Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ingrijpen van God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ingrijpen van God

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En zij zeiden: om aan, laat ons voor ons een stad bouwen en een toren welks opperste in de hemel zij..." (Gen. 11 : 4a). Dit gigantische bouwplan kwam voort uit hoovaardige eerzucht. De nakomelingen van Noach voelen zich in de vlakte van Sinear groot en sterk. Zucht naar grootheid en hoogheid drijft hen. Het zal de stad van de mens zijn. Een stad „voor ons", een toren „voor ons". En dat alles tot een naam „voor ons". Het draait alles om: voor ons" en „door ons".

Reeds voor de zondvloed hadden geweldigen een naam gemaakt. Genesis 6 : 4: In die dagen waren er reuzen op aarde; en ook daarna als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren en zich kinderen gewonnen hadden; dezen zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn mannen van naam".

Tweeërlei motief wordt voor de bouw aangegeven:

1. Ze willen zich roem verwerven;

2. Ze willen bij elkander blijven.

En de man van wie dit alles uitgaat, om wie het alles draait, is Nimrod, kleinzoon van Cham. Deze Nimrod was een geweldig jager voor het aangezicht des Heeren (Gen. 10 : 9). Groot van moed is hij en sterk van kracht. Met wellust jaagt hij op het wild en schadelijk roofgedierte. Zo kon hij zelfs als weldoener van de mensheid worden aangemerkt. Maar Nimrod wil meer. Eerzucht drijft hem voort. Straks richt hij zich niet alleen tegen het wild gedierte, maar ook tegen de mens. Ook over hén wil hij heersen.

Hij begint rond zijn persoon mensen te verenigen. Hij dringt zijn gezag op. Zo nodig gebruikt hij daarbij geweld. Hij streeft er naar een machtig rijk te stichten. Een wereldrijk dat straks met het Godsrijk zijn krachten zal meten. Hij is de eerste van de statenstichters en wereldveroveraars die een totalitaire staat willen creëren waarin één mens het voor het zeggen heeft; een staat waarin macht boven recht zal gaan.. Hij stichtte een rijk waarin de voornaamste steden waren: abel, Erech (Edessa), Akkad (Nisibis) en Kaine (Ktesiphin in het land Sinear (Gen. 10 : 10).

Nimrod stond aan het begin, Nebucadnezar op het hoogtepunt van Babel. Onder de beroemde koning Chammoerabi werd Babel de hoofdstad van het gehele Babylonische land. i

Het plan om een stad en toren te bouwen vindt algemeen bijval. De kinderen van Cham, trouwe aanhangers van Nimrod, staan er geheel achter.

Om te bouwen zijn er stenen nodig. Om huizen te bouwen gebruikte men gewoonlijk natuursteen. Uit het rotsgebergte hakte men die stenen los. Maar in een dal kunnen geen stenen uit bergen worden gehouwen, want er zijn geen bergen. Maar hun technisch vernuft weet deze moeilijkheid op te lossen. Ze vinden de tichel of baksteen uit. De kleibodem bood daartoe voldoende bouwstof. Men vormde de stenen, die vervolgens in ovens werden gebakken en gehard. Hetzelfde systeem wordt nog toegepast in de steenfabrieken langs de rivieren. De Noachieten vonden dus een voor die tijd nieuw bouwmateriaal uit.

Maar om een stevig geheel te verkrijgen moeten die stenen aan elkander worden bevestigd. Ook hiervoor vinden ze een oplossing. De bodem van Babyion bevat namelijk asfalt of bituum. Het was een pekachtige stof, van diep donkerbruine kleur. Ook nu nog wordt het voor de aanleg van wegen gebruikt. Dit asfalt gebruikte men als specie. Deze 'specie' bleek zo hard te worden, dat duurzame bouw verzekerd was.

Weldra bruist de eens zo stille laagvlakte van aktiviteit. Er wordt gedraafd, geklopt en geklommen, gepast en gemeten. Ieder is druk in de weer, voor geen moeilijkheid deinst men terug. Hoe zwaarder het werk, hoe moeilijker de taak, hoe groter en roemvoller zal ook de naam zijn.

Moeizaam werken ze voort: weken, maanden, jaren. De toren groeit. De stenen zijn wèl doorbakken, hun lijm is taai. Hun bouwsel wordt als graniet zo hard.

Als de toren klaar is, kan zelfs God in de hemel hen niets meer maken. Dan zijn ze onoverwinnelijk en blijven altijd als een machtseenheid bij elkaar..

Het ingrijpen van God

De torenbouw van Babel betekende verzet van de mens tegen de wil van God. Zowel bij de schepping als na de zondvloed had de Heere bevolen dat de mensen de aarde zouden vervullen. Ze moeten heengaan en de aarde onderwerpen voor Hem, om Hem er mee te dienen. De Heere wil Zijn grote wereld bewoond hebben. De opdracht was de cultuur tot ontwikkeling te brengen. De aarde bebouwen en die bewaren. Maar dat willen ze niet. Ze willen bijeen blijven. De toren zal een blijvend punt van vereniging zijn. Concentratie van eigen macht. Technisch vermogen in dienst van het koninkrijk van de mens. De geest van Kaïn herleefde en werd voortgezet in het geslacht van Cham. Niet God... zichzelf willen ze dienen. In zelfvertrouwen durft men alles aan en vertrouwt alleen op eigen kracht.

Later zullen de koningen van Assur getuigen: door de kracht mijner handen heb ik het gedaan en door mijne wijsheid..." (Jes. 10 : 13), Maar: de Heere zal tehuis zoeken de vrucht der grootheid des harten, des konings van Assyrië en de pracht van de hoogheid zijner ogen" (Jes. 10 : 12b).

Hoor ook een Nebucadnezar roemen: „Is dit niet het grote Babel dat ik gebouwd heb tot een koninklijke woonstede, door de sterkte mijner macht en tot eer mijner majesteit? "

Maar Jesaja profeteerde: Babel, het sieraad der koninkrijken, de trotse luister der Chaldeeën, zal worden als Sodom en Gomorra toen God ze onderste boven keerde; het zal in eeuwigheid niet meer bewoond worden" (Jesaja 13 : 19),

Bouw aan Babel is steeds verheerlijking van eigen naam. De Babelbouwers stellen tegen de naam van God hun eigen naam. Ze tarten God en dagen Hem ten oordeel uit. Dat oordeel kwam dan ook. Lang liet God de bouwers bouwen. Vanaf het eerste begin had Hij hen bezig gezien. Hij zag het vermetel pogen van deze hemelbestormers. En Hij liet hen bouwen, weken, maanden, jaren. De toren was reeds hoog. Maar dan komt het moment dat de Heere zegt: „Tot hiertoe en niet verder".

Nimrod had gezegd: „Kom aan, laat ons bouwen". God zegt: „Kom aan, laat Ons nedervaren..." De Heere daalde neer om te bezien de stad en de toren. Dat neerkomen van God was een ingrijpende daad. Een daad die aan hun arbeid een eind zal maken.

Hoe doet God dit? Waardoor verstoort Hij dit grote werk van de mens? Daalde vuur van de hemel dat alles verslond?

Hij had er het volste recht toe de bouwers met stad en toren weg te doen van voor Zijn aangezicht. Maar... God is lankmoedig. Hij verdelgt hen niet.

Wat dan? Hij bracht verwarring. Hij verwarde hun spraak. Juist de eenheid van taal had hen saamgebonden. Had de begeerte doen ontstaan om bijeen te blijven. En nu die taai-eenheid wordt verbroken, ligt op eenmaal alle aktiviteit van de mensen stil. Zo leert de Schrift dat de torenbouw van Babel de oorzaak is van de velerlei talen die op de aarde worden gesproken. Het is de zonde die haar in het leven riep; straffende hand van God die haar als een oordeel toezond.

De spraakverwarring rond het bouwwerk maakt de verwarring algemeen. Communicatie is niet goed meer mogelijk. De een verstaat de ander niet meer. De steensjouwer verstaat de metselaar niet meer. De metselaar begrijpt niet wat de timmerman wil, Het werk moet worden gestaakt. De toren bleef, evenals de symphonie van Beethoven, onvoltooid.

„Alzo verstrooide hen de Heere van daar over de ganse aarde, en zij hielden op de stad te bouwen" (Gen. 11 : 8).

Zo slaat God de hoogmoed van de mens neer. Het trotse werk stond stil en zij trokken her-en derwaarts. Iedere stam kreeg zijn eigen taal, zodat ze vanzelf uit elkaar gingen. Hun macht door eenheid was verbroken.

Nimrod had het gewaagd tegen God te strijden... een volkomen nederlaag was het gevolg. Nu, bij de torenbouw van Babel, maar ook later, wanneer de hoogmoed van de mens een alleenheerschappij in het leven wilde roepen, verbrak God dit pogen. Denk aan Alexander, aan Napoleon, aan Hitier.

De tijd heeft het gevaarte in de vlakte van Sinear vergruizeld. Maar het hoogmoedig en zondig streven van de Babelbouwers is gebleven. Nog wordt Babel gebouwd en is Babel onder ons.

Wetenschap en techniek maken ongehoorde vorderingen. Het technisch kunnen van de mens is tot grote hoogte gekomen. De mens kan bijna alles. Hij aanbidt eigen kunnen. En... God is er niet meer bij. Hij is uitgeschakeld, zo men meent.

Deze toenmende invloed van wetenschap en techniek leidt tot steeds verdergaande secularisatie (verwereldlijking). Dit proces lijkt niet te stuiten. Het gezag van

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het ingrijpen van God

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's