Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de 100ste geboortedag van Willem de Mérode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de 100ste geboortedag van Willem de Mérode

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 2 september was het een eeuw geleden dat in het Groningse Spijk werd geboren Willem Eduard Keuning, die later onder het pseudoniem Willem de Mérode grote bekendheid zou krijgen als dichter. Twee weken geleden, precies honderd jaar na zijn geboorte, zag een volledige herdruk van zijn gedichten het licht, als inzet van een nogal grootscheepse herdenking. Ook het christelijk-literair tijdschrift Woordwerk wijdde een thema-nummer aan deze dichter die gedurende de eerste helft van onze eeuw door de officiële literatuur nauwelijks serieus werd genomen. Gelukkig is daarin de laatste tijd verandering gekomen, ook door de besteedde, en thans wordt De Mérode ook door niet-geestverwanten als een groot dichter erkend.

Zonder twijfel is Willem de Mérode inderdaad één van de belangrijkste christelijke dichters van de 20ste eeuw, naast de oudere Geert, Gossaert en de jongere Gerrit Achterberg, die echter beide door hun taalgebruik wat minder toegankelijk zijn voor „gewone mensen".

De tragiek van zijn leven

Willem Keuning is opgegroeid in een onderwijzersgezin dat tot de Gereformeerde Kerken behoorde en waarin de sfeer van Afscheiding en Doleantie heerste, In 1906 werd hijzelf ook onderwijzer in Uithuizermeeden, dicht bij zijn geboorteplaats. Hij bleef daar tot het jaar 1924, toen dat verschrikkelijke in zijn leven gebeurde, dat voor goed een einde zou maken aan zijn loopbaan bij het onderwijs. Voor wie het niet weet: Willem de Mérode had al vroeg dóór dat hij homofiel was, maar hij wist op grond van de bijbel dat hij deze geaardheid niet mocht praktiseren. Hij heeft ook steeds de kracht gevonden om in onthouding te leven, behalve die éne keer. Op een Gereformeerde school kostte dat toen nog je baan. Bovendien werd hij gearresteerd en moest hij gevangenisstraf ondergaan.

Dit dieptepunt in zijn leven is hij eigenlijk nooit helemaal te boven gekomen. Diverse familieleden keerden zich van hem af en het kwam tot een breuk met, de Gereformeerde Kerken, die een openbare schuldbelijdenis eisten. Hij huurde een paar kamers in Eerbeek, waar hij tot het einde van

zijn leven heeft gewoond. Van de kontakten die hij nog onderhield zijn die met de schrijfster Wilma Vermaat en met ds. H. C. Touw, de Hervormde predikant van Eerbeek, de meest bekende.

Op zondag 21 mei 1939 overleed de dichter, nog geen 52 jaar oud, maar volkomen afgetakeld. Ds. Touw leidde de begrafenis met de bekende tekst: zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees..." (2 Cor. 12 : 7), Op zijn grafsteen staat een vierregelig gedicht van hemzelf:

„God boog de rechte lijn: 't begin Raakt aan het eind, de cirkel sluit. Dc hemel heeft zijn zaalge buit En hartsverlies blijkt hartsgewin".

Het lied in het dogma

Het is hier niet de plaats, en bovendien acht ik mezelf niet competent om een beschouwing te wijden aan de kwaliteit van De Mérode's dichtwerk, in 1911 begon hij te publiceren en tot zijn dood toe is hij als dichter produktief gebleven. In zijn werk zijn allerlei invloeden aanwijsbaar. Vooral in zijn beginperiode is zijn taalgebruik nogal traditioneel en de inhoud wat meer dogmatisch. Meermalen is gewezen op invloed van dichters als Bilderdijk en Da Costa. Later is meer „het lied in het dogma' te horen. Door alles heen proeven we zijn strijd met zichzelfs om zijn „anders-zijn", maar ook de overgave aan Gods leiding en het zich gered en gereinigd weten door het bloed van de Heere Jezus Christus. Zo schreef hij ook zéér „bevindelijke" - en mystieke verzen die verwantschap vertonen met 17de eeuwse dichters als Jodocus van Lodenstein en Jan Luyken.

Eén van de meest ontroerende gedichten moge hier volgen. Het is er trouwens één uit „Het kostbaar bloed" (1919), dus uit zijn begintijd als dichter, en heeft als titel „Heilig Avondmaal".

„Zij aten allen het gezegend brood, Dronken ontroerd den zwaarbewaasden beker. Hun oogen weenden en hun hart sloeg weeker En stroomde vol van 's Heeren bittren dood.

Zij zagen zijn gestrekten stillen nood En ieder voelde zich ontzet, maar zeker, Zijn moordenaar, cn als een strenge wreker Zijn blind gezicht met de oogen glazig groot.

En bonzend vielen op de bange borst De vuisten: Heer, 'k ben schuldig!! ik belijd het! Ik reet uw zijde op met mijn felle zonden.

Maar levend in hun midden stond hun Vorst En hun verweende scheemrende oogen konden Den glans niet dragen van zijn heerlijkheid."

Bedenkelijke erkenning

Het is een trieste zaak dat Willem de Mérode in zijn eigen christelijke kring een tijdlang verdacht gemaakt en zelfs uitgestoten is ter wille van die zwarte bladzijde in zijn leven. In ieder geval heeft hij tijdens zijn leven als dichter niet de erkenning gevonden die hij verdiende. Bij de officiële literatuur kon hij echter destijds ook geen genade vinden omdat hij nu eenmaal „christelijk" was. En christelijke poëzie was oer definitie uitgesloten!

Vandaag staan de dichter en zijn werk volop in de belangstelling, ook in officiële literaire kring. Het is echter te vrezen dathij daar meer wordt gewaardeerd om het feit dat hij homofiel was dan om zijn dichterschap. Zoals drs. J. de Gier onlangs schreef:

„De kans is groot dat men hem daarbij alleen ziet als slachtoffer van zijn tijd en geen recht doet aan zijn diepste overtuiging die hij vele malen overduidelijk heeft uitgesproken" (R.D., 21 augustus 1987).

Die mening wordt bevestigd door de bijdrage van Hans Warren (ook homofiel!) in het themanummer van Woordwerk:

„De lust. die hem in de onzalige positie brengt door de maatschappij van zijn dagen te worden vervolgd. Die lust die hem in letterlijke zin van de zaligheid afhoud. Maar toch ook een kleinood, zijn diepste zelf, zijn grootste bron van inspiratie" (Woordwerk, biz. 50).

In hetzelfde blad betoogt Bert Hofman dat „het authentiek christelijk dichterschap van Dc Mérode"

„niet overschreeuwd mag worden door stemmen die, als De Mérode ter sprake komt, het over niets anders hebben dan zijn homosexualiteit, en dat terwijl de dichter zelf lang en breed rust vond in zijn onderwerping aan Gods wil en zijn c Ycrrrave aan Jezus Christus. Daar dienen alle beschouwingen over zijn homosexualiteit te eindigen. De rest is doorzeuren" (Woordwerk, biz. 56).

Ik denk dat Willem de Mérode een goed voorbeeld is van een homofiel die door het geloof uiteindelijk heeft leren leven met zijn andere geaardheid, zonder daaraan toe te geven of zelfs deze geaardheid te praktiseren. *

Woordwerk

Het is zonder meer terecht dat de redaktie van Woordwerk een heel nummer heeft

gewijd aan de honderd jaar geleden geboren dichter. Na datgene wat ik er reeds uit citeerde nog slechts een enkele opmerking over dit themanummer. Het zet in met een Introductie van Hans Werkman, verder bevat het herinneringen van een oud-leerling (inmiddels al 81 jaar oud!) aan „Meester Keuning'. Gerrit Kamphuis bespreekt twee brieven van Willem de Mérode, en Bert Hofman schrijft over zijn overgave aan Jezus Christus. Uiteraard zijn ook enkele gedichten opgenomen die aan de dichter zijn gewijd.

Een beetje „vreemde eend in de bijt" is in dit gezelschap Hans Warren met zijn artikel „Een homoseksueel leest Willem de Mérode. Is de redaktie uitgegaan van het principe „audi et alteram partem" (hoor ook de andere partij)? Gelukkig wordt de visie van Hans Warren in andere bijdragen weersproken, maar het blijft toch een beetje klinken als een dissonant.

Wat ik een beetje gemist heb in dit nummer is een beschouwing over het dichterschap van Willem de Mérode. Misschien heeft Hans Werkmans biografie „De wereld van Willem de Mérode" dat overbodig gemaakt, maar wat ons nu geboden wordt is toch wat te anecdotisch en te fragmentrisch. Overigens zullen liefhebbers van poëzie in dit verzorgde nummer heel wat van hun gading vinden.

N.a.v. WOORDWERK, no. 19 (Willem de Mérodenummer). Prijs ƒ 10, —. Adres: Evert Kuijt, Schans 37, 4251 PW Werkendam.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Bij de 100ste geboortedag van Willem de Mérode

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's