Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De aankondiging van Christus' geboorte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De aankondiging van Christus' geboorte

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn." Lucas 1 : 37

1. de vraag die Maria stelt

Eén gebeurtenis kan heel ons leven veranderen. Een onverwacht feit kan een wissel omzetten in ons leven. Zo zelfs dat ons leven uitéénvalt in de rijd vóór en de tijd na de gebeurtenis. Zo was het ook voor dat eenvoudige meisje Mirjam of Maria in Nazareth. Welke gebeurtenis dat was.? Je zou denken haar trouwdag. Maar neen — die dag lag nog vóór haar, ze was verloofd met ene Jozef, een jonge timmerman. Ze zal zeker naar de trouwdag uitgekeken hebben, zoals dat gaat als je verloofd bent.

Maar wat er nü was gebeurd was zo schokkend en aangrijpend, tegelijkertijd zo hartverwarmend en verrukkend, dat zelfs haar komende trouwdag er bij in 't niet viel. Die gebeurtenis was niet alleen voor Maria van de grootste betekenis — maar voor heel de wereld, voor ieder die het maar horen en geloven wil. Ook voor ons die ter voorbereiding op het Kerstfeest dit evangelie, deze blijde tijding overdenken.

Het speelde zich af in een eenvoudig, armelijk huisje met maar één of twee kamertjes, waar het altijd schemerdonker was. Maar het begón in de hemel, in het ontoegankelijk hcht van de troonzalen Gods. Het speelde zich af op de lage, nietige aarde. Maar het begon in de hemel, bij God.

De engel Gabriël — zo lezen we in vs 26 — werd door God gezonden naar een stad in Galiléa, genaamd Nazareth, tot een ondertrouwde maagd. Zes maanden eerder had de engel een bezoek gebracht aan de tempel in Jeruzalem. Nu aan een eenvoudig huisje in de verachte provinciestad Nazareth. Toén had Gabriël een boodschap voor een priester, Zacharias. Nü geldt zijn boodschap een meisje.

Zes maanden geleden ging het om de aankondiging van Johannes' geboorte, de geboorte van de voorloper, de heraut. Nü gaat het om de aankondiging van Jezus' geboorte, de geboorte van de Koning Zelf. Maar hoe wonderlijk is het dan dat alles nu veel soberder is dan zes maanden geleden... We zouden toch verwachten dat de Koning met veel meer luister en pracht omringd zou zijn dan de heraut. Maar... het omgekeerde is het geval.

Als de Heere Jezus komt, daalt God dieper af dan ooit om bij diep gevallen mensen te komen, om te zoeken en te redden wat verloren was. We zien dat hier meteen al bij de aankondiging van Jezus' geboorte. Iets van de hemelse lichtglans daalt af in dat eenvoudige huisje van Maria. Immers, het Woord gaat vlees worden om onder ons te wonen.

Maria was heel gewoon bezig, doende met de dagelijkse dingen. En dan ineens wordt ze omstraald door een hemelse lichtglans en hoort vriendelijke, maar ook wonderlijke woorden: Wees gegroet, gij begenadigde!; de Heere is met u...

Maria raakt in de grootste verwarring, niet zozeer door de verschijning van de engel, als wel door de manier waarop deze haar groet. Alsof zij een koningin was en een bijzondere gunstelinge van God in plaats van een eenvoudig en arm meisje. Ze overlegt, ze denkt er diep over na wat toch wel de betekenis van de groet zal zijn. Hoe moet ze die hooggestemde woorden opvatten?

Toch was dit nog maar het begin. Wat de engel verder nog tegen haar spreekt, zou in haar hart nooit zijn opgekomen. Het duizelt haar. Wat zegt de heilige hemelbode allemaal tot haar? „Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren en zult Zijn naam. heten JEZUS. Deze zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God de Heere zal Hem de troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en aan Zijn koninkrijk zal geen einde zijn" (vs 30—33).

Het is inderdaad een overweldigende boodschap. Maar dit is haar in ieder geval wel duidelijk dat zij, een arm dienstmeisje, bestemd is om de moeder van de Messias te worden! De engel heeft immers woorden gebruikt die haar bekend zijn uit de profetieën over de komende Messias, de grote zoon van David die eeuwig heersen zal. Hier geldt voor Maria: als ik dit wonder vatten L > wil staat mijn verstand vol eerbied stil.

In haar verbouwereerdheid stelt ze dan, volgens VS 34, die schuchtere vraag: 'Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne? ' Ze heeft nog geen geslachtsgemeenschap gehad met haar ondertrouwde man Jozef — naar goed joods en goed christehjk gebruik om met hchamelijke omgang te wachten totdat je getrouwd bent.

Maar Maria's vraag gaat nog dieper. Ze heeft als een goede verstaander uit de woorden van de engel begrepen dat ze in verwachting zal raken zónder omgang met een man, zonder mans toedoen. Want het Kind dat ze dragen en baren zal, zal de Zoon van de Allerhoogste zijn. Het zal dus een maagdelijke geboorte zijn. En nu twijfelt Maria niet — zoals de oude priester Zacharias gedaan had — en zij vraagt niet ongelovig om een teken. Maar ze vraagt alleen maar eerbiedig hóe dit zal zijn, ze vraagt of de Heere haar nader onderricht wil geven.

Het is met vragen altijd weer de toon die de muziek maakt. Er kunnen ongeloofsvragen worden gesteld, er kunnen strikvragen en twistvragen worden opgeworpen. Maar er zijn ook eerbiedige vragen, heilbegerige vragen, vragen vanuit zoekende en naar God verlangende harten. Wat doet het goed als kinderen, jongens en meisjes, jonge mensen, zülke vragen stellen thuis, op school, op de catechisatie of jeugdvereniging.

Vragen waarin je iets merkt van ritselingen in de ziel. Dat de Heere met die jongeren of ook ouderen bezig is en dat ze

daarom vragen gaan stellen: 'HEERE, maak mij Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend.' Vraag zo maar veel, allereerst aan de Heere zelf in het gebed, in het luisteren naar de Schrift, dan ook aan elkaar in het samen-luisteren, in de gemeenschap der heiligen.

2. het antwoord dat Maria ontvangt

Maria krijgt antwoord. Dat antwoord is geen verklaring die het menselijk verstand of onze nieuwsgierigheid bevredigt. De engel Gabriël spreekt terughoudend en teer over het grote heilsfeit van Christus' geboorte: ontvangen van de Heilige Geest en zó geboren uit de maagd Maria.

We horen in vs 35: 'De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook dat Heilige, dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.'

De geboorte van de Messias, de Zaligmaker, zal alleen mogelijk zijn door een bijzonder initiatief van Godswege. Daar moet de hemel voor in beweging komen, daar zal de HEERE Zelf aan te pas komen met de kracht van Zijn Geest. Dit zal niet minder dan een nieuw scheppingswerk zijn. Leg daarom Lucas 1 maar naast Genesis 1. Daar — in het eerste bijbelhoofdstuk — is de Geest zwevend, broedend, leven scheppend boven de wateren van de oervloed. Diezelfde Geest komt nu over Maria, om goddelijk krachtig, maar moederlijk teer het leven in haar moederschoot te wekken. Maar zal de kleine Maria het wel uithouden in die stralenbundel en dat krachtenveld van de Spiritus Creator, de Schepper-Geest?

Ja, want de kracht Gods zal haar overschaduwen, zoals in de woestijntijd de wolkkolom de heilige tent overschaduwde. Zo zal Maria's tent veilig wezen in de schuilplaats van de Allerhoogste en in de schaduw van de Almachtige. Zo en zo alleen kan Gods heilig Kind Jezus geboren worden. Niet en nooit langs de gewone weg van het samenkomen van man en vrouw.

Niet omdat het niet op zichzelf iets moois zou zijn wanneer man en vrouw in liefde samenzijn en wanneer ze zo de kinderzegen ontvangen — maar omdat wij mensen zondaren, onreinen zijn en nooit de Verlosser zullen kunnen voortbrengen.

De menselijke akker kan nooit een volkomen heilige vrucht voortbrengen, tenzij er een wonder van herschepping plaatsvindt. Dat is het wat hier aan Maria gaat gebeuren. Hier lopen alle menselijke mogelijkheden dood. Wij hebben in Adam wel het oordeel over ons kunnen inroepen, maar wij kunnen dat n-iet meer ongedaan maken. Wij hebben onszelf wel in het verderf kunnen storten, maar wij kunnen onszelf niet redden en ook niet voor een Redder zorgen.

Dat is de diep ontdekkende waarheid van de ontvangenis uit de Heilige Geest en de geboorte uit de maagd Maria. Diep beschamend voor ons mensen die menen zoveel te kunnen. Hier staan we met al onze menselijke mogelijkheden en prestaties buiten spel. Hier gaat het om Gods werk alleen en Gods werk volkomen.

De geboorte van Johannes de Doper was ook een wonder, want Zacharias en Elizabeth waren op een leeftijd gekomen dat mensen geen kinderen meer kunnen krijgen. Maar de geboorte van Jezus was een wonder van nog veel hoger orde, een wonder in unieke zin. Hier draagt de mens niets bij, de Verwekker is God alleen. De mens is slechts receptief, ontvangend, aannemend in het geloof.

Dat is de diepe inhoud van de maagdelijke geboorte. De moderne theologie beweert dat het om een legende zou gaan. Dat de Heere Jezus toch Jozef als Zijn natuurlijke vader zou hebben. Wie dat zegt, snijdt het hart uit het evangelie weg. Wie als theoloog dat in de kerk verkondigt, zou onmiddellijk het zwijgen moeten worden opgelegd.

De Zaligmaker komt bij God vandaan. Maar... Hij komt wel helemaal bij ons. Als een microscopisch klein begin in Maria's moederschoot! Om zo de brug te slaan over de kloof, over het ravijn dat gaapt tussen de heilige God en zondige mensen. Gods enige Zoon wilde onze Broeder worden. Ons vlees en bloed. Om ons bij de hand te nemen en ons terug te leiden tot de hemelse Vader. Ziende in geloof op Jezus durven we God als onze Vader aanroepen en vertrouwen.

Dat Heilige, dat uit ü geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden. Dat is het grote wonder van het Kerstfeest. Gods Zoon is Maria's zoon. Maria's zoon is Gods Zoon.

God en mens zijn verenigd in Immanuël, God met ons. Nu is er een brug over de kloof, nu is er een weg terug tot God, nu is er een gebaande weg tot zaligheid en eeuwig leven voor mensen zoals u en ik die door onze eigen dwaasheid rampzaligheid en eeuwige dood over ons ingeroepen hebben.

Bij dit woord van dé engel Gabriël krijgt Maria ongevraagd nog een teken tot bemoediging. Vs 36: En zie, Elizabeth, uw nicht, is ook zelve bevrucht, met een zoon in haar ouderdom en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde.

Daar ligt een stille wenk in om maar eens bij Elizabeth op bezoek te gaan en zo versterkt te worden in het geloof. Maria heeft die wenk ook heel goed begrepen en is kort na het bezoek van Gabriël op reis gegaan naar Elizabeth en Zacharias.

De engel Gabriël sluit zijn boodschap af met een geweldig woord. Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. Of naar een andere vertaling: Want geen woord zal krachteloos zijn bij God. Gods Woord valt niet ter aarde. Het blijft niet zonder effekt. Het werkt wat uit, draagt vrucht en doet al wat God behaagt. Is dit niet de korte samenvatting van heel het evangelie? Niets is voor God te wonderlijk. Wat Zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermogen niet. God kan al wat Hij wil en daarom doet God al wat Hij belooft. Het laatste woord dat Gabriël sprak heeft de kracht van een handtekening onder de brief van de hemel, een zegel aan het document.

Wanneer de engel al lang is teruggekeerd naar zijn Zender in de hemelse troonzalen, dan hangt dit woord nog in het huisje in Nazareth en blijft resoneren, weerklinken, in Maria's hart. Wat zei de engel allemaal? Heel veel waarvan het verstand beweert: onmogelijk! De spotters roepen dat het fantasie is en de geleerden verklaren dat het om een legende gaat, de mythe van de maagdelijke geboorte. Maar Gabriël zei: „want geen ding zal bij God onmogelijk zijn!" Dat is voor het geloof het eind van alle tegenspraak.

3. Het geloof dat Maria beoefent

En dat geloof zien we in alle eenvoud en klaarheid in vs 38: „En Maria zeide: zie — de dienstmaagd des Heeren — mij geschiede naar Uw Woord." De komst van de engel had een dubbel doel. Allereerst moest de geboorte van de Zaligmaker aangekondigd worden. Maar in de tweede plaats moest Maria ingewonnen worden en bereid gemaakt worden om Jezus' moeder te zijn.

Zo gaat de trouwe God van het verbond met mensen om. Niet als met stokken en blokken, willoze voorwerpen. Verstand, wil en gevoel worden door de HEERE niet uitgeschakeld, maar juist ingeschakeld. De HEERE wil ook een gewillig volk hebben. Hij wil Maria niet dwingen met uiterlijke dwang, maar Hij wil haar van binnenuit dringen tot de aanvaarding van haar wonderschone, maar ook zo zware taak.

Het zal voor Maria heel wat konsekwenties hebben als zij de moeder des Heeren mag zijn. Haar goede naam en eer zal er mee gemoeid zijn. Jozef zou haar kunnen verdenken en verlaten of aanklagen zelfs. Er zou een streep gaan door haar eigen plannen en levensprogramma. Er zal een zwaard door haar ziel, een kruis door haar leven gaan. Maar Maria heeft zichzelf er voor over.

We zien haar in vs 38 getekend als gelovige vrouw. We keren ons scherp tegen de Maria-verering in de Roomse kerk, zoals deze door de huidige paus weer sterk gestimuleerd wordt. Maar we houden Maria in ere als een diepgelovige vrouw. In haar onvoorwaardelijke overgave kan ze vruchtbaar zijn dn Gods plan.

Wat is geloven eigenlijk? Hier hebben we een levendig voorbeeld voor ogen. Calvijn schrijft: Maria snijdt alle mogelijkheid tot tegenspraak af. Zij dwingt zichzelf tot gehoorzaamheid. Zij neemt het redenerend verstand als het ware gevangen. Ze geeft zich onvoorwaardelijk aan de Heere over. Ze stelt zich onverdeeld tot Zijn beschikking.

Zoals ongeloof ons opstandig en ongehoorzaam maakt, zo maakt het geloof ons

tot gehoorzame dienstknechten en dienstmaagden van God.

Nu kan de engel vertrekken. Hij heeft zijn boodschap gebracht en zijn doel bereikt. De weg is gebaand naar Bethlehem, naar het grote gebeuren van het Kerstfeest.

Wij die deze geschiedenis ter voorbereiding op Kerstfeest 1988 opnieuw hebben mogen overdenken, wij nemen dat woord ter harte: 'want geen ding zal bij God onmogelijk zijn!' Bij God is niets onmogehjk om Zijn beloften te vervullen, om de Zoon te verwekken en om het geloof in de harten te werken. Is dat vandaag minder waar dan toen, in de tijd van Lucas 1? Wie zou dat durven beweren.?

Maar leven we werkelijk uit het geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde.? Denken we soms dat Gods macht niet verder gaat dan datgene wat wij met ons verstand kunnen bevatten.? Dan beledigen we de HEERE. Wij denken Hem dan te kunnen meten met onze mensehjke maatstaven en Hem te kunnen narekenen met onze mensehjke methoden.

Maar het geloof geeft God de eer. Redeneren is de rede eren en de rede eren is God onteren. Geloven is neerzinken op Gods beloven. Al kan ik het absoluut niet bekijken, Hij is machtig te doen wat Hij beloofd heeft (Rom. 4 : 20, 21).

Toen een zoon na het overlijden van zijn vader diens zakagenda doorbladerde, vond hij daarin de aantekening: 'een christen is verplicht al Gods beloften te geloven.' Hoe kan dat.? Als we in ons hart een rechte en diepe indruk van Gods almacht hebben. De twijfel aan Góds macht is er meestal oorzaak van, dat wij geen geloof aan Zijn beloften slaan!

Ongelovige — u dient blijkbaar een onmachtige god. Kleingelovige — u dient bhjkbaar een zwakke god. Gelovige — u dient de almachtige God! Kan het in deze zuchtende, schreiende en vloekende wereld van 1988 nog echt Advent zijn en Kerstfeest worden.? En in dat duistere, ongelovige, opstandige, morrende en mokkende hart van mij.? Zou kerst 1988 nu eens echt mogen zijn het feest van de aanbidding van de Heiland, van de verwondering over zo grote zaligheid.? Zou het kunnen dat we niet blijven staan in alle bijkomstigheden.? Dat het niet bhjft bij wat Imusheid en gezelligheid.? Dat het Kerstfeest niet ontaardt in een eet-en drinkfestijn.?

Dat ons kerstfeest-vieren geen aanfluiting wordt in een wereld waar zovelen hongeren.? Zou het kunnen dat het Kerstfeest mag zijn ondanks alle eenzaamheid, ondanks het verdriet dat dit jaar in uw leven kwam.? Zou het Kerstfeest kunnen worden voor zovelen die van het evangehe vervreemd zijn of die er niets meer van willen weten, misschien wel in uw eigen familie, in uw eigen gezin.?

Zo kunnen we eindeloos doorgaan met vragen. Er is maar één antwoord. Want bij God zal géén ding onmogehjk zijn. Dat is geen theoretisch antwoord Het is een antwoord waarvan de waarheid bevónden moet worden in ons leven. Een woord dat ons wil uitdrijven tot de troon van Gods genade. Een woord dat aanspoort en bemoedigt om van de HEERE alles te verwachten — ook een rijk gezegend Kerstfeest in het jaar onzes Heeren 1988. Want geen ding zal bij God onmogehjk zijn!

Gij, Gij zult vreselijke dingen ons, in gerechtigheid doen horen, en ons blij doen zingen van 't heil door U bereid. (Psalm 65 : 3b)

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De aankondiging van Christus' geboorte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's