Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het dwaze Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het dwaze Gods

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Overmits de Joden een teken begeren de Grieken Jvijsheid zoeken. Doch wij prediken Christus, de Gekruisigde, de den wel een ergernis en de Grieken een dwaasheid. Maar hun die geroepen zijn beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods en de wijshe Gods. Want het dwaze Gods is wijzer d de mensen en het zwakke Gods is sterk dan de mensen." 1 Corinthe 1 : 22—25

teken en wijsheid

Het heeft God behaagd door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven. Zij die geloven zijn niet alle mensen. Er zijn er die niet geloven. Die de prediking dwaasheid achten. En wel de prediking van de Gekruisigde. Paulus noemt twee grote groepen mensen: Joden en Grieken. In het woord 'joden' bedoelt hij Israël. En in de aanduiding 'Grieken' ziet hij op de heidenwereld van het toenmalige Klein-Azië en Europa. Deze twee categorieën wijzen Christus de Gekruisigde en de prediking van Zijn Naam vierkant van de hand. Waarom? Met welk motief? „Overmits Joden een teken begeren en Grieken wijsheid zoeken". De prediking van de Gekruisigde stuit af op twee leef-en denkwerelden in die tijd.

Daar is het joodse denken. Dat hecht zeer aan een teken. Wie onder joden gezag wil hebben, dient zich te legitimeren in tekenen. Wie gehoor wil vinden en geloof wil krijgen in zijn stellingname, moet aantonen via tekenen dat hij echt iemand is. „Joden verlangen een teken. In deze traditie zijn zij opgegroeid. In de Schrift was immers te lezen dat Mozes, Elia en vele anderen tekenen deden waaruit bleek dat God met zijn macht achter hen stond" (Pop). We komen dit gegeven ook in de Evangeliën tegen als we de vraag aan Jezus horen stellen: „Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeeën, zeggende: Meester, wij willen van U wel een teken zien" (Mt. 12, 38). Jezus zou zich moeten legitimeren via een wonderdaad. Aantonen dat Hij echt Iemand is, die van God komt. Overmits de Joden een teken begeren.

En de Grieken wijsheid zoeken. Wijsheid in de zin van: inzicht, doorzicht, visie, levenswijsheid. Iemand verdient pas navolging wanneer hij over deze wijsheid beschikt. Voor Grieken is legitimatie: beschikken over levenskunst, in staat zijn ingewikkelde problemen op te lossen, beschikken over zelfbeheersing in nijpende situaties. Overmits de Grieken wijsheid zoeken.

Joden en Grieken. Twee geheel verschillende leef-en denkwerelden. Toch hebben ze één duidelijke overeenkomst. Wil een mens en geloofwaardig zijn, dan zal hij eerst zichzelf moeten waarmaken, legitimeren, Joeen bijzondere prestatie leveren die indruk , maakt. Hij moet met de stukken, in tekenen, in wijsheid kunnen aantonen dat hij boven id anderen uit steekt. Of via bijzonderheden an er kunnen laten zien dat God achter hem staat. Zulke mensen waren in die tijd de mensen naar wie men zocht voor vooraanstaande posities in staat en maatschappij. Wij zouden zeggen: de knappe koppen, of die beschikken over bijzondere gaven. En wat staat daar in de Schrift nu tegenover?

ergernis en dwaasheid

„Doch wij prediken Christus, de Gekruisigde..." De apostel biedt geen tekenen aan. Levert geen wijsheid. Maar verkondigt Christus. Een Christus Die gekend wordt als de Gekruisigde. Dat woord de 'Gekruisigde' moet een streep krijgen. In dat woord ligt heel het bijzondere van Christus weergegeven. Wij prediken Christus. Niet als een opvallend mens die zich bewijst in tekenen of zichzelf poneert door wijsheid. Zijn legitimatie is: het kruis. Je kunt Hem kennen in het kruis. Christus is: de Gekruisigde. Alle aardse macht en glorie gaf Hij prijs. Alle jacht op grootheid en aanzien liet Hij varen door te gaan hangen aan een kruis. Zo werd Hij een gevloekte, een verworpene. Maar zo werd Hij óók het fundament van Zijn Kerk, de grondslag van Zijn gemeente. Het heil voor allen die in Hem waarlijk leren geloven en zo behouden worden.

Intussen roept de prediking van Christus de Gekruisigde felle afwerende reakties op. „...de Joden wel een ergernis en de Grieken een dwaasheid..." Ergernis, skandalon. Dat woord hangt samen met een palletje in een klem. Het is het pinnetje in bijv. een vogelklem die de vogel vastzet zodat hij niet meer ontsnappen kan. Ergernis, valstrik, wat een mens ten val brengt. De gekruisigde Christus achten Joden zo'n valstrik. Daar trappen ze niet in. Zo'n Christus Die de Gekruisigde is, kan de Messias niet zijn. Deze legitimatie van de Messias accepteren de Joden niet, bedoelt de apostel. Zo'n Messias komt niet overeen met degene die zij zich voor ogen gesteld hebben. Zij stelden zich voor dat de Messias zou opvallen door kracht en macht, voorzien van goddelijke tekenen en bijzonderheden. Maar deze Jezus is ze te gewoon, te menselijk, te zwak zeker als de Gekruisigde. Daar trappen we niet in. Deze valstrik is te duidelijk om hen te misleiden. De Gekruisigde een ergernis.

Laten we er de Joden niet te hard om vallen. Herkennen ook wij niet de ergernis, die irritatie in eigen hart en leven. Is dat, is dat mijn Koning? En is dat nu het heil door Hem verworven? Wat is er feitelijk veranderd sinds Zijn kruisdood in deze absurde keiharde wereld? Wie herkent niet de Joodse kritiek op de christelijke belijdenis van de verzoening en verlossing door Jezus de Gekruisigde als gezegd wordt: waarom ziet de wereld er dan niet verloster uit? Wat is er zichtbaar te merken van vrucht op Jezus' kruisdood? Een ergernis, een valstrik. Nog altijd. Een mens wil zien, wil constateren met de feiten erbij. En als Jezus' boodschap luidt: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld, stoort ons dat in onze voortvarendheid om hier en nu reeds een rijk van vrede en gerechtigheid te realiseren. En als Jezus aandringt op een geestelijke vernieuwing, een wederom geboren worden door Woord en Geest, achten velen dat te innerlijk, te veel achter de schermen van de ziel en te weinig opzienbarend. Christus, de Gekruisigde, een ergernis.

Dat geldt evenzeer het aspect van de plaatsvervanging. Hij is mijn plaats? En dan zó? Aan een kruis? Zulk een afschuwelijke en schokkende dood. Zoekt God voor mijn zonden verhaal bij deze Jezus? Sta ik dan niet zelf verantwoordelijk voor mijn daden. Een ergernis, het kruis van Christus. Een ergernis, de prediking van de Gekruisigde. Een mens wil er niet aan. Het kruis zet al onze vermeende hoogheid en zelfgenoegzaamheid aan de kant. God kiest voor Zijn weg. De weg van de vernedering, van het offer, van de liefde. De Joden een ergernis. De Grieken een dwaasheid. Een opgehangen Jood kan immers de ware wijsheid, het zuivere inzicht nooit zijn. Het kruis had voor de heiden in die tijd dezelfde gevoelswaarde als voor ons de strop heeft. Een opgehangen mens kan toch nooit hèt antwoord zijn op de diepste levensvragen? Wie kan nu die gehangen Jezus uit het verachtelijke Nazareth aanvaarden als de Verlosser der wereld? De Grieken een dwaasheid.

En opnieuw zeggen we: laten we er de Grieken niet te hard om vallen als zouden wij meer inzicht hebben in de Gekruisigde. We zijn in het diepst van ons bestaan immers óók heidenen die het Griekse in onze geest hebben. „Filosofie en intellect, wetenschap en techniek beheersen de wereld en voeren ons tot zelfbeheersing. Alles moet door begrijpen worden opgelost. Op die basis leeft heel onze westerse cultuur. Het kruis is onwetenschappelijk en daarom belachelijk. Wie zijn dag gevuld heeft met wiskunde, wegenbouw, electrotechniek of fysica komt de taal van het catechisatielokaal als een wereldvreemde zaak tegemoet. Het 'woord van het kruis' staat daar haaks op. Ongeloofwaardig" (ds. A. Romein, Postille 25, pag. 76).

De Grieken een dwaasheid. Draagt dan de prediking van de Gekruisigde nog wel vrucht? Is het dan niet zinloos met de dwaasheid van zulk een prediking in deze wereld te staan?

kracht en wijsheid Gods

De bijbel geeft aan dat er naast Joden en

Grieken nog anderen zijn: „...maar hun die geroepen zijn..." We moeten dat goed verstaan. Het wil niet zeggen dat er geen enkele Jood en geen enkele Griek ooit tot ander inzicht zal komen. Nee, het oorspronkelijke geeft aan dat Paulus bedoelt: voor nen uie geroepen zijn. Joden zowel als Grieken, is er de prediking van Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. Temidden van Joden die de Gekruisigde een ergernis achten te zijn en Grieken die Hem een dwaasheid noemen, zijn er Joden en Grieken die tot een ander inzicht worden gebracht. Ze heten hier: hun die geroepen zijn, geroepenen. Een vaker gebruikt woord om de gelovigen aan te duiden. God roept, het Evangelie behelst Gods genadige roeping. Die gaat uit tot mensen. Joden en Grieken. Bij een deel ketst deze roeping af, we hoorden dat in het vorige vers. Maar bij een ander deel zinkt het woord van de Gekruisigde diep in de ziel.

De roeping dringt door naar binnen door de kracht van het Woord Zelf. Het Woord blijkt als dynamiet te werken. Het blaast alle ergernis op en waait alle afkeer weg. Christus blijkt te zijn de kracht Gods. Hij is niet zomaar een naam, niet zomaar emand. Nee, Hij is de kracht Gods. Er schuilt ongekende kracht in Christus. Ja, die chijnbaar weerloze Man aan het kruis blijkt de kracht Gods te zijn. Dat is Gods antoord op het Joodse vragen om een teken. e krijgen het teken van Jona de profeet. rie dagen en drie nachten was de Zoon es mensen in het hart der aarde. De Geruisigde werd begraven. Maar werd ook de Opgestane. Want: de kracht Gods. Geroepenen door Woord en Geest vallen voor Hem neer, leveren zich uit aan Hem, de an van smarten die de Vorst van Pasen is. et gaat er om dat deze Christus een gestalte krijgt in ons hart. Dat de roeping beantwoord gaat worden in een levend geloof. at gebeurt als we met al onze vermeende racht vast lopen. Als we welhcht alles gerobeerd hebben om met God in het reine te komen en niets ons uitkomst biedt. Dat het worden mag: In het kruis zal ik eeuwig roemen. Een kracht Gods. O, welk een kracht heeft de Gekruisigde in het leven van een zondaar. Kracht Góds.

Voor de geroepen Grieken blijkt Christus e wijsheid Góds te zijn. Niet wijsheid van eneden. Niet wijsheid van menselijke geest. aar wijsheid bij God vandaan. Nooit waren ij van onszelf op deze gedachte gekomen, bij deze weg tot echte zuivere kennis van God uitgekomen. Had God Hem niet Zelf uitgedacht en geopenbaard. Geroepen Grieken ontdekten in Christus Góds wijsheid. Daar hjden al onze wijsheid en al onze inzichten schipbreuk. Daar kunnen we het niet meer doen met ons verstand. Daar vallen we voor Hem die Gods wijsheid is. Zo schept God Zich door de prediking van de Gekruisigde een gemeente dat in Christus alleen de kracht en de wijsheid Gods vinden mag.

het dwaze en zwakke

Wat een vergissing, bedoelt de apostel. Wat dwaasheid leek te zijn, blijkt wijzer te zijn dan de mensen. En wat het zwakke Gods is, is sterker dan de mensen. Christus' zelfverloochening en vernedering aan het kruis is geen dwaasheid. Maar het enige zinvolle antwoord op het probleem van de menselijke schuld. Alleen langs deze weg is de breuk tussen God en mens te herstellen.

God verzoent de schuld door het offer van Christus. Christus brengt verzoening aan in Zijn bloed. Het 'zwakke Gods' (= Christus) is sterker dan de mensen. En verder, Christus' kruisdood is geen bewijs van zwakheid en onmacht, maar de enige weg waar langs God zonde en schuld wegneemt. Want het dwaze Gods (= Christus) is wijzer dan de mensen. Achter Christus staat God, ja Hij is God Zelf. Gods wee staat haaks op alle menselijke wegen en pogingen tot oplossing te komen van de problemen van zonde en schuld en dood. God doet het Zelf. In Christus de Gekruisigde. Het dwaze Gods en het zwakke Gods. Leven is slechts van genade leven. Dat is een les die levenslang duurt. Want we zijn zomaar niet ingewonnen voor Gods weg. We zijn zo verkeerd, van God af, ook al is God bezig ons te bekeren. Zalig wie steeds weer terecht komt aan de voeten van de Gekruisigde. En die in Hem zijn heil en hoogst geluk mag vinden en Hem leert erkennen voor zijn Heere.

J. M.

C.a.d.IJ.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het dwaze Gods

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's