Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De rijkdom van het nieuwe verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De rijkdom van het nieuwe verbond

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

, Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de HEERE: k zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven: n Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste_ en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: ent de HEERE! Want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hunner zonden niet meer gedenken." Jer. 31 : 33, 34

1. Het wonder ervan

Het Heilig Avondmaal heet ook wel de dis van het verbond, de maaltijd van het nieuwe verbond. Toen de Heere Jezus het Heilig Avondmaal instelde, sprak Hij ondermeer: Deze drinkbeker is het nieuwe testament (verbond) in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt" (Lukas 22 : 20).

Door Jezus' bloed, dat wil zeggen door Zijn overgave tot in de dood aan het kruis, is het nieuwe verbond van kracht geworden. De beloften van het nieuwe verbond die we in Jeremia 31 en bijvoorbeeld ook in Ezechiël (16 : 59—60; 37 : 26) lezen, zijn nu in Christus vervuld. Dat viert de gemeente van Christus met verwonderde dankbaarheid in het Heilig Avondmaal.

Het is niet ongebruikelijk dat bij het sluiten van een verbond een maaltijd gehouden wordt. Wij kennen dat bijvoorbeeld bij gelegenheid van een bruiloft. Meestal is er dan een diner, waarbij de verbondenheid van bruid en bruidegom èn hun wederzijdse families gevierd wordt. b w k h m d

We gaan nu letten op het wezen van het nieuwe verbond, zoals Jeremia daar profetisch van mocht getuigen. In de eerste plaats: het wonder ervan. Het is niet vanzelfsprekend dat de HEERE God 'n verbond met mensen heeft! Dat is een wonder van Gods nederbuigende liefde en goedheid. Zo was het al in het paradijs. Daar sloot de HEERE een verbond met de eerste mensen, Adam en Eva. Dit wordt wel 'het verbond der werken' of kortweg 'het werkverbond' genoemd. Door de HEERE gehoorzaam te blijven zouden Adam en Eva eeuwig leven ontvangen — niet naar verdienste, maar uit i z g v v l m t E b h o vrije gunst.

Als Schepper wilde God Zich met Zijn mensenkinderen inlaten en een heel bijzondere en innige relatie met hen onderhouden. Hij wilde een God van mensen, ja Hij wilde ons tot een Vader zijn. Maar de mens scheurt zich van Hem los. Dat is het bittere en het absurde van de zondeval in Gen. 3. Zonde als het verachten van Gods liefde, een opstand tegen de genade, een kapot maken van de gemeenschap met God.

Het kan vergeleken worden met echtbreuk, maar dan in deze zin dat de ene partij volmaakt onschuldig is en alleen maar liefdevolle trouw heeft bewezen — en dat de andere partij dat verband kapot maakt en de partner op het hart trapt.

Zó hebben onze eerste voorouders in het paradijs de HEERE God behandeld. Ze hebben het verbond verbroken en de God van het verbond ten hoogste beledigd en op het diepst gekrenkt. Maar de HEERE zoekt in het wonder van Zijn ontfermende liefde de gevallen mens weer op. Zijn stem klinkt door de hof: waar zijt gij? ' En als Adam en Eva sidderend voor Hem staan, spreekt Hij tot hen van oordeel, maar ook van behoud. Dan horen ze de moederbelofte van het zaad der vrouw dat het slangezaad de kop zal vermorzelen (Gen. 3 : 15).

Hier ligt het begin van een nieuw verbond. Het werkverbond is verbroken, nu wordt het genadeverbond opgericht. Dat kan alleen in Christus als de Middelaar van het genadeverbond. De HEERE God kan met zondige mensen alleen nog verkeren door het verzoeningswerk van Christus. Dat is in Gen. 3 nog niet uitgesproken, maar het zal in de loop der eeuwen steeds duidelijker geopenbaard worden.

Ondanks de zondeval blijft God de God van het verbond. De HEERE richt later een verbond op met Noach (Gen. 9) en nog weer later met Abraham (Gen. 12). Dit verbond met Abraham werd bevestigd bij de Sinaï, toen het volk Israël uit de slavernij van Egypte was bevrijd.

Jeremia wijst daarop in vs 32. Het verbond dat God 'met de vaderen gemaakt heeft, ten dage als Hij hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren'.

Wat staat dat er aangrijpend. Zó betoonde de HEERE Zich voor Israël de bevrijdende God. Hij nam het volk bij de hand omdat het zelf niet in staat was om alleen te lopen. Hij leidde het uit in de vrijheid, opdat dit volk Hem van harte zou dienen. Maar wat gebeurt er? „Zij hebben Mijn verbond vernietigd, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de HEERE." Anders vertaald: 'hoewel Ik toch de Heere over hen ben'. Ik ben toch hun Meester - maar het volk dient Mij niet!

Alweer is Gods trouw met ontrouw beantwoord. De zegen van het verbond heeft het volk verbeurd door de God van het verbond de rug toe te keren en daarom moet Israël in ballingschap de vloek en de wraak van het geschonden verbond ondervinden. Maar nu het wonder dat Jeremia temidden van alle oordelen toch mag wijzen op een nieuw begin, een nieuw initiatief van de HEERE. „Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken..." (vs 31).

Dat wil zeggen: een vernieuwing van het verbond met Abraham. Een nieuwe bedeling of bediening van het genadeverbond, nu het verbond van de Sinaï helemaal verzand en vernietigd is door de ongehoorzaamheid en ontrouw 7 van het volk.

Zien we nu iets van het wónder van het nieuwe verbond? Dat de HEERE nu voor de zoveelste keer een nieuwe start wil maken. Wat een taai geduld en w r elk een beschamende trouw, jegens trouwelozen aan de dag gelegd!

En als de HEERE dan verder gaat spreken over de inhoud van dit nieuwe verbond, over de rijkdom ervan, dan wordt het wonder nog veel groter. Immers, in dat nieuwe verbond zal de HEERE Zijn genade rijker dan ooit openbaren. Het nieuwe verbond zal het oude in heerlijkheid ver overtreffen.

Nu kwam het in de oudheid wel voor dat een vorst een verbond had met een volk dat aan hem onderworpen was en dat dit volk het verbond brak door bijvoorbeeld de voorgeschreven schattingen niet te betalen. Als reaktie daarop strafte die vorst het volk af met zijn leger en legde het vervolgens een nieuw verbond op. Maar dan waren de bepalingen van dat nieuwe verbond strenger en zwaarder dan die van het verbroken ver-

bond. Zo moest dat volk het zwaar bezuren dat het in opstand gekomen was.

Maar nu mag Jeremia aankondigen dat Gods nieuwe verbond niét inhoudt dat er zwaardere wetten zullen worden opgelegd en hogere eisen worden gesteld. Maar integendeel, dat de HEERE dieper dan ooit tot de mensen zal afdalen, heerlijker dan ooit Zijn genade zal openbaren. Ja, dat de HEERE zo alles met Zichzelf zal meebrengen, dat Hij eindelijk een gewillig volk zal hebben op de dag van Zijn heirkracht. Zo zal de HEERE het kwade van 's mensen kant met het goede van Zijn kant beantwoorden. De ontrouw van het verbondsvolk zal de trouw van de God van het verbond niet opheffen. Tegenover de verbondsbreuk zal de HEERE Zijn verbondsgenade rijker dan ooit betonen. Dat is het wonder van het nieuwe verbond. Dat heet gadeloze ontferming, dat genade-rijk en vrij.

2. De beleving ervan

Wat houdt dit nieuwe verbond in? Hoe wordt het beleefd, hoe is de praktijk in de omgang tussen God en Zijn volk? Wel, de HEERE gaat schrijven. Dat heeft Hij vaker gedaan. Wanneer? Op de Sinaï. Daar heeft God met Zijn vinger de tien geboden geschreven in stenen tafels. De Thora, de Wet des HEEREN, Gods eigen handschrift, was een rijk geschenk van het verbond. De twee stenen tafels werden dan ook bewaard in de ark van het verbond.

Zo heeft God Zijn Thora geschonken als richtingwijzer (dat betekent het woord Thora, in onze taal weergegeven als 'wet', immers letterlijk), opdat het volk niet zou dwalen in het duister, maar leven in het licht.

Maar dit schrijven Gods in stenen tafelen bleek niet voldoende. De HEERE moest klagen:

Maar Mijn volk wou niet naar Mijn stemme horen; Israël verliet Mij en Mijn geboön; 't Heeft zich and're goón, naar zijn lust, verkoren.

En daarom wil de HEERE nu opnieuw gaan schrijven. Maar nu in de vlesen tafels van het hart. 'Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven.' Hier moeten wij ongetwijfeld denken aan het werk van de Heilige Geest. We hebben hier te doen met een Pinksterbelofte. Vergelijk deze belofte maar eens met Ezechiël 36 : 26—27: En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven. En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen en Mijn rechten zult bewaren en doen."

We zouden het zó kunnen zeggen: het is de Heilige Geest die dat granieten hart van ons week en teer maakt. En de Geest is ook als het ware de griffel, de pen, die God hanteert om Zijn geboden in te schrijven in ons hart.

Hoe moet ik mij dat voorstellen? Wel, dat ik het er van binnenuit helemaal mee eens word. Dat ik niet gehoorzaam vanuit een uiterlijke dwang, maar vanuit een innerlijke drang. Ik krijg er vreugde in, ik heb er vermaak in om mijn Koning te dienen, omdat ik Hem zo hartelijk lief heb. Zijn geboden zijn niet een juk waaraan ik mij al zuchtend onderwerp, maar een landschap waarin ik zingend mag wandelen.

Het gaat hier om het werk van de wedergeboorte, van de innerlijke vernieuwing en herschepping van de mens. Van dit goddelijke schrijven in onze harten belijden de Dordtse Leerregels: „het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderbare, verborgene en onuitsprekelijke werking... in haar kracht niet minder noch geringer dan de schepping of de opwekking der doden" (III - IV, § 12).

De HEERE daalt „met de onwederstandelijke werkingen van Zijn Geest af in de diepste diepte van het innerlijke leven van de mens. Vanuit dat goddelijk schrijven ontvangt het hart een innige liefde tot de HEERE en Zijn dienst. Het hart zegt: Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn sterkte. Vanuit de liefde tot de HEERE en Zijn wet, komt de mens tot de onberouwelijke keus Hem te vrezen, in Zijn wegen te wandelen" (ds. R. Kok sr.).

U ziet, hier is het verbond ten volle tweezijdig geworden. Enerzijds de HEERE in Zijn volkomen genade, anderzijds het volk dat met de HEERE verbonden is in een nieuwe gehoorzaamheid: Hem aanhangend, vertrouwend en liefhebbend alles wat in hen is.

Dat is de beleving van het nieuwe verbond. „Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn." Dan heeft God Zijn mens weer terug en de mens is met zijn God verenigd. Er heerst een vrede die alle verstand te boven gaat. In vs 34 wordt voor deze omgang met God het woord 'kennen' gebruikt. De HEERE kennen, dat is: kennis hebben aan Hem, verborgen omgang, kinderlijke vreze. In alles rekening met Hem houden, leven in gemeenschap met God, zodat in de praktijk van ons leven Gods wil voor ons het doorslaggevende motief is bij elke beslissing.

Er komt een tijd — zo mag Jeremia doorgeven — dat ze niet meer elkaar behoeven op te wekken: 'kent de HEERE!' De één behoeft niet meer de ander te vermanen: 'houd toch rekening met de HEERE, leef niet langer met de rug naar Hem toe'. Vaders of moeders behoeven het dan niet meer hun kinderen op het hart te binden: „joh, denk toch aan je Schepper in je jeugd, laat de beste jaren van je leven toch niet voorbijgaan in de zonde-dienst".

Er zullen geen profeten meer nodig zijn. Want al het volk, klein en groot, rijk en arm, eenvoudig en aanzienlijk, jong en oud, zal de HEERE kennen!

Nu — zover is het ook in 1987 nog lang niet, ook al is het waar dat alle oprechte gelovigen profeten, priesters en koningen mogen zijn. Maar de Geest is met Pinksteren toch uitgestort op alle vlees. De Geest is voor iedereen beschikbaar, wie hij of zij ook maar is. De vervulling van deze Pinksterbelofte is een doorgaande zaak. Daarom ligt er een geweldige pleitgrond in de tekst. Is het in ons leven zover gekomen dat we werkelijk de HEERE kennen, dat Zijn wetten in onze harten zijn geschreven?

Dat is noodzakelijk! Laten we er toch niet genoeg aan hebben dat we verbondskinderen zijn zonder meer. De grote vraag is of nu ook de beleving van het nieuwe verbond wordt gekend, zoals in onze tekst omschreven. Zo niet, dan zullen we ook met een gedoopt voorhoofd voor eeuwig verloren gaan en dan zullen we in Gods gericht als hardnekkige verbondsbrekers aan de kaak worden gesteld. Maar u, jij behoeft immers niet om te komen! Zie toch wat God beloofd heeft, wat hier zwart op wit staat. Dat mag verwachting geven van Hem alleen en van Hem volkomen.

Kom maar met uw verdorven hart tot de HEERE en pleit op deze belofte: „Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven." En dat telkens weer in uw leven, zodat Gods onuitwisbaar schrift al dieper en al helderder wordt ingegrift in de wanden van uw hart!

3. De grond ervan

Aan het slot van vs 34 lezen we hoe het mogelijk is dat de HEERE een nieuw begin maakt met Zijn verbondsvolk Israël. Hoe het mogelijk is dat Hij alles nieuw maakt in het leven van een verloren en verdorven zondaar.

De grond ligt niet daarin dat het volk beterschap heeft beloofd. Ook niet daarin dat het volk zo'n diep berouw heeft betoond en zulke hete tranen heeft geschreid. De grond ligt alleen in Gods welbehagen om de ongerechtigheid te vergeven en de zonden weg te werpen in een zee van eeuwige vergetelheid. En wij weten bij nieuw-testamentisch licht dat dit welbehagen voortgang heeft door de Zoon van Gods welbehagen, onze Heere Jezus Christus.

Nu buigen we terug naar waarmee we begonnen zijn: de beker bij het Avondmaal betekent het nieuwe verbond in Jezus' bloed, dat voor al Zijn gelovigen vergoten wordt. Door Jezus' dood breekt het nieuwe verbond, de lang verwachte heilstijd, zich baan.

„De tijd van het nieuwe verbond zou de tijd van de volkomen herstelde relatie met de HEERE zijn. Die tijd brak aan bij Jezus' zelfovergave aan het kruis, omdat alleen in die zelfovergave de volkomen herstelde relatie tussen God en mens gefundeerd is." (dr. J. P. Versteeg).

Wanneer we met onszelf bekend worden gemaakt en onszelf als zondaar voor God leren zien, dan bemerken we dat onze zonde de grote hinderpaal is die de omgang met God in de weg staat. De HEERE walgt immers van de zonde en hoe kan Hij dan van doen hebben met de zondaar?

Nu, de weg om dat enorme obstakel weg te nemen is niét dat wij eraan gaan wrikken door ons best te doen om ons leven te beteren. Dat loopt op niets uit. De weg is dat God die steen des aanstoots wegneemt door de zonde te vergeven en de schuld uit te delgen. Dat doet de HEERE door het bloed van het Lam Gods. Het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonden. Ons, dat wil zeggen: een ieder die met zijn ver-

loren leven de toevlucht neemt tot Jezus Christus en Die gekruisigd. Zie op Hem, blijf steeds zien op Hem, en beleef dan het wonder dat de weg vrijkomt om tot God te gaan, om met God om te gaan, Hem te leren kennen en Hem te dienen met hart en ziel.

Kent u, ken jij de HEERE? Dan weet u dat Hij alle reden heeft om u te verdoemen vanwege uw zonden. Maar ook dat Hij die

God is, die in Christus de ongerechtigheid vergeeft. Kijk, dat wordt nu aan het Avondmaal in het geloof gevierd en bewonderd:

Loof Hem die u al wat gij hebt misdreven hoeveel het zij, genadig wil vergeven. Uw krankheên kent en liefderijk geneest. Die van 't verderf uw leven wil verschonen, met goedheid en barmhartigheên u kronen — die in de nood uw Redder is geweest. (Ps. 103 : 2)

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De rijkdom van het nieuwe verbond

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's