Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrijsteden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrijsteden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschil van visie (3)

Niet alle theologen kunnen preken als eerder aangehaald, waarderen. Sterker... zij keuren ze af. Ze zijn van mening dat zulk een prediking eigenlijk niet kan. Dat de zin van dc Schrift er geweld mee wordt aangedaan. Dat het meer is een vergeestelijking van de Heilige Schrift, dan cen eeibiedig naspeuren van de geestelijke zin ervan. En vergeestelijken van de Schrift, dat is: woorden en teksten cen geestehjke betekenis geven die ze niet hebben, is geen goede zaak. Daartegen hebben de gereformeerde vaderen met Voetius voorop, zich met kracht verzet.

Het verzet van genoemde theologen gaat daar tegen, dat men de wet van de bloedwraak vergelijkt met dc Wet van God; de vrijstad met de Heere Jezus Christus; de hogepriester van het Oude Verbond, met de ware Hogepriester, de Heere Jezus Christus.

Wie dit doet en dus de opvatting huldigt, dat de vrijsteden dc bedeling van de Wet symboliseren, redeneert aldus: , , Gelijk de vrijstad voor de onopzettelijke doodslager, die als gevangene en balling binnen haar poorten moest bhjven, een gedurig verwijt was van zijn misdaad, een telkens terugkerende herinnering aan dc vrijheid die hij moest derven..., zo was ook de bcdehng der Wet écn, waarin Gods oude volk met vreze des doods door al zijn leven de dood onderworpen was. Die steden waren niet aangenaam, maar toch veilig. Ze boden bewaring en onderhouding van het leven. Als dc hogepriester stierf, herkreeg de opgeslotene de vrijheid.

Welnu... ook de gelovigen zijn van dc dienstbaarheid van de Wet ontslagen door de dood van de ware Hogepriester onzer belijdenis: Jezus Christus."

War zijn nu dc bezwaren, die tegen deze zienswijze worden ingebracht? Deze: noch het Oude noch het Nieuwe Testament bevat een aanwijzing die er steun aan biedt. Bovendien... de hoofdidee van dc vrijstad, namelijk toevlucht te zijn voor de nietmocdwillige, door dc bloedwraak achtervolgde, komt geheel op de achtergrond.

En als men voor zijn opvatting als voornaamste bewijsgrond aanvoert dc z.g. overeenkomst tussen dc invallende dood van de hogepriester, waardoor dc doodslager zijn vrijheid herkreeg, en de dood van Christus, waardoor de zondaar met God wordt verzoend, die overeenkomt is meer schijn dan zijn. Want... als de dood van de hogepriester in Israël afschaduwing was van de dood van Christus, dan moest die ook een verzoenend karakter dragen. Want de dood van Christus was cen zoendood!

, , Jezus, Uw verzoenend sterven, Is het rustpunt van ons hart..."

Maar die overeenkomst tussen het sterven van de hogepriester in Israël en van de Heere Jezus, is niet uit de Schrift op te maken. Geheel anders... zc leert het tegendeel. De Heihge Schrift ziet in de Hogepriester wel een type van Christus, maar dan gedurende zijn leven! In zijn geestelijke bediening in offer, gebed en zegening. Volgens de Schrift kwam bij dc dood aan zijn priesterambt een eind. Soms al eerder.

Zó bij Aaron. Voor deze stierf was het ambt al op Eleazar overgegaan (Num. 20 : 23 V.). Toen Aaron stierf was niet hij, maar

Eleazar, dc hogepriester. Aaron stierf dus ambteloos.

Niet alzo Christus. Hij was Hogepriester en hij stierf als Hogepriester, want Hij moest ook Offerande zijn. Zijn sterven was een ambtelijk sterven. Conclusie... cr is niet de minste overeenkomst, maar cen groot verschil tussen de dood van Christus en dc dood van de hogepriester onder Israël. Opmerkelijk is, dat ook Calvijn in die richting denkt. Bij Num. 35 : 28 merkt hij op, dat het niet zozeer gaat om dc dood van de ene, als wel om het leven van de nieuwe hogepriester: doch wanneer cen nieuwe hogepriester optrad, om het volk met God te verzoenen, moest deze vernieuwing der genade alle haat verzoenen".

Wie in de vrijstad een voorbeeld van Christus ziet, duidt dat zó: „De doodslager beeldt de zondaar uit, die het leven in eigen hand niet kan houden. In de bloedwreker zien ze God, Die naar zijn recht de zondaar moet straffen; in de vrijstad: Christus, Die de toorn van God tegen de zonde droeg. Hij biedt de gelovigen een zekere toevlucht. Elke dag is Hij bereid hen te ontvangen. Ook deze binding: Vrijstad-Christus vindt men onjuist. En zeker gaat men te ver, als men ook in de namen van de vrijsteden een opmerkelijke heenwijzing ziet naar de Persoon cn het ambt van onze Heere Jezus Christus.

Zoals: Kedes: heilig... Christus is de Eleilige Gods.

Sichem: schouder... Hij droeg de schuld van zijn volk op zijn schouders.

Hebron: gemeenschap, vereniging... Hij is de grondlegger van de gemeenschap met God, enz., enz.

Men mag ook niet zonder meer de vrijstad onder Israël vergelijken met de Heere Jezus.

Want:1. Dc vrijstad stond alleen open voor de doodslager, die bij ongeluk, zonder opzet, een ander van het leven beroofde. Maar Christus is de Zaligmaker voor hen die erkennen cn belijden moedwillige zondaars te zijn. Stel dat iemand meent: k ben wel een zondaar, maar ik werd het bij ongeluk of bij vergissing. Zo iemand heeft van Christus niets tc verwachten.

2. De niet-moedwilhge zondaar vond in de vrijstad bescherming, zonder dat voor zijn daad betaling, verzoening gebracht was. Het vergoten bloed behoefde niet vergoten te worden, omdat er bij het doden geen opzet voorzat.

Ook daarom mag Christus niet de vrijstad genoemd worden. Hij toch is het Die zondaars ontvangt en behoudt, omdat Hij voor hen betaald en in hun plaats aan het recht van God voldaan heeft.

3. Wie in de vrijstad bescherming vond, was een opgeslotene. Hij was een aan de stad gebonden vrije. Met verlangen bleef hij uitzien naar de dag, waarop hij dc vrijstad kon verlaten, zonder vrees voor de bloedwraak en terug te keren naar huis cn haard. Maar de zondaar, die zich in Christus geborgen weet, verlangt te bhjven in Hem cn nimmer van Hem te worden gescheiden.

Wat was dan volgens deze theologen wèl de betekenis van de vrijstad.?

Deze: zij toont de liefde van God voor zijn volk. Door de instelling van de vrijstad verschoont de Heere dc famihe van een verslagene, van de voortdurende aanblik van de doodslager. De dader moest dus in de vrijstad blijven om te voorkomen, dat bij dc familie wraakgevoelens dc overhand zouden krijgen.

Ook waren dc vrijsteden een bewijs ervan, dat in de ogen van God het leven van de mens zó kostbaar is, dat ook het bloed bij ongeluk vergoten, moest geboet worden met verlies van de vrijheid. Bovendien... de Hccrc woont in Israëls land en daarom moet Israël zich vrijhouden van „ontwijding" en „verontreiniging" (Num. 35 : 33 en 34).

Tot zover deze zienswijze over de betekenis van de vrijsteden, die sommige theologen aanhangen.

Dc vraag komt op: wordt zo het prediken over de vrijsteden, voor dc man op de kansel, niet een hachelijke zaak.?

Antwoord: Niet helemaal, want hij weet zich gerugsteund door uitspraken van theologen, die geheel anders, de getrokken lijnen van Oud naar Nieuw Testament wèl zien zitten.

Ik leg u wat van die uitspraken voor. Daar is allereerst Matthew Henry... „er is veel kostelijk Evangelie verborgen onder het type der vrijsteden". Hij verwijst daarbij naar Hebreen 6 : 1.8, waar de apostel spreekt van: , de toevlucht te nemen, om de voorgestelde hoop vast te houden" en (Fill. 3 : 9): in Christus gevonden te worden".

En als hij er op wijst, dat er verscheidene vrijplaatsen waren, en zó gelegen, dat de doodslager, waar hij ook in Israël woonde, de ene of de andere in een halve dag kon bereiken, merkt hij op: „evenzo, hoewel er slechts één Christus gesteld is om onze Toevlucht te zijn, is Hij toch, waar wij ons ook bevinden, een nabijzijnde Toevlucht, een Hulp in benauwdheden, want het Woord is nabij, en Christus in het Woord. In elk van die steden was de doodslager veilig, en zo zijn de gelovigen, die de toevlucht nemen tot Hem, en in Hem rusten, veilig".

Dan de kanttekeningen op dc Statenver-

taling. Wat zeggen die ervan.? Ook die zien in de dood van de hogepriester in Israël, een heemvijzing naar het sterven van de Heere Jezus als de ware Hogepriester. Want bij Num. 35 : 25 tekenen zij aan: Zijnde alzoo een voorbeeld van de Messias, van onze Hoogepriester en Zaligmaker Jezus Christus, die door Zijn dood het handschrift onzer zonden uitgewischt en ons met God verzoend heeft". i

De oud-vader Van der Groe schreef: „Hij (d.i. Christus), is een geopende Vrijstad voor hen, waarin ze ten allen tijde, als zij maar komen, onverhinderd mogen binnentreden".

En dr. P. A. E. Sillevis-Smit in zijn: „Handboek van de Heihge Geschiedenis": „In de voorstelling der vrijsteden speurt men een diepere zin, die heenduidt op het verlossingswerk van Jezus Christus, Wiens hogepriesterlijk sterven, zondaars de volle vrijheid schenkt".

In een artikel over „Bloedwraak" van dr. G. Keizer stelde deze, dat de doodslager in de vrijstad werd verborgen voor de bloedwreker, „zolang tot zijn zonde door de dood van de hogepriester was verzoend, gehjk blijkt uit de uitdrukking van Numeri 35 : 25, „indien men met de heilige ohe gezalfd heeft". Alzo komt bij de verzoenende daad die de hogepriester jaarlijks op de verzoendag verricht nog deze, die hij anders mist, om geheel de type van Christus te zijn. Daardoor is zijn sterven ter oorzake van zijn zalving, van het sterven van andere mensen onderscheiden"

dr. C. J. Goslinga in de Korte Verklaring over Jozua 20: „Niet te ontkennen valt m.i. dat in deze instellingen een heenwijzing verscholen hgt naar de dood van Christus, die van de strenge eis van het recht volkomen bevrijdt, omdat Hij metterdaad verzoening brengt"..

Tenslotte lees ik in een „Beknopt Commentaar op de Nieuwe/Vertaling": Sommigen willen in deze bepaling met betrekking van de dood van de hogepriester niets anders zien dan de vaststelling van een termijn of van een amnestie voor de doodslager, zoals er b.v. amnestie is bij de dood van een koning en het optreden van diens opvolger. Anderen zien hierin een sterven van de hogepriester, waardoor de doodslager verzoening verkreeg en zien in dit sterven van de aardse hogepriester een heenwijzing naar de dood van de hemelse Hogepriester (zie Hebr. 9 : 14V.V.).

Men moet deze laatste gedachte, ook al legt de Schrift er niet veel nadruk op, niet uitschakelen. Christus biedt ook hier de volkomen vervulling van wat in de schaduwen zeer verborgen was. De dood van de hogepriester is voor de omstandigheden cn de rechtspositie van de doodslager van het allerhoogste belang".

We laten verder dit verschil van visie voor wat het is. Constatering ervan leek mij, in het verband van deze artikelen, zinnig.

Ziende op het heilswerk van onze Heere Jezus Christus, die door Zijn hjden en sterven volkomen voldeed aan het recht van een heihg God, belijden wij: „Meer dan de vrijstad is hier". In Hem is volkomen vrijheid, volkomen behoud voor de grootste der zondaren! Als de ware Hogepriester heeft Hij door zijn dood de zonde verzoend. Hoofdzaak zal zijn, aan dat Borgwerk van Christus, door een oprecht geloof, deel te hebben.

Wie in Hem voor tijd en eeuwigheid geborgen is, mag zingen en zinge dan ook:

„De schuld uws volks hebt G' uit uw bock gedaan; Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan; Gij vindt in gunst en niet in wraak Uw lust. De hitte van Uw gramschap is geblust..."

B.

H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1988

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

De vrijsteden

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1988

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's