Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over AuQustinus en zijn boek „De stad van God"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over AuQustinus en zijn boek „De stad van God"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Graag wil ik de aandacht van onze lezerskring uitdrukkelijk vestigen op een belangrijke studie over de kerkvader Augustinus (354-430).

Het betreft het proefschrift waarop dr. J. van Oort op 10 september 1986 te Utrecht met lof promoveerde (Dr. J. van Oort, Jeruzalem en Babyion — Een onderzoek van Augustinus' De stad van God en de bronnen van zijn leer der twee steden (rijken) — 's-Gravenhage, Uitg. Boekencentrum, Ie druk, sept. 1986, 2e druk dec. 1986, x - 1-366 blz., ƒ 55, - ).

Ik weet wel dat sommige lezers de neiging hebben direkt te reageren met: „o, een proefschrift, dat is veel te moeilijk voor 'gewone' gemeenteleden." Nu is het zeker waar dat dit werk op hoog wetenschappelijk niveau staat. Van Oort promoveerde er op 'cum laude', met lof. De niet direkt wetenschappelijke geïnteresseerde lezer zal in dit boek veel tegenkomen wat hij terzijde zal willen leggen. Maar dan blijft er nog genoeg over waarvan het van belang is dat er in brede kring kennis van wordt genomen.

Ik sluit me hierin graag aan bij dr. W. Aalders, die in een artikel over dit boek in het blad Wapenveld (nov.-dec. 1986) opmerkt: „Al met al dus een gedegen w^erkstuk, waarbij ik echter onmiddellijk moet opmerken dat het niet de opzet van de

schijver is geweest een boek te schrijven voor alleen maar speciaHsten in het historisch onderzoek. Er is naar gestreefd een voor breder kring praktisch en duidelijk boek te schrijven. Ter wille van de leesbaarheid zijn daarom latijnse aanhalingen vertaald. Wij mogen daar dankbaar voor zijn, want Augustinus verdient het niet eigendom te zijn van geleerden.

Van oudsher is hij bezit van de christelijke gemeente. En zijn schrijftrant en de opzet van zijn werken bewijzen, dat hij dat ook heeft willen zijn. Wie daarom over Augustinus schrijft, is het aan hem verpHcht zó te schrijven dat de christelijke gemeente hem verstaat."

Levensbeschrijving

Een klein, maar inhoudsrijk gedeelte van het boek is gewijd aan de levensbeschrijving van Augustinus (blz. 17 - 47). Hij wordt ons getekend als 'de man uit Africa', als 'de jonge katholiek', als 'de manicheeër', als neoplatonisch beïnvloed christen en tenslotte als 'de katholieke bisschop'.

Veelal weet men in de gemeente van het leven van Augustinus alleen iets uit leesboekjes of eenvoudige kerkgeschiedenisboeken. Het komt nog al eens voor dat de daar geboden beschrijving van Augustinus leven en bekeringsweg niet helemaal of helemaal

niet klopt met de werkelijke gang van zaken, in zoverre deze door verantwoord bronnenonderzoek nog te achterhalen is. Hier wordt ons nu in kort bestek een verantwoord overzicht geboden. Alleen wie iets van Augustinus' levensloop weet en enig besef heeft van de verschillende invloeden die hij in zijn denken en geloofsbeleving heeft ondergaan, is voorbereid om zijn werken te kunnen verstaan. Van alle boeken die Augustinus geschreven heeft zijn de Belijdenissen (Confessiones) het meest bekend. Van niet minder betekenis echter is zijn grote werk 'De stad van God' (De Civitate Deï).

De stad van God

De eerste aanleiding tot het schrijven van 'De stad van God' is de val van Rome op 24 augustus 410 geweest. De eens zo trotse hoofdstad van het machtige romeinse rijk viel in handen van de wisigoten van Alarik en werd drie dagen lang geplunderd. Velen meenden dat hiermee het einde van de wereld was aangebroken. Niet alleen voor de heidenen, maar ook voor de meeste christenen betekende de ondergang van Rome een enorme schok: daar bevonden zich immers volgens de traditie de overblijfselen van de apostelen Petrus en Paulus!

Augustinus was in die tijd bisschop in het stadje Hippo in het huidige Noord-Afrika. Hem bereikten vele vragen naar aanleiding van deze ramp. Hij reageerde daarop onmiddellijk in preken en brieven: in zijn preken wees hij er op dat zelfs hemel en aarde voorbij zullen gaan en men daarom niet verwonderd moet zijn wanneer Rome ondergaat. „Het lijden van de tegenwoordige tijd loutert; de christen leeft hier in de vreemdelingschap; in deze wereld zijn geen eeuwige rijken: vaststaand en blijvend is alleen de stad van God." (blz. 49).

Een beschuldiging die in deze bewogen tijd nogal eens van heidense zijde werd gehoord, was dat Rome ten onder was gegaan doordat de verering van de goden verwaarloosd was. Het christendom zou hieraan met name schuldig staan. Augustinus is de aangewezen persoon om op deze en dergelijke beschuldigingen in te gaan.

Hij heeft van 412 tot 426/27 aan dit grote werk zijn krachten gegeven. Hij is al een grijsaard van 72 jaar wanneer hij het kan voltooien.

Bijzonder waardevol is dat Van Oort op de blz. 52 - 62 een kort overzicht geeft van de hoofdinhoud van de 22 boeken van 'De stad van God'. Het stimuleert om het werk van Augustinus zelf ter hand te nemen, temeer nu er een goede nederlandse vertaling van bestaat, van de hand van Gerard Wijdeveld (Aurelius Augustinus, De stad van God, Baarn - Amsterdam 1983).

Augustinus betoogt dat niet de christelijke religie, maar juist de zedeloosheid van de heidenen geleid heeft tot Rome's ondergang. De oude goden hebben onder de zwaarste beproevingen Rome nooit redding kunnen brengen. Toen er nog van geen christelijk geloof sprake was, werd Rome reeds door voortdurende oorlogen, twisten en natuurrampen getroffen.

Door heel de geschiedenis heen staan de twee rijken tegenover elkaar: de civitas Deï, de stad van God, die haar oorsprong heeft in de engelenwereld, en de terrena civitas, de aardse stad, ontstaan door de val van de engelen. Beide staan tegenover elkaar als licht en duisternis. De zondeval bracht de dood, maar Gods genade bewaart een aantal mensen voor de tweede en eeuwige dood. Uit de verdoemde massa roept God de burgers van Zijn stad volgens een vast getal. Kaïn en Abel/Seth representeren de beide steden: de kinderen van het vlees en van de belofte.

Kaïn stichtte een stad, maar Abel bleef vreemdeling. Daarin is hij een beeld van alle burgers van de stad Gods die in deze wereld als pelgrim verkeren. Hun vaderstad is hemels van aard!

Christus is de koning van de ene stad, Jeruzalem — de duivel regeert over de andere stad, Babyion. Het hoogste goed dat Babyion kon nastreven is de voorlopige, gebrekkige, maar overigens niet te versmaden aardse vrede. Jeruzalem staat echter voor de ware vrede met God, die de aardse stad niet kan bieden omdat ze de ware gerechtigheid niet kent.

Tenslotte schrijft Augustinus over de eeuwige straffen van de verdoemden en over de hemelse gelukzaligheid. „Het opstandingslichaam zal een volmaakt, geestelijk en onsterfelijk lichaam zijn. De zaligen zullen zich wijden aan de aanschouwing en lofprijzing van God. Dat is hun leven. Alle ziekte, moeite, verdriet en zonde is dan weggedaan. De eeuwige sabbat is begonnen." (blz. 62).

Tolle, lege

Het boek van dr. J. van Oort biedt nog veel meer. Wetenschappelijk is vooral van belang zijn diepgaand onderzoek naar de herkomst van Augustinus' leer van de twee steden. Stelling 1 bij zijn proefschrift vat het resultaat van zijn nasporingen samen: „In Augustinus' leer van de twee steden (civitates) blijkt geen essentiële invloed van het (neo-)platonisme, de Stoa of Philo. Evenmin is naar Tyconius of het manicheisme te verwijzen als bron bij uitstek. De werkelijke bron is gelegen in de Augustinus voorafgaande christelijke, joodse en in het bijzonder de archaïsche joodschristelijke traditie."

Zelf ben ik nog lang niet klaar met het lezen en bestuderen van dit rijke boek. Maar ik wilde niet langer wachten met het onder uw aandacht te brengen. Onder het bekende motto dat in Augustinus' leven van zo beslissende betekenis is geweest: 'tolle, lege', 'neem en lees'.

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Over AuQustinus en zijn boek „De stad van God

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's