097 juichende kerstbomen

Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal gedaan worden, zodat er niets nieuws is onder de zon. Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: ziet dat, het is nieuw? Prediker ten spijt klinkt het in deze psalm: zingt een nieuw lied, zingt, zingt. Een nieuw lied, hoe vaak niet aangeheven in psalmen en elders. Hoeveel is er niet nieuw in de Schriften? Een nieuwe leer, testament of verbond, hart, schepsel, mens, nieuwe hemel en aarde. Dat de hemelen zich verblijden en de aarde zich verheugen, aldus vers 11. Want Hij komt, om de aarde te richten. Trouwens van dat oordeel weet ook Prediker. Het einde van de zaak. God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, hetzij kwaad. Die openbaring van het verborgene, met name van het goede, zou voor Prediker wel eens kunnen inhouden het wonder van de vernieuwing.

Een groot deel van dit nieuwe lied maakte deel uit van de liturgie ter gelegenheid van de plechtige plaatsing van de ark in de tent. 1 Kron. 16. De echo evenwel weerklinkt door heel de heilsgeschiedenis. Openb. 11 bijvoorbeeld. De koninkrijken der aarde zijn geworden van onze Heere en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid. Vergelijk hiermee wat staat in vers 10. Openb. 11 besluit met de conclusie dat de tempel Gods in de hemel is geopend en dat de ark Zijns verbonds is gezien in Zijn tempel. Uw Koninkrijk kome. Hoe zien we dat Koninkrijk komen door alle tijden en gelegenheden heen. Treffend gelijkluidend is ook Openb. 15 de verzen 3 en 4, het gezang van Mozes en van het Lam.

In u zullen gezegend worden alle volkeren der aarde. Daartoe roepen op de verzen 1 tot 6. Zingt, zingt, zingt, als reeds vermeld, en vervolgens: looft, boodschapt, vertelt. Alle goden van de heidenen afgoden, non-goden, nieten. Opnieuw: God is groot 95, 3 en sierlijk is het heiligdom 93, 5. Gaat dan heen, onderwijst al de volken. Tot de voleinding, het bevrijdend gericht, ben Ik bij u.

We zien ze komen die geslachten der volken. Verzen 7 tot 10. Thans is het geeft, geeft, geeft en vervolgens offert, aanbidt en schrikt voor Zijn aangezicht. Vreze en beven, daarin wordt de zaligheid uitgewerkt en toegeëigend. Schrik die tot geloof beweegt. Geven, eer en sterkte geven, aan de HEERE is per definitie altoos weergeven, geven uit Zijne hand. Brengt offer. Goud, wierook en mirre. Uw lichamen te weten uw redelijke godsdienst. Nu is immers de hele wereld in veilige handen.

Tot besluit. De hele schepping, die in barensnood is, verwachtende de openbaring der kinderen Gods zal delen in het heil van de volkomen vernieuwing. Het milieu wordt gered. De grote conciliaire beweging van het Koninkrijk Gods datgekomen is en komt. Het veld zal huppelen en alle bomen van regenwouden en bedreigde bossen zullen juichen. Door het gericht heen wordt de schepping bevrijd om nieuwe hemel en nieuwe aarde te zijn. In Christus een nieuw schepsel is iemand die uitziet en verlangt naar dit beloofde heil. Want geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere. Geeft eer Wien ere gaf langs de weg der vernedering. U leerde toch ook dat nederigheid gaat vóór eer? Voor nu en voor het toekomende.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen