Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God is wakker over Zijn Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God is wakker over Zijn Woord

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Wijders geschiedde des HEEREN woo tot mij, zeggende: at ziet gij, Jeremia? En ik zeide: k zie een amandelroede. En de HEERE zeide tot mij: ij hebt wel gezien: ant lk zal wakker zijn over Mijn ivoord, om dat te doen. En des HEEREN woord geschiedde te tweeden male tot mij, zeggende: at ziet gij? En ik zeide: k zie een ziedende pot, welks voorste deel tegen het noorden is. En de HEERE zeide tot mij: an het noorden zal zich dit kwaad opdoen over alle inwoners van het land." Jeremia 1 : 11—14

1. de bloeiende amandeltwijg

In de kerk kennen we geen winterslaap, maar soms lijkt het er wei op dat er zoiets ais een kerkelijke zomerslaap bestaat. Allerlei vormen van kerkewerk komen in de zomermaanden op een laag pitje te staan of worden te slapen gelegd om in de maand september weer te worden gewekt. Zou de arbeid in Gods koninkrijk dan toch seizoenarbeid zijn? Het is overigens wel goed eens enige tijd wat afstand te nemen van de vele bedrijvigheden. Dat is de zegen die in vakantie kan liggen: ruimte en tijd ontvangen tot bezinning.

Terugziende op een winterseizoen dat achter ons ligt, vooruitziende naar een nieuw seizoen dat voor ons ligt, mag er allereerst wel dankbaarheid zijn om alles wat in het kerkewerk plaats mocht vinden en voortgang mag hebben. Maar dan komt toch ook de vraag op: wat heeft het ons nu gebracht en wat heeft het uitgewerkt? Wat is de vrucht van al het preken, catechiseren, vergaderen en op huisbezoek gaan? Welk geestelijk voordeel heeft al het kerkgaan, bidden en bijbellezen in het persoonlijk leven gebracht? Wat is het effekt van het Woord in de gemeente, onder ons volk en in de wereld? Welke winst is er de laatste tijd geboekt op de rekening van het koninkrijk Gods?

Als we daar nu eens wat zicht op hadden, dan zou dat een rijke bemoediging kunnen betekenen voor een nieuwe inzet in het kerkewerk en evangelisatiewerk en het zou ook in het persoonlijk leven een krachtige impuls betekenen om de HEERE ijverig te zoeken en vurig te dienen. We hebben die bemoediging van tijd tot tijd hard nodig, rd want het kan o zo stil zijn, zo angstwekkend en ontmoedigend stil. Dan rijst de bange vraag: HEERE, waar zijt Gij? Wat doet U vandaag, waar bent U aan het werk? Laat ons er toch weer iets van zien en laat ons n er nog weer eens van ophoren. In Psalm 44 durft de dichter zelfs te vragen: „Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid" (vs 24). Het is een gedurfde beeldspraak: HEERE, wordt toch wakker, wordt wakker over Uw Woord!

Rijs op, o God, rijs op, toon Uw gezag; Betwist Uw zaak, wees onze Pleitbeslechter; 't Is meer dan tijd; gedenk, o hoogste Rechter, wat smaad de dwaas U aandoet dag op dag. (Ps. 74 : 21 ber.)

Nu lezen we in het tekstgedeelte dat de nog zeer jonge profeet Jeremia, pas geroepen tot zijn verantwoordelijk ambt, een bemoediging van de HEERE ontvangt. Een zware opdracht moet Jeremia aanvaarden, maar de HEERE steekt hem een hart onder de riem: zijn profetische bediening zal niet vruchteloos zijn, want de HEERE is wakker over Zijn Woord.

In de tijd dat Jeremia als profeet naar voren moest treden, was het in geestelijk opzicht 'wintertijd'. Allerlei afgoderij en goddeloosheid vierde hoogtij. Alles lag verstorven, dor en doods, troosteloos en uitzichtsloos, als een kale akker in de winter. Een tijd van geestelijke malaise en laagconjunctuur, zoals in onze dagen...

Hoe kun je profeet zijn in zulke omstandigheden? Alleen als je doordrongen bent van de waarachtigheid van Gods Woord: dat Zijn plannen niet falen, dat geen ding ooit gewisser geschiedt dan het hoog bevel van 's HEEREN mond.

Welnu, om Jeremia in die overtuiging te bevestigen en te versterken geeft God hem aanschouwelijk onderwijs. We denken in de kerk dan onwillekeurig aan de sacramenten, de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal, tekenen en zegels 'opdat God ons door het gebruik daarvan de belofte van het Evangelie des te beter te verstaan geve en verzegele' (H.C. Zondag 25). Hoe vaak is er in de Bijbel geen sprake van aanschouwelijk onderwijs in de vorm van beeldspraak, gelijkenissen en — vooral bij de profeten — zinnebeeldige handelingen. Daarbij gaat het niet om heel grote en opzienbarende dingen. De HEERE wil ook het kleine, het heel eenvoudige gebruiken bij Zijn bijzonder onderwijs. Als een mens dicht bij God mag leven, dan ziet hij of zij door de bril van het Woord de wonderen Gods in de werkelijkheid om zich heen. Dan kun je ook gedurende een vakantiereis diepe indrukken ontvangen en rijke lessen leren door alles wat je om je heen ziet in Gods mooie natuur.

Jeremia zag ergens in de tuin een bloeiende amandeltak. Op zichzelf niets opzienbarends: de amandelboom komt in het nabije Oosten veel voor. Het is de eerste vruchtboom die in Palestina bloeit. Al in februari — wanneer de andere bomen nog winterslaap houden — is de amandelboom 'wakker' en druk in de weer om sneeuwwitte en roze bloesem voort te brengen. In Nederland zingen de kinderen: 'als in Holland de sneeuwklokjes bloeien, dan komt de lente in het land'. In Palestina zouden ze kunnen zingen: 'als in Palestina de amandelboom bloesemt, dan komt de lente in het land'.

In het hebreeuws is hier ook een woordspeling: de amandelboom heet 'sjakeed', terwijl het woord 'sjokeed' wakker-zijn betekent. De amandelboom heet dus letterlijk 'wakkerboom'. Deze woordspeling gaat in onze vertaling verloren en daardoor wordt het gesprek dat de Heere met Jeremia voert onbegrijpelijk voor ons.

Immers, de HEERE spreekt Jeremia aan met dc vraag: 'Wat ziet gij, Jeremia? ' De jonge profeet antwoordt: 'Ik zie een amandelroede'. Goed gezien, zegt de HEERE dan, zó zal Ik wakker zijn over Mijn W 7 oord om dat te doen. Eigenlijk zei Jeremia: ik zie de tak van een 'wakkerboom'. Daarbij aansluitend kan dan de HEERE hem bemoedigen met de verkondiging dat Hij wakker is over Zijn Woord! En zo wordt de bloesemende tak van de 'wakker-boom' voor Jeremia tot een zichtbare prediking om nooit meer te vergeten.

En deze prediking heeft nog niets aan waarheid en aktualiteit ingeboet. Vanuit de tekst stelt de HEERE ook ons die bloeiende amandeltak voor ogen ter opwekking en bemoediging. Gods Woord is als een tere, bloesemende tak in de winterse wereld. Gods Woord is niet iets uit de oude doos,

een inmiddels door de feiten en ontwikkelingen achterhaalde zaak... Integendeel, Gods Woord loopt op de dingen vooruit, het spreekt in een verouderde wereld van een stralende, nieuwe toekomst.

Wij mogen in die bloeiende amandeltwijg een beeld zien van de Heere Jezus Christus. Vooral ook als we bedenken dat in Num. 17 de staf van Aaron gebloeid heeft met amandelbloesems. Er is een bepaalde verbinding tussen de priesterlijke dienst en de amandelboom. Waar de verzoening wordt aangebracht, daar ontspringt nieuw leven. Waar de zonde wordt weggedaan door het priesterlijke offer, daar verliest de dood zijn macht. Zo is midden in een dood-brakende wereld Jezus uit de dood verrezen als de Eersteling van degenen die ontslapen zijn. Als de meerdere Aaron, de enige Hogepriester van onze belijdenis, is Hij meteen ook de Levensvorst. Als de bloesemende amandeltwijg is ook Hij voorteken van de grote zomer die komt. Zo waarachtig als Christus uit de doden is opgewekt, zo zeker is de HEERE waakzaam om al Zijn beloften heerlijk in vervulling te doen gaan, zodat Zijn koninkrijk aanbreekt in volkomenheid.

God is wakker over Zijn Woord. Maar hoe is het met ons? Zijn wij wel wakker? Letten we waakzaam op de tekenen der tijden? Er is veel 'christen-dommeligheid'. Er is maar al te vaak een 'ongezonde kerkslaap'. Israëls Wachter sluimert niet. Dat ons dan de dag van de volkomen vervulling van Zijn Woord niet overvalle als een dief in de nacht. Laten wij niet in valse rust en onverantwoordelijke zorgeloosheid neerliggen. Zie toch hoe laat het is op Gods wereldklok. Je tijd verslapen kan heel vervelend zijn. Maar de genadetijd verslapen brengt eeuwig onheil.

Ontwaakt, want de Bruidegom komt — gaat uit Hem tegemoet! Als het een bange aanvechting voor u is, dat het Woord in uw leven niet werkzaam zou zijn, dat de Geest zich uit uw gezin zou hebben teruggetrokken — o, laat het teken van de amandeltwijg u dan toch bemoedigen. God neemt zelfs geen vakantie, Zijn werk is geen seizoenarbeid, maar Hij gaat door van dag tot dag, ja bij dagen en bij nachten. Stel uw vertrouwen op het Woord dat niet ledig tot de HEERE zal wederkeren, maar dat alles zal doen wat Hem behaagt. Versta zo in geloof de prediking van de bloeiende amandeltwijg.

2. de kokende pot

Maar nu krijgt Jeremia nog een tweede teken te zien, wellicht bij diezelfde gelegenheid. En het is opnieuw een heel eenvoudig teken. De HEERE spreekt hem voor dc tweede keer aan met de vraag: 'Wat ziet

gij? ' En ditmaal antwoordt jeremia: 'Ik zie een ziedende pot, welks voorste deel tegen het noorden is'.

Jeremia ziet ergens in de keuken een grote ketel op het vuur staan. Die ketel staat op de grond in de gloeiende houtas. Hij is wat scheefgezakt, zodat hij iets overhelt. De hoogste kant is aan de noorderzij, de zuiderkant is het laagst. Wanneer straks de inhoud van die pot begint te koken, dan zal het vanaf de noordelijke zijde aan de zuidelijke kant naar buiten stromen. Ik denk dat Jeremia ook niet geweten heeft wat hij hier nu mee aan moest. Normaal gesproken zou je heel gauw de ketel van het vuur halen en zo het overkoken voorkomen. Maar dat is hier de bedoeling niet: Jeremia wordt niet geroepen tot aktie, maar tot meditatie. De HEERE verbindt opnieuw Zijn Woord aan wat Jeremia ziet en maakt zo die pot op het vuur tot een zichtbare preek. In de verzen 14 tot en met 16 lezen we de uitleg zoals God die zelf gegeven heeft bij dit beeld van de kokende pot. Vanuit het noorden zal het kwaad komen over de inwoners van Juda. Later zal Jeremia nog duidelijker moeten aankondigen dat het hier gaat om een invasie van de legers van Nebucadnezar, de vorst van Babel. Maar die vijandelijke legers worden door God gemobiliseerd. Zonder het zelf te weten zijn die vijandige mogendheden roeden in Gods hand om het verbondsvolk Israël te tuchtigen vanwege haar ongehoorzaamheid en ontrouw. Immers, de HEERE werkt niet alleen binnen de kerkmuren. God werkt wereldwijd, Hij regeert over de volkeren en Zijn vinger schrijft de geschiedenis (al merken wij Gods vinger in de geschiedenis maar zelden op!).

In het teken van de kokende pot wordt duidelijk de kerninhoud van Jeremia's profetische boodschap aangegeven. Het is eigenlijk het kort begrip van zijn verkondiging. Telkens en telkens weer moest hij op dat aambeeld hameren en tegen alle valse gerustheid en luchthartig optimisme in wijzen op de samenpakkende wolken van Gods welverdiend oordeel. Niet dat Jeremia er plezier in had om anderen het oordeel aan te zeggen. Integendeel — deze teerhartige en bewogen persoon heeft zelf zeer veel geleden onder de boodschap die hij brengen moest. Toch heeft God hem onverzettelijke kracht gegeven, zodat hij, wetende de schrik des Heeren, meer dan veertig jaar lang zijn volk heeft bewogen tot geloof en bekering.

Wat heeft het teken van de kokende pot ons vandaag nog te zeggen? Wel, als God wakker is over Zijn Woord, dan ook over héél Zijn Woord. Dan is God wakker om Zijn beloften te vervullen en zo Zijn genade te schenken. Maar dan is Hij ook wakker om Zijn bedreigingen uit te voeren en zo Zijn oordelen te voltrekken!

En nu waren er in Jeremia's tijd spotters die de profeet in zijn gezicht hoonden en hem voor een leugenaar uitmaakten: 'Jeremia, je kunt oordeelspreken houden zoveel je wilt, maar er komt tóch niets van in! Etverandert helemaal niets, alles blijft bij het oude en wij zetten ons leventje rustig voort'.

In Petrus' dagen voerden de spotters een niet minder hoge toon. 'Waar is de belofte van Zijn toekomst? want van die dag dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping' (2 Petrus 3:4).

Ja, dat wordt ook in 1987 in vele toonaarden beweerd. Maar wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is en dat profetische Woord onderwijst ons door het beeld van die kokende pot in de wijze waarop Gods oordelen zich voltrekken. Gods oordelen komen geleidelijk. De pot staat eerst geruime tijd op het vuur. Dan schijnt er niets te gebeuren. Maar langzaam maar zeker gaat het naar het kookpunt toe. Wie oplet kan merken dat de inhoud van die pot meer en meer in beroering komt. Wie alleen maar oppervlakkig toekijkt, meent nog steeds dat er niets aan de hand is. Maar plotseling is het dan zo ver en dan is het ook onstuitbaar: de pot kookt over, de kokend hete inhoud stort zich met kracht over de omgeving uit!

Er staat een pot te vuur voor allen die zich niet oprecht tot God bekeren. God is wakker over Zijn Woord en daarom komen Zijn oordelen, zoals Hij ze heeft doen aankondigen. Weliswaar komen ze geleidelijk, maar toch ook plotseling, onverhoeds en dan ook onontkoombaar, overrompelend en overweldigend!

Wat een ernstvolle prediking had Jeremia en hebben nog al Gods dienaren te brengen. Wat een ernstig getuigenis moet er uitgaan van alle oprechte gelovigen. Nog stelt de HEERE het laatste oordeel uit. Maar van uitstel zal geen afstel komen. Het uitstel vloeit voort niet uit traagheid of slaperigheid, maar 'de Heere is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen' (2 Petrus 3:9). Gods liefde dringt nog aan tot behoud. De Heere klopt nog aan bij de meest verharde zondaar. Hij laat nog waarschuwen en nodigen om te behouden voor het voor eeuwig te laat is. Als we dat zien, moeten we dan niet met grote bewogenheid het Woord voor onszelf ter harte nemen? En evenzeer met grote bewogenheid het Woord onze naaste op het hart binden?

De ketel staat op het vuur. Het oordeel komt. God is wakker over Zijn Woord om Zijn vonnis te voltrekken door middel van de Rechter van hemel en aarde, Christus Jezus, die eerdaags verschijnen zal op de wolken. Maar God is ook wakker over Zijn Woord dat het zal zijn in het laatste der dagen dat een ieder die de Naam des Heeren zal aanroepen zal zalig worden. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelóóft Zijn heil-en troostrijk Woord, verhardt u niet, maar laat u leiden.

't Gebergte smelt als was en wordt geheel tot as voort 't aangezicht des HEEREN, Wien al wat leeft moet eren. 't Verbaasde hemelrond meldt in die nare stond' Zijn billijkheid en macht; de volken zien Zijn kracht op 's aardrijks ruime grond. (Ps. 97 : 3)

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

God is wakker over Zijn Woord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's