Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Profetische kritiek

In het 'Wapenveld'-nummer dat vorige week verscheen (jrg 38, nr. 1) begint ds. A. J. Zoutendijk een reeks bijbelstudies onder de titel 'Hoe zullen wij overleven? ' Hij stelt de woorden van Amos aan de orde die te lezen zijn in 5 : 4, 5 en 14, 15. De uitleg krijgt een spits naar de situatie van de christelijke gemeente in het heden. Hoe blijft zij staande in een tijd van kerkverlating, gevoelens van onveiligheid en verwarring, het vastlopen van de geloofsoverdracht aan jongeren. Er zijn signalen, aldus ds. Zoutendijk, die duiden op een ramp die zich aan het voltrekken lijkt. Wie blijft over en is het tij nog te keren? Vinden Amos' woorden gehoor als hij ze uitspreekt in zijn dagen? Dovemansoren waren bij voorbaat al toegestopt. Er waren er die erkenden welke dreigingen zich aandienden. Maar die toch met een beroep op heilige plaatsen als Bethel en Gilgal zich gevrijwaard meenden onder de beschermenende handen Gods. Hoe reageert Amos dan. En nu citeren we uit de bijbelstudie van ds. Zoutendijk het volgende:

„Amos werpt deze „heilige huisjes" resoluut omver. Daarbij speelt ook mee de verwording van de cultus (de kalverendienst), maar dit treedt bij Amos niet op de voorgrond. Zijn profetische kritiek steekt dieper. Heiligdommen, gestolde stukken traditie, plekken waar de Heilige op overmachtige wijze tegenwoordig was geweest — zulke plekken kunnen tot evenzovele belenvmeringen worden om de Levende in het heden te zoeken en te vinden. De profeet ziet zich geconfronteerd met wat wij tegenwoordig een religieuze ideologie zouden noemen, d.w.z. waarheden die uiteindelijk moeten dier.en ter ondersteuning van het eigen belang. Monumentale tradities, die houvast geven, een veilig gevoel, een stevige positie, maar die niet de levende God Zelf zijn.

Wij kunnen de situatie van de noordelijke stammen in de achtste eeuw voor Christus niet vlotweg gelijkschakelen met de crisis die wij beleven. Maar moeten wij niet met schaamte belijden, dat in onze verborgen kerkelijke agenda het streven naar veiligheid en het handhaven van onze positie hoog genoteerd staan? Dat onrust vermeden dient te worden met een beroep op de rijke traditie, dat we van deze traditie het heil verwachten en het overleven?

De vraag kan overigens gesteld worden: wat is erop tegen, dat men in tijden van verwarring en leegte zoekt naar veilige kaders? Is een dergelijke overlevingsstrategie bij voorbaat te veroordelen? Elk vlot en eenduidig antwoord is hier onmogelijk. Duidelijk moet zijn, dat de profetische kritiek zich hier richt tegen een vasthouden aan de traditie zonder openheid voor het actuele spreken Gods. Dan is er sprake van een ideologie: vroomheid en traditie als onderbouwing van eigen (vermeende geestelijke) belangen. En is dat gevaar onder ons denkbeeldig?

Maar: o overleven we niet! Zo komen we om, terwijl we menen veilig te zijn („Wee de zorgelozen op Sion!" 6 : 1).Daarom: oekt de Heere en leeft! Wat dat betekent maakt Amos in enkele etappes duidelijk. Het betekent om te beginnen een concrete breuk met de bestaande heiligdommen. Amos stelt voor de absolute keus: iet rneer Bethel opzoeken of Gilgal, maar de Heere Zelf. Want Gilgal gaat naar de galg en Bethel gaat te gronde: e hebben geen toekomst (5 : 5). Er is enkel (over)leven in het zoeken van de Heere. Wat is dan het verschil? Amos is hier duidelijk genoeg: od zoeken is het goede zceken (5 : 14); het is: nderscheiden waarop het nü aankomt, waartoe Zijn gebod ons nü roept. Geen misverstand mogelijk: et is de Heere te doen om het zoeken van Zijn wil voor de concrete verhoudingen onderling en het daaraan gehoorzaam zijn.

Amos houdt geen beschouwing over overlevingspercentages of startegieën; hij roept tot ommekeer in de praktijk. „Houdt het recht hoog in de poort". Hoe het met God staat, blijkt uit de verhoudingen onderling. We kunnen hierbij denken aan de apostel Jacobus, die we gerust een geestelijke nazaat van Amos kunnen noemen. Kan het geloof ons behouden, zegt de apostel, als er geen werken mee gepaard gaan? Welke werken? Omzien naar wezen en weduwen in hun druk, armen van het nodige voorzien.

Zijn Amos' woorden niet van een aangrijpende actualiteit voor de kerk? De drang tot overleven is sterk, het beroep op de traditie idem. Maar bespeuren wij in de gemeente ook de waarachtige ommekeer, naar elkaar toe en zo naar God toe?

Armen en rechtelozen, waar vinden wij die in ons midden? Zijn er bij ons ook groepen die weg^gedrukt worden?

We zouden, om hier een antwoord te zoeken, Amos' profetie ook tegen het licht kunnen hou1den van het hedendaagse individualisme. Ieder

voor zich: in dit modieuze jasje blijken veel kerkmensen wonderwel te passen. Ook collectief zijn er tendenzen: kerkgemeenschappen worden geslotener, meer „onder ons". Zou dat ook een reden zijn, dat b.v. jongeren zich afwenden? Omdat er geen waarachtige openheid is en geestelijke moed om hen tot hun recht te laten komen?

Het zit ons eigenlijk in het bloed liever de gebaande wegen naar Gilgal en Bethel te gaan dan nieuw te zoeken naar de wil des Heeren. Gods wil horen en doen houdt risico's in. Het heeft te maken met grensoverschrijdingen naar anderen toe, met het prijsgeven van posities die ons een veilig gevoel geven (keurig binnen de paden der traditie). Dan kan in de kring van de gemeente duidelijk worden wat voor een God wij hebben. Eén Die buitenstaanders tot gasten wil maken en vreemdelingen tot broeders.

Zullen wij overleven? Niet wanneer wij blijven investeren in dingen die geen toekomst (meer) hebben, in gerenommeerde namen als Bethel en Gilgal. Betekent dit dat de profeet de traditionele eredienst wegwerpt? Dat zou een misverstand zijn. Maar alles komt wel onder de hoge druk te staan van Gods oordelen die over de wereld gaan, te beginnen bij het huis Goüs. Als we maar zien willen! Niet de traditie, maar wel het vluchten erin en het verabsoluteren ervan belemmert het waarachtige zoeken. „Zoekt de Heere; zoekt het goede!" Anders is er geen overleven. Goddank is de profetische oproep tegelijk een belofte: r is nooit tot het huis van Jacob gezegd: oek Mij tevergeefs (Jesaja 45 : 19). Wie zoekt die vindt, zegt onze hoogste Profeet en Leraar en Hij zegt het juist in het verband van de relatie tot onze naaste (Matth. 7 : 1 t.m. 7)! Wie zo zoekt vindt het heilzame gebod en ontvangt de moed om het te doen.

Israël gaat nooit verloren, zong men in Amos' dagen. Soms weerklinkt dit lied nog. Dat de gestalte van het instituut „kerk" zou kunnen verdwijnen is iets dat in ons bewustzijn nog lang niet is doorgedrongen. Wij hebben het toch nog goed? ! Er blijft altijd nog wel iets over... De trouw van God mag dienen om dit te ondersteunen. Maar de Heere is ook getrouw in Zijn bedreiging: zonder ommekeer is er geen overleven. Amos' profetie is maar al te zeer in vervulling gegaan, enkele decennia later werden de noordelijke stammen gedeporteerd. En hoe zat het toen met de „rest van Jozef"? Daarover horen we niets meer. Amos legt het laatste oordeel in de handen van God. Misschien zal de Heere...: dat is geen uiting van twijfel, maar het belijden van de vrijmacht Gods. Hij zal tenslotte recht doen aan ieders leven, naar dat wij gedaan hebben, hetzij goed, hetzij kwaad. We kunnen ook zeggen: naar dat wij gehoor hebben gegeven aan de stem der profetie.

Misschien... is het tenslotte toch misgelopen? Geen toekomst voor de stam van Jozef? Nee, niet via Gilgal en Bethel. Wel langs een andere weg, die van de Heere Zelf. HIJ is de weg, in Christus Jezus is dat voorgoed waar geworden. Zoek Mij betekent nu: Hoort Hem! De weg van God met Israël hield een belofte in. Door de dood van de ballingschap heen schiep Hij uit dorre beenderen een nieuw volk. Door de jaruis'dood van Zijn geliefde Zoon heen wordt het (overleven aan het licht gebracht.

Overleven of niet? Dat ligt in Gods handen. Wel worden wij persoonlijk opgeroepen tot ommekeer. In de oproep van Amos, in de wekrDep van Christus gaat het om een persoonlijke reactie van onze kant. Want dat er een rest zal zijn, naar de verkiezing der genade, is zeker. Ook een rest van Jozef, twaalfduizend verzegelden (Openbaring 7 : 8). Maar zullen wij daar bij zijn, en onze kinderen? Tot onrust hierover en ommekeer wil de profetie ons wekken. Zoekt Mij en leeft! Wie oren heeft, die hore."

Slot

Tot zover uit de bijbelstudie van ds. Zoutendijk. Woorden die zéér aanspreken in de situatie waarin we ons bevinden als kerk en gemeente. Profetische kritiek spaart geen 'vlees', ook geen kerkelijk of vroom vlees. Leren we onder het oordeel buigen dat zich in onze tijd openbaart in allerlei verschijnselen? Of bouwen we de graven van onze profeten op en klonteren we samen bij onze heiligdommen?

Tenslotte, in dit 'Wapenveld''-nummer treffen we een uitvoerige reactie aan van prof. dr. G. C. Berkouwer op prof. Graaflands studie 'Van Calvijn tot Barth'. Verrassend, daar prof. Berkhouwer nauwelijks meer iets publiceert. Voor theologen en theologisch geïnteresseerde gemeenteleden boeiende stof. Adm.adres van 'Wapenveld': mw. J. H. Schreuder-Diepeveen, 't Hazeveld 65, 3862 XA Nijkerk, bestellingen bij dit adres door overschrijving van ƒ 8, 10 (incl. port) op giro 266906.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's