De andere Trooster

En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid. Johannes 14 : 16

wie Hij is

We hebben gezien hoe de Heilige Geest komt op Christus' gebed. Uit Zijn doorboorde handen, Zijn biddende handen vloeit de zegen van Pinksteren. Nu mogen we overdenken wie hij is en wat Hij doet.

Jezus zegt: De Vader zal u een andere Trooster geven. Het is opvallend hoe Christus hier over de Heilige Geest spreekt. Hij heeft Hem in Lukas 24 de belofte van de Vader genoemd en de kracht uit de hoge. Maar hier de andere Trooster die de Vader geeft. De Trooster dat is naar het grondwoord letterlijk, Degene, die erbij geroepen wordt. En dan speciaal die te hulp geroepen wordt. Je kunt het alleen niet meer af, je hebt iemand anders nodig. Je vraagt hulp. We kunnen denken aan een proces. Je bent aangeklaagd bij de rechtbank. Je wordt beschuldigd van allerlei malversaties. En nu moet je je verdedigen. Maar je bent niet in staat om vlot te spreken. Bovendien ben je niet erg thuis in allerlei juridische kneepjes. Dan is het erg goed een advokaat te hebben. Advokaat is een woord uit het latijn en betekent net als het griekse woord hier in de grondtekst: erbij geroepen. Maar we hoeven niet alleen te denken aan een rechtsproces, er zijn allerlei situaties waarin wij mensen, wij zondige mensen, hulp nodig hebben.

Om op dat troosterwerk van de Heilige Geest goed zicht te krijgen moeten we ook letten op dat „andere" Trooster. En Hij zal u een andere Trooster zenden. Namelijk anders dan de Heere Jezus Zelf. Dat houdt allereerst in dat Hij de Heere Jezus in Zijn lichamelijke tegenwoordigheid vervangt. De discipelen en allen die na hen zullen komen in de tijd tot Christus' wederkomst zullen niet meer rechtstreeks Zijn stem kunnen horen, zoals toen Hij op aarde was. Maar dat zal geen gemis zijn. De Vader geeft een andere Trooster.

Je hoort wel eens mensen zeggen: was Jezus nog maar bij ons op aarde. Een oud versje zingt: Ach was Jezus nog op aarde, aanstonds ging ik naar Hem heen. Ze denken dat dat beter zou zijn voor hun geloof. Dat ze dan makkelijker zouden kunnen geloven. Maar dat lijkt maar zo. De Vader heeft een andere Trooster gegeven. Ook na de Hemelvaart van de Heere Jezus is God bij ons tegenwoordig, wil Hij ons ontmoeten, tot ons spreken, met ons omgaan, ons leiden en regeren. Hij komt nu door de andere Trooster tot ons, namelijk de Troostergeest.

Toen de Heere Jezus Christus naar de hemel is gegaan is de werkelijkheid, de wereld waarin wij leven niet leeg geworden van God. Alsof we in een soort gat zijn gevallen. Zoals dat ervaren wordt wanneer er een is weggevallen van wie we zeer veel gehouden hebben. Het lijkt wel alsof alles er anders uitziet. Ons huis waar we het altijd zo gezellig hadden samen is ineens leeg en koud geworden. We kunnen het er niet meer goed vinden. Zo is het na de Hemelvaart niet. De andere Trooster is gekomen. Of wij het zien of niet, of onze ogen er voor geopend zijn of niet. God is ook nu tegenwoordig, God is ook nu in ons midden. En overal waar Zijn Woord verkondigd wordt daar wil Hij spreken door Zijn Heilige Geest. Dat mocht ons wel met ontzag vervullen.

Toen de Heere Jezus op aarde was waren de mensen om Hem heen vol van eerbiedige vrees. En hoe doen wij nu de Heilige Geest op aarde is? Hoe doen wij als God ons in Hem tegemoet wil treden in de majesteit van Zijn Woord. Het mag ons juist als we leerden buigen voor Zijn Majesteit ook vervullen met verwondering en blijdschap. We zijn niet alleen gelaten in de geschiedenis, we zijn niet als wezen achtergebleven. De HEERE wil in de Heilige Geest met ons meetrekken, zoals Hij meetrok met het volk Israël door de woestijn in de wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts. Zo is de HEERE er nu nog bij, bij Zijn kerk als geheel en ook bij die enkele gelovige, die enkele zondaar, die het van Hem verwacht, die enkele zondaar die u bent. U staat er niet alleen voor. Er zijn allerlei ingewikkeldheden, er is allerlei venvarring, er is vooral zoveel strijd tegen de zonde en de ongerechtigheid, maar u bent niet alleen. De Vader heeft op het gebed van Christus de andere Trooster gegeven.

hoe Hij werkt

En dat wordt alleen maar rijker als we ook zien hoe Hij troost. De andere Trooster is niet alleen de Trooster die in de plaats komt van Christus, het is ook de Trooster die op een andere, Hem eigen wijze, troost. De Heere Jezus Christus troost ook, troost zelfs in de eerste plaats. De apostel Johannes schrijft daarover: En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, namelijk Jezus Christus, de Rechtvaardige. Daar vindt u in de grondtekst hetzelfde woord als hier.

Christus pleit voor iedere zondaar die tot Hem komt bij Zijn Vader. Hij pleit op grond van Zijn offer. Hij stelt Zijn volbrachte werk de Vader gedurig voor de ogen. Zo schenkt de Vader vrijspraak, vergeving en leven aan zondige mensen als u en ik. Christus spreekt voor ons bij de Vader. De Heilige Geest is de andere Trooster, Die spreekt voor God bij ons. Dat moeten we wel goed verstaan. Dat wil niet zeggen Hij voor God bij ons een goed woordje dotv. Dat Hij God bij ons een beetje aannemelijk maakt. Zo willen mensen nog wel eens met God omgaan. Hij moet bij ons in de smaak vallen. God moet kloppen met wat wij redelijk en rechtvaardig vinden. Maar de Geest troost niet door God aan te passen aan onze normen. Hij werpt juist al onze normen omver.

In het volgende vers noemt de Heere Jezus Hem ook de Geest der waarheid. Dat is de Geest der onverborgenheid Gods en tegelijkertijd de Geest der trouw Gods, der betrouwbaarheid Gods. Maar dat betekent wel dat onze onwaarachtigheid en onze leugen aan de orde komt. Het troosterwerk van de Geest snijdt diep in. Dat is niet alleen maar iets van sussende woordjes en bemoedigende schouderklopjes. Het troosterwerk van de Heilige Geest haalt heel dat hoogmoedige, eigenwijze mensenbestaan van ons omver. Het stelt God in ons leven aan de orde. God in Zijn heilige Majesteit. Het grondwoord voor troosten in het grieks betekent tegelijk ook vermanen. In dat troosterwerk van de Heilige Geest wor-

den we aangewezen in onze zonde en ongerechtigheid voor de HEERE, de God van hemel en aarde. Nee, dat wil niet zeggen dat het allemaal precies op een rijtje staat. We willen de Heilige Geest wel eens in onze schema's persen. Wat doen we dan ook tekort aan de vrijmacht van de Geest in Zijn Troosterwerk. Wat de een van voren leert, leert de ander van achteren. Maar wat we wel leren dat is dat wij het niet zijn. Dat er bij ons geen werkelijke troost te vinden is. Daar zoeken we het krampachtig genoeg. Als de geneugten van het leven het dan eindelijk niet meer kunnen zijn, omdat we leeg achter bleven, zoeken we het nog in de stemmingen en de bevindingen van ons eigen hart. Maar de Troostergeest neemt alles weg, breekt alles af. Bij de een als door een wervelstorm, bij de ander als met een gestage getijstroom. En wat een geduld brengt de Heilige Geest in dat troosterwerk op. Hij volgt ons in alle vrome bochten, waarin we ons wringen, op alle dwaalwegen van ons vlees. Hij weet ons tenslotte te brengen daar waar alleen troost en rust te vinden is in de Heere Jezus Christus. Wilt u een voorbeeld uit de Bijbel? Denk eens aan Asaf. Wat een verwarring kwam er over hem toen hij de weg van Zijn eigen verstand op ging. En ogenschijnlijk liet de Geest hem begaan, maar toen de grens was bereikt bracht Hij hem daar waar Gods licht over het leven valt. In de heiligdommen Gods. Dan is Asaf een groot beest en God alleen maar goed. Dan zingt het vertrouwen: Gij zult mij leiden door Uw raad en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen.

De Geest troost in de heiligdommen Gods. Ja in het heiligdom Gods. Golgotha, de hof van Jozef van Arimathea, de Olijfberg. De Geest troost met Christus. Want Hij is wel de andere trooster, wat de gang van zaken betreft, maar de inhoud van Zijn troost is geen andere dan Christus en Zijn evangelie. Jezus horen wij zelf in deze hoofdstukken zeggen: Hij zal van zichzelf niet spreken. Hij zal het uit het Mijne nemen en Hij zal het u verkondigen. Waar het evangelie van de Heere Jezus Christus verkondigd wordt drupt Hij de troost in onze verwonde en verslagen harten in. En door de overgave van het geloof wordt Christus onze enige Troost in leven en in sterven.

En als de zonde levensgroot voor mij staat en de satan mij aanklaagt en verdacht maakt dat ik Gods kind toch nooit kan zijn, troost de Heilige Geest mij door het evangelie met het volkomen volbrachte werk van Christus. Hij heeft met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald. En de Geest getuigt met onze geest dat we kinderen Gods zijn. Hij getuigt het mij door het evangelie en ik ga het hem nazeggen, aarzelend eerst maar vaster en vaster, omdat we niet ontvangen hebben de geest der dienstbaarheid wederom tot vreze, maar de Geest der aanneming tot kinderen door welke wij roepen: Abba Vader.

En als ik in bange worsteling met de macht van de zonde toch nog het onderspit schijn te moeten delven, troost de Geest mij door hetzelfde evangelie met de overwinning van Christus. Hij heeft mij uit alle heerschappij van de duivel verlost.

En als het heel moeilijk wordt in mijn leven, als ik op onbegrepen wegen ga, door nachten van verlating en eenzaamheid troost de Geest mij weer met datzelfde evangelie van Christus. Namelijk dat Hij mij alzo bewaart dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan. Ja, dat ook alle dingen tot mijn zaligheid moeten dienen. En ongedacht en onverwacht vult de troost van het evangelie mijn hart: Ik zal zijn lof zelfs in de nacht zingen daar ik Hem verwacht. En zelfs als het zingen en bidden mij vergaat dan bidt de Geest met onuitsprekelijke verzuchtingen.

Ja, de troost van de Geest door het evangelie reikt over dood en graf heen naar het eeuwige leven. Hij verzekert mij van het eeuwige leven. En vervult mij dan ook hier in dit leven met de blijdschap en de liefde tot de dienst van God.

Wat kunnen en zullen we zo anders doen dan ons verwonderen over God en Zijn genade, die ons toevloeit uit de biddende handen van Christus. We mogen met de apostel

uitroepen: Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheid en de God aller vertroostingen.

dat Hij bhjft

En die verwondering wordt alleen maar groter als we ook nog uit de mond van de Heere Jezus horen dat de Vader die Troostergeest zendt opdat Hij bij ons zal blijven in der eeuwigheid. In het volgende vers staat ook nog in u. Het is ook niet met één woord uit te drukken. God in de Heihge Geest is om ons bij ons en met ons, in ons en dat altijd tot in eeuwigheid, wat is dat wonderlijk. Dat mag gelden van een ieder die het van Christus venvacht: Die zal bij u blijven in der eeuwigheid. Of wij het nu zien of niet. Of wij het geloven kunnen of niet. Of wij er de vreugde uit vinden of niet. Hij blijft bij ons. Ja zelfs als wij in onze dwaasheid en zondigheid er weer alles aan lijken te doen om die Heilige Geest uit te blussen.

Ook Gods kinderen gaan immers nog zulke dwaze en zondige wegen. Zulke dwaze en zondige wegen als David in de zonde met Bathseba en de moord op haar man Uria. Ja, dan gevoelen we ons waardig dat God nooit meer naar ons omziet en dat Zijn Heilige Geest van ons zal wijken. En naar ons besef gebeurt dat ook. We vallen in een donker gat door onze eigen schuld en we smeken met David: Neem Uw Heilige Geest niet van mij.

En toch, de belofte blijft: Die zal bij u blijven in der eeuwigheid. Ondanks alles. De HEERE zal ons gedurig leiden. Van alle dwaalwegen ons toch weer thuisbrengen. Uit alle verwarring ons brengen in het rechte spoor. Nee, dat maakt me niet onverschillig en achteloos. Alsof het geen verschil meer maakt hoe ik leef. Ik wil immers de Heilige Geest geen verdriet doen. En ik begeer van harte te gaan in Zijn wegen, maar ik mag wel weten tot mijn verwondering en als een eeuwige vertroosting: Die zal bij u blijven. Door alle schuld en zonde van mijn leven heen brengt Hij het terecht.

We hebben Pinksteren gevierd. Het feest van Gods rijkdom. Het feest van Gods Trooster, ja het feest van de Troostergod, die uit de biddende handen van Christus woning wil maken in onze harten. En wie in al zijn armoede vlucht tot Hem, keert niet ledig weer.

Ik vrees niet, nee, schoon ik door duist're dalen in doodsgevaar, bekommerd om moest dwalen; Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden; Uw stok en staf zal mij altoos behoeden. Gij troost mijn ziel, en richt in mededogen, de tafel aan voor mijner haat'ren ogen.

K.

W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen