Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Popmuziek

Als uitgave van de Willem de Zwijgerstichting verscheen onlangs een brochure onder de titel , , Popmuziek, in gesprek met jongeren" van de hand van P. A. te Velde. De heer Te Velde is docent Nederlands aan de Gereformeerde Scholengemeenschap „Prof. Dr. S. Greijdanus" te Zwolle. In zijn woord vooraf stelt de schrijver dat , , praten over popmuziek moeilijker is dan ernaar luisteren. Het vinden van een christelijke levensstijl ten opzichte van muziekbeleving is voor heel wat jongeren geen vanzelfsprekende zaak. Veel opvoeders hebben moeite met popmuziek en zijn niet in staat of bereid daarover in gesprek te gaan".

Met dit boekwerkje wil de schrijver proberen aan dat gesprek tussen ouderen en jongeren een zekere vulling en invulling te geven. Welke punten zijn zinvol in zo'n gesprek, aan welke zaken dien je dan aandacht te geven. Ik geef een kort overzicht van de inhoud van deze brochure. Er wordt ingegaan op vragen als: wat is muziek, wat is popmuziek. Er is een hoofdstukje waarin aandacht wordt geschonken aan , , popmuziek en aanverwante artikelen": de muziek, het zingen, de tekst, de hoes, de tijdschriften, de leefstijl. Ook legt hij de relatie tussen christen-zijn en popmuziek. Origineel vind ik de , , link" die hij legt tussen de tien geboden en popmuziek. Hij biedt een uitleg van de geboden met een toepassing per gebod naar wat met de popmuziek samenhangt. Een recensie geef ik niet van deze brochure. Wel geef ik twee korte citaten uit dit boekje om belangstellenden enige indruk te geven.

Christen-zijn en popmuziek

Het eerste citaat lichten we uit het hoofdstukje waarin ingegaan wordt op de uitgangspunten bij het omgaan met dit genre muziek. We hebben als jongeren verantwoordelijkheden in ons bezig zijn met muziek. Dhr. Te Velde:

Daarnaast draag je verantwoordelijkheid tegenover je naasten. Dat is gemakkelijk in te vullen op het terrein van de muziek. Je aller-naasten, dat zijn je ouders, je broers en zussen; maar dat zijn voor de ouders de kinderen! Je verantwoord gedragen, als ouders en als kinderen. Dat is: ervoor zorgen dat je geen geluidshinder of leefstijlhinder veroorzaakt. Het ergeren van je huisgenoten gaat in tegen Gods Woord. Dat geldt voor beide kanten: vaders en moeders mogen hun kinderen ook niet prikkelen. Er moet dus over en weer liefde en begrip zijn, zodat in harmonie dit soort problemen besproken kan worden. Hoe eerder je daarmee begint, hoe beter het is. Even een zijweggetje: het is geen wonder dat juist bij het verschijnsel popmuziek zich allerlei opvoedingsproblemen voordoen. Lezen maakt immers geen lawaai!

De opvoedingsproblemen zouden daar echter niet minder groot moeten zijn. Je moet je verantwoord willen gedragen, maar je draagt ook verantwoordelijkheid voor je naaste. Als je iemand een bepaalde muzieksoort of levensstijl voorleeft of aanraadt, moet je dat wel kunnen verantwoorden. Komt je vriend of je vriendin op hetzelfde spoor als jij en is dat niet een goed spoor, dan heb jij hem of haar tot zonde verleid. Omgekeerd geldt ook dat je iemand 't goede voorbeeld kunt geven of 't verkeerde van z'n handelwijze kunt laten zien.

Tenslotte ben je ook verantwoordelijk tegenover jezelf. De Heere Jezus zegt: e moet je naaste liefhebben als jezelf. (Mattheüs 22 : 39). Jezelf liefhebben... in de goede betekenis van het woord. Het goede zoeken voor jezelf. In dat verband zou je de Dordtse Leerregels weer kunnen lezen: fdst. 3/4, art. 11: , God dringt door tot in het diepst van de mens met de krachtige werking van diezelf-

de Geest, die wedergeboorte wekt; hij opent het gesloten hart, Hij maakt het harde zacht, Hij besnijdt het onbesnedene, Hij vernieuwt de wil: van dood maakt Hij hem levend, van slecht goed, van onwillig gewillig, van weerbarstig gehoorzaam. Hij brengt de wil zover en geeft deze zoveel kracht, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen". Vanuit deze achtergrond het goede zoeken voor jezelf!

Heel aardig is om in het woordenboek eens alle woorden op te zoeken die met ^//"beginnen. Als je ze langsloopt krijg je een serie mooie aanknopingspunten voor een gesprek. Zelfbeschikkingsrecht: ezelf tot een wet, norm zijn; de uitspraak , , dat is mijn eigen verantwoordelijkheid" of „ik kan..." en „ik mag...", terwijl er niet bij gezegd wordt „...voor Gods aangezicht". Het gaat er niet om of jij het verantwoord vindt, maar of het verantwoord is voor de Heere. Zelfbedrog: e kunt je afvragen in hoeverre je jezelf voor de gek houdt door bepaalde muzieksoorten wel te beluisteren, terwijl je eigenlijk wel weet dat het niet klopt of je er zelfs tegen gewaarschuwd bent. Zelfingenomenheid: en je nogal trots op jouw keuze? Terecht? Zelfoverschatting: en veel voorkomende kwaal in ons mensenleven. Denk niet te gauw dat je het wel aan kunt, dat je wel stevig in je geloofsschoenen staat. „Als ik het goede wil doen, is het kwade bij mij aanwezig" (Romeinen 7 : 21). Of nog sterker in zondag 52 van de Catechismus: Wij zijn van onszelf zo zwak, dat we zelfs geen ogenblik kunnen standhouden". Kies daarom zorgvuldig uit waar je zelf mee bezig bent. Anders mocht je later nog zelfverwijt krijgen. Zelfbeheersing, zelfbescherming en ook zelfkennis zijn dus nodig. In deze zaken speelt de opvoeder een grote rol.

Tot zover een eerste fragment uit deze brochure.

God alleen

Een tweede fragment heb ik gekozen uit het gedeelte waarin de verbinding wordt gelegd tussen Gods geboden en de (wereld van de) muziek. Het eerste gebod wil zeggen dat je naast of in plaats van God niets of niemand anders mag hebben waarop je vertrouwt. Te Velde schrijft dan:

Je zou een lange rij kunnen maken met begrippen die onder het eerste gebod vallen: magie, occultisme, waarzeggerij, horoscopen, idolenverering, verering van popsterren als figuren met wie je je vereenzelvigen kunt, vertrouwen op de reactie van de redactie van een popblad (in rubrieken waarin jonge mensen hun hart uitstorten en uit de nood proberen te komen) en ga zo maar door. Niet voor niets wordt het eerste gebod wel de grondslag van de Wet genoemd, want de vraag uit Spreuken „Mijn zoon geef Mij je hart" is fundamenteel. Veel belangrijker dan de vraag: wat mag je wel en wat mag je niet beluisteren, is de vraag: aan wie behoort je hart toe, aan God of aan iemand of iets anders?

Wie of wat heerst over je, waar zit je vol van? Je moet bij jezelf eens nagaan hoeveel aandacht je besteedt aan popmuziek luisteren, muziek overspoelen, platen kopen, popbladen lezen, foto's verzamelen van popsterren, je agenda of je kamer volplakken met allerlei spullen die te maken hebben met de popmuziek, programma's voor radio en tv volgen, bijhouden van hitlijsten, de hoeveelheid popliedjes die je zingt, neuriet, meebrult of die in je geheugen rondjengelen in de loop van een dag, de waarde die je hecht aan de popindustrie in het kopen van allerlei bijartikelen als buttons, foto's, T-shirts, schoenen, mode, haardracht, de onderwerpen van de gesprekken met je leeftijdsgenoten, het mee laten voeren van je geest door psychedelische („geestverruimende") muziek, maar ook het geboeid zijn en het meegevoerd worden van je gedachtenleven de verkeerde kant op bij het kijken naar popprogramma's voor de tv. Alles bij elkaar genomen zijn deze dingen voor velen heilige huisjes. Voor een christen zouden ze echter juist

niet zo heilig moeten zijn. In 't bovenstaande zit immers heel wat, wat niet deugt. Daarover zegt de Heere: ontvlucht de afgoderij" (1 Korintiërs 10 : 14).

We gaan het eerste gebod ook nog even bekijken vanuit de positie van de zanger en de muziekmaker. De Tien Geboden zijn algemeen geldend, voor iedereen, christen en niet-christen. Ook de artiest heeft de opdracht zijn geest helemaal in dienst van God te stellen. Dat betekent dat hij niet zomaar van alles boven mag laten borrelen, dat hij zich niet ongeremd mag uiten, 't Is voor een mens heel gemakkelijk om zonder een spoortje zelfbeheersing allerlei rare opmerkingen, wilde kreten, zondige bedenksels boven te laten komen. Wel, dat is nu iuist een diepgeworteld kwaad in veel popmuziek. Zondereen greintje terughoudendheid kramen veel popmusici er dingen uit, die een mens die zichzelf beheerst binnen de omheining van zijn tanden behoort te houden. In diepste wezen is dat zelf-cultuur, ik-cultuur. Mijn gevoelens, mijn uitingen, mijn diepste frustraties, mijn agressie, mijn wellust. Soms mondt dit zelfs uit in de uitroep die van verschillende vooraanstaande figuren in de popwereld gehoord is: „Ik ben God". Je kunt hierin zelfs nog een stap verder gaan en de popmuziek zien als een soort religie. Er zijn in de wereld van de hardere popmuziek heel wat voorbeelden te vinden van teksten die nadrukkelijk stellen dat er geen god is, behalve de muziek of de zanger-zelf of de seksualiteit of de drugs. Je moet daarbij altijd bedenken dat deze vormen van pop het dichtst bij de oorsprongen van dit soort muziek staan: de magische bezwering van de oergoden bij de oude Voodoo-godsdienst of de wazige, ijle klanken van de mystieke oosterse godsdiensten. Het is echter slechts een deel van de popmuziek waarin deze dingen nog herkenbaar zijn. God leert je in het eerste gebod om jezelf helemaal te richten op Hem. Naar popmuziek luisteren, waarin duidelijk die verheerlijking van het ik of van de afgod naar voren komt, leert ons een verkeerde instelling: opmezelf-gericht in plaats van op-God-gericht.

De keerzijde van de medaille is dat je in je muziekleven en muziekbeleven God eert. Dat kan. Je kunt hier denken aan popmuziek die je mooi vindt, waar je geïnteresseerd naar luisteren kunt. Nadat je die kritisch hebt bekeken qua tekst en muziek mag je daar met alle genoegen naar luisteren en van genieten. Er is zelfs een deel van de popmuziek (tenminste wat men daar meestal onder verstaat) waarin min of meer voldaan wordt aan dat liefhebben, vrezen en eren van God: niet alleen in oudere genres als spirituals, blues en oude gospelsongs, maar ook in veel nieuwe gospelmuziek. Gemaakt door mensen die hun leven in dienst willen stellen van de Heiland en zich daar veel voor ontzeggen. Zij proberen hun liefde tot God in muziek en tekst tot uiting te brengen. Ook hier is het erg belangrijk dat je kritisch bent. Want er is ook heel wat gospel waarvan de tekst inhoudelijk nogal arm of zelfs onjuist is; kennis van Gods Woord, en de belijdenisgeschriften, vooral de Dordtse Leerregels, is voor het goed beoordelen van gospelteksten onmisbaar. Tot zover het tweede citaat.

Slot

Niet elke lezer van ons blad zal zich interesseren voor dit thema. Maar opvoeders en vaders en moeders krijgen er in veel gevallen wel mee te maken. Voor hen èn voor jongeren die trachten een verantwoord standpunt te bepalen tegenover de wereld van de (pop)ulaire muziek bevat deze brochure vele waardevolle inzichten. Voor niet veel geld is deze te verkrijgen bij de Willem de Zwijgerstichting, Postbus 642, 7300 AP Apeldoorn, prijs ƒ 8, 60.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's