Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boodschap stempelt dienaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boodschap stempelt dienaar

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En ik was bij u in zwakheid, en in vrez en in veel beving En mijn rede en myn prediking was niet in bewegelijke woo den der menselijke wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht. Op dat uw geloof niet zou zijn in wysheid der mensen, maar in de kracht Gods". 1 Corinthe 2:3—5

Dienaar van het kruis

Slechts één boodschap wenst de apostel te brengen: Jezus Christus en Dien gekruisigd. Die boodschap stempelt de boodschapper en bepaalt diens stijl. Inhoud en doel bepaalt de prediking, hoorden we al. Ze hoort niet e, in woord-wijsheid te geschieden waarbij de regels van de rhetor bepalend zijn. „Deze r-woord-wijsheid zoekt in de aesthetische en intellectuele sfeer de mens te winnen. Zij - richt zich derhalve naar de mens en laat ook de uiteindelijke beshssing aan de mens...

De prediking dient evangelie-verkondiging te zijn. Wee haar, als zij op wijsheid der wereld gaat gelijken. Juist omdat zij het getuigenis Gods draagt, moet zij opkomen uit, gedragen worden door en steunen in het werk van de Heilige Geest in prediker en gemeente beide" (W. Kremer, Priesterlijke predikmg, A'dam 1976, blz. 14).

Deze visie op de verkondiging stempelt

tevens de prediker. Hij kan het niet zoeken in 'hoogstandjes' op intellectueel gebied of esthetisch terrein of zelfs overspannen gevoelsmatigheid. Dat is de 'wijsheid der wereld'. Het geloof echter is een werk van de Geest als vrucht op een geestehjke prediking. Anders zou het geloof rusten op wijsheid van mensen, gevolg zijn van kunde van predikers, te bewerken zijn door geestelijke trucs. Maar het geloof in Christus is produkt van de Heilige Geest langs de weg van een geestelijke prediking.

Dat alles raakt ook de wijze van bediening van het getuigenis Gods. Wie meegenomen wordt in deze handelwijze Gods en beseft welk een heilig ambt bekleed wordt waardoor God zulke grote dingen uitricht, ja hoe gans noodzakelijk het is om de mensen ter zaligheid te brengen (bevestigingsformuler dienaren des Woords), verstaat wat de apostel in vers 3 schrijft: ik was bij u in zwakheid, en in vreze en in veel beving. „Paulus was geen routine-prediker. Hij had niet het meesterschap van de rhetor, die de kunst van de sophia logou (wijsheid van het woord, JM), de knepen van het vak kent en hanteert. Hij begeerde te zijn de dienaar, die door Gods Geest geleid, geestelijke dingen met geestehjke mocht samenvoegen" (W. Kremer, a.w. blz. 15).

De prediker draagt grote verantwoordelijkheid. Hij kan immers de Gekruisigde verbergen achter holle frasen. Hij kan het kruis van Christus verijdelen door wijsheid van woorden. Is dat niet het ergste waaraan een dienaar van Christus zich kan bezondigen.? Dat hij geen dienaar van de Gekruisigde is, maar eerder een dienaar van zichzelf.

Tk was bij u in zwakheid. Hij kwam Corinthe niet binnen als een zelfbewust man die wel even Corinthe aan Christus' voeten zou brengen. In zwakheid, in het diepe besef van eigen onmogelijkheid. Als Jood in een voor hem onbekende Griekse cultuur bovendien. Nauwelijks kennis van deze voor hem nieuwe wereld. In zwakheid en daarom in vrezen en beven, véél vrezen en beven zelfs. Bang voor de tegenkanting van de mensen, vrees voor het lijden dat hem ook hier weer zal wachten. „Hij miste alle bekwaamheden en eigenschappen van de propagandist of de gladde verkoper. Eerder toonde hij enige gelijkenis met de knecht des Heeren: ij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben begeerd. Hij was veracht en van mensen verlaten (Jes. 53 : 2 en 3). Zo kwam hij in Corinthe als een passend vertegenwoordiger van de arme Messias der armen" (Pop, comment. blz. 54).

Van Luther is bekend hoe hij menigmaal met knikkende knieën aan de voet van de kansel stond en dan bad: Heere, als het niet gaat, dan is het verlies voor U. Sterk dan uw knecht en geef hem vrijmoedigheid.

Krachtige dienst

Na eerst iets gezegd te hebben over zichzelf, volgt nu een woord over zijn optreden zelf. „En mijn rede en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht".

Geen reclametechnieken, geen public relationship-melhoden, geen verborgen verleiders in de boodschap, „maar een eenvoudig man, die een verhaal vertelt, dat waar gebeurd is, bezig is te gebeuren en op een bepaalde dag voltooid zal worden..." (Pop, a.w. blz. 55).

Dat er nochtans een gemeente Gods ontstond in deze Griekse, heidense stad was dan ook niet te danken aan de prediker Paulus en zijn manier van prediking maar aan God Zelf. De betoning van geest en kracht. Paulus had het niet zelf in de hand, maar WTrd een instrument in Gods hand. De gemeente is niet door éne Paulus omgetoverd, of betoverd, maar door God gegrepen. Over dat wonder schrijft hij eveneens aan de gemeente in 'n andere Griekse stad. „Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht en in de Heilige Geest en in vele verzekerdheid" (1 Thess. 1:5). Calvijn noteert bij deze tekst dat in de prediking de hand Gods merkbaar en zichtbaar werd. Betoning van geest en kracht. We schrijven 'geest' met een kleine 'g'. Maar niets belet ons hier de hoofdletter 'G' te gebruiken. Immers, moeten we hier niet denken aan de werking en doorbraak van de Pinkstergeest in de stad Corinthe. En brengt Diens werking niet een stroom van kracht met zich mee? God liet de prediking gepaard gaan met een krachtige werking van Zijn Geest.

De prediking is zo bezien geen 'waagstuk'. , , In het licht van 1 Kor. 2 en 3 is de prediking een geloofsstuk. Een geloofsstuk, omdat zij gedragen wordt door de eigen betuiging Gods, dat Hij Zijn Woord, dat wij prediken, wil stellen tot een kracht. Hij wil daardoor geestelijke zegen schenken. Wanneer wij in heilig beven niet anders begeren dan de boodschap Gods te brengen, mogen wij Gods zegen verwachten. Wij richten ons dan niet naar de verlangens der mensen, hoe

ook gevarieerd, maar zoeken de zekerheid, dat wij, het getuigenis Gods doen klinken met woorden die de Heilige Geest leert. Zo is de prediking een geloofsdaad...", aldus prof. Kremer in zijn al eerder aangehaald werk over de prediking.

Laten de predikers steeds door dit hoog motief gedreven blijven in hun preekarbeid. Betoning van geest en kracht. Iemand schreef eens: het is voor de prediker nodig meer gebruik te maken van de binnenkamer om daar, op de knieën voor God, in Jezus' school vurig te worden van geest en met kracht te worden versterkt door Zijn Geest in de inwendige mens. Wat waar, nog altijd. Meer de binnenkamer dan de vergaderzaal. Meer de studeerkamer dan de koffiekamer. De nood der gemeente is nog altijd de nood der prediking. Om wat te zeggen te hebben, moeten we eerst en meer leren luisteren. Verkeren aan Christus' voeten als een Maria eertijds. Anders rollen er wel woorden vanaf de kansel de gemeente in, maar wordt er niets gezegd. Concentratie op het Woord in de stilte van het bid-en studeervertrek onder inwachting van Gods Geest brengt tot een bediening in betoning van geest en kracht. Zo kreeg God in Corinthe een gemeente aan Zijn voeten. En Hij wil en doet het heden niet anders.

Geloof uit God geboren

„Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods", met de woorden 'zijn in' hebben we misschien enige moeite, 't Is te lezen als: ontspringen aan, zijn leven of voeding vinden in, wortelen in, leven uit. Paulus wijst hier de grond van het geloof der gemeente Gods in Corinthe aan. Als een bepaalde spreektechniek of zekere rhetorische trucs of gevoelsmatige beïnvloeding het gedaan hadden toen Paulus tot de stedelingen van Corinthe sprak, dan zou hun geloof ontsprongen zijn aan wijsheid van mensen. Maar nu rust hun geloof enkel op de kracht Gods. Dat gegeven heeft z'n betekenis voor het leven des geloofs. Daarbij komt het niet aan te bouwen op mensen of menselijke wijsheid maar alleen op de kracht Gods. „Daarom zullen wij weten dat dit de eigenschap des geloofs is, dat het op God alleen rust en niet aan mensen hangt. Want de zekerheid des geloofs moet zo groot zijn, dat zij niet valle, al wordt zij d.oor alle kunstgrepen en listen der hel besprongen, maar standvastig volharde en alle aanvallen dragen", aldus Calvijn. En hij zegt er dan bij dat dit alleen maar kan als wij er vast van overtuigd zijn geraakt dat ons geloof bij God vandaan komt en niet het gevolg is van menselijke wijsheid.

Geloof, levend geloof is geloof dat verworteld is in God Zelf. Dat houdt alleen stand vanwege de standvastigheid Gods. Geloof, zogenaamd geloof, stoelend op menselijke gevoelens alleen of veroorzaakt door een prediking naar de mens, houdt geen stand. Maar zal na korter of langere tijd verdwijnen, wegsmelten, opdrogen.

Des te meer reden om in betoning van geest en kracht de Gekruisigde hoog op te heffen in de prediking. Daar heeft God nog altijd Zijn zegen op beloofd.

C.a.d.IJ.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Boodschap stempelt dienaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's