn dan door de weg van het sterven heen. De weg van het zaad is de grondwet van het Koninkrijk Gods. Komt daartegenover niet ons hart van na de zondvloed geheel aan het licht.? Herkennen we niet angstwekkend duidelijk in Genesis 11 onze eigen angsten en onze eigen hoogmoed.? Verschansen ook wij ons niet liever achter dikke muren en in de schaduw van sterke torens.? Zoeken ook wij niet bij elkaar de steun om te voorkomen, dat de grondwet van het Koninkrijk der hemelen zich aan ons zou voltrekken.?

Zo valt er ontdekkend licht over de zonde van onze hoogmoed: ok wij wensen een naam te maken voor onszelf, en daarin ons leven niet te verliezen, maar te behouden. Wat een vrome schijn en godsdienstig zelfbedrog! Een naam is niet te maken — aldus de grondtoon der Schriften. Een naam kan alleen gegeven worden. En als het dan over een sterke toren moet gaan, dan mag die toren van kracht alleen verbonden zijn met een naam op de wijze, zoals in het Spreukenboek ons wordt voorgehouden: De Naam des HEEREN is een Sterke Toren..." (Spr. 18 : 10). De sterke toren is de gegeven naam onder de hemel. De God van Israël openbaart Zich in Zijn Naam: o laat Hij Zich vinden en kennen. En wij mensen kunnen dan ook slechts vruchtbaar leven op aarde, wanneer wij leven uit de gegeven naam. Denken we in dit verband aan onze doopnaam, die we onze eigenlijke naam mogen weten. Dat is onze naam, , die we niet gemaakt, maar gekregen hebben. En het geheim van een leven in geloof, hoop en liefde is: it de gegeven naam gaandeweg meer en meer te leren leven. En meer en meer af te zien van het maken van een naam voor onszelf. En daarmee is wel ten diepste ook de strijd van ons leven getekend. Hoe diep immers huist de angst in ons, en hoe hoog kan de hoogmoed zich verheffen, ja, als een toren van Babel zo hoog...

Waarom is verstrooiing de weg, en waarom is deze weg heilzaam.? Wel, wc horen ook nog dit: er is wel een begin aan het bouwen, maar waar is het einde.? Is er een grens aan het menselijk kunnen.? Die vraag is de dagelijkse vraag van ons leven nu.

Huiveringwekkend zijn de schijnbaar grenzeloze mogelijkheden van techniek en wetenschap. Maar hoe grenzeloos arm zijn we tegelijk in kennis van de Naam! Een oud verhaal maakt in enen duidelijk, waarop het hier werkelijk aankomt. Zeven trappen waren er aan de oostkant van de toren van Babel, en zeven trappen aan de westkant. Langs de ene trap werden de stenen omhoog gedragen, langs de andere kant daalden de bouwers neer om nieuwe stenen aan te dragen. Tenslotte was de toren hoog geworden, zo hoog — dat als een mens van de top naar beneden viel, niemand meer opkeek en aandacht had, maar wanneer een steen viel, brak men in tranen uit. Een kostbare steen ging verloren... Huiveringwekkende herkenning in onze dagen: zijn we niet in veel opzichten deze grens gepasseerd, dat stenen belangrijker geacht worden dan mensen, dat een mensenleven minder telt dan verworven technieken? Waar is de grens, de grens aan hetgeen mensen bedenken?

En daarom is er — ja toch — sprake van een heilzaam ingrijpen van God Zelf in de torenbouw van Babel. Wanneer de HEERE niet was afgedaald en niet de bouwers verstrooid had...! Wat wordt er van ons wanneer we ongestoord kunnen doorbouwen de hoogte in?

Laten we ons dan laten gezeggen door het Schriftwoord, dat God de .verstrooiing wil, en dit een heilzame bedoeling beduidt. De weg van de verstrooiing wordt zichtbaar straks in Genesis 12, wanneer in de roeping van Abram Israël in de geschiedenis verschijnt. En dan komen we in aanraking met de geschiedenis van het volk, die tot op vandaag een geschiedenis van verstrooiing is, en wel over de ganse aarde. De diaspora betekent letterlijk: als zaad gestrooid zijn in de akker van de wereld.

En wie zou niet vanuit de Evangeliën de weg van de Zoon des mensen herkennen. Die de weg gaat van het stervende tarwegraan, door de dood heen de oogst van Pasen en Pinksteren tegemoet? Jezus heeft op aarde geen naam gemaakt voor zichzelf, maar Hem is bij uitstek een naam gegeven boven alle naam in de vroege morgen van Pasen. Geen plaats was er voor Hem om het hoofd neer te leggen, laat staan een stad en een toren, geen steen zelfs, maar Hij liet Zichzelf invouwen in de donkere aarde, opdat er voor het aangezicht van de hemelse Landman een oogst zou zijn. Tot meerdere glorie aan de nooit genoeg volprezen Naam van God.

En in het licht van de Paasmorgen komt er uitzicht op de Pinksterdag. En zie, de stad als tegenbeeld van Babel. Zie, de berg Sion als tegenpool van Babels hoge toren. Handelingen 2 is met recht genoemd het tegenstuk van Genesis 11. Uit de verstrooiing wordt Israël bijeenverzameld in Jeruzalem. Uit de diapora komen Joden en Jodengenoten naar de berg Sion heen ter viering van Pinksteren. En dan horen ze, een ieder in de eigen taal — tegenbeeld van Babel en . de spraakverwarring — verkondigen de grote werken Gods! Ja, de grote werken Gods, in plaats van de grote werken van de mens van Babel.

Bij Babel daalde God neer en greep in door de spraak te verwarren. In Jeruzalem daalt de Geest neer om de tong en taal met nieuwe spraak te vervullen. En hoor, de taal van Pinksteren brengt uit de verstrooiing bijeen. Zó verzamelt God de verstrooiden: de Geest doet met nieuwe talen spreken, de Geest doet horen de grote werken Gods aan een ieder in de eigen taal, het eigen dialect, zo staat er zelfs. En dat nu is de tale Kanaans, de taal uit mijn kinderjaren, wanneer op de stille zaterdagavonden deze taal het Veluws dialect doorstraalde. Door de eigen taal heen, de taal die moeders hun kinderen voorspreken, wordt de tale Kanaans geweven als het woord der Schrift, dat alle dingen nu reeds op ongekende wijze als nieuw maakt. De grote werken Gods worden dan verkondigd...

Ook wij willen als zij van Babel weleer bouwen en versterken en bijeenhouden en verdedigen. We zijn vandaag druk doende juist onder godsdienstig kleed zulke naam te maken voor onszelf. Het gaat er binnen de christenheid zo Babels aan toe... Hebben wij allen niet méér te leven vanuit het geheim van de verstrooiing, te leven en te sterven vanuit de gegeven naam? Hebben we als christenen niet méér het leven te oefenen, dat als het zaad in de akker is?

Ach, de stad van de mens: nagenoeg de laatste bladzijde van de Schrift is aan de stad gewijd. Aan de nieuwe stad, het nieuwe Jeruzalem. Hoe anders gaat het leven daar toe dan in Babel. Maar — het laatste, het allerlaatste van de Schrift is gewijd niet aan de stad, maar aan de hof, aan het herwonnen paradijs. En daar zal de Naam van de Eeuwige op hun voorhoofd geschreven zijn. Dat is leven, eeuwig leven uit de naam, die niet gemaakt, maar gegeven is. En dat is het leven geheel en voorgoed gewijd aan de lofprijzing van de Naam van God. Immers — Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Noach

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's