Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zuchtende Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zuchtende Geest

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En desgelijks komt ook de Geest onze zwakhede mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk behoort, maar de Geest Zelf bidt vo ons met onuitsprekelijke zuchtingen. En Die de harten doorzoekt weet welke de meni des Geestes is, dewijl Hij naar God voor de hei gen bidt". Rom. 8 : 26—27

De zuchtende Geest... Dat vindt u misschien wel vreemd! Dat zij die de eerstelingen van de Geest hebben, zuchten, dat begrijpen we. Die zijn nog onderworpen aan allerlei machten, die dragen een lichaam om der zonde en des doods. Dat zij zuchten om daarvan verlost te worden, dat zij reikhalzend uitzien naar de toekomst van Christus, dat verstaan we.

Maar de Heilige Geest Zelf.... Die Heere is en levend maakt, Die van de Vader en de Zoon uitgaat.... De Geest Die alle dingen onderzoekt, ook de diepten Gods. De Geest Die mensen vervult, volmaakt tot alle blijdschap Gods... Kan die Geest zuchten? Is dat niet beneden de maat? Is dat niet beneden Zijn stand?

Wanneer deze vragen bij ons opkomen, laten we dan één ding niet vergeten. Dat die Geest dat doet om ons. Dat die Geest zucht omdat wij niet kunnen zuchten. De Heilige Geest zucht.

1) In onze zwakheden

Heeft Paulus, hebben Gods kinderen dan nog zwakheden? Als je nu toch mag weten geleid te worden door de Heilige Geest.... Vader te mogen zeggen.... Kind te mogen zijn... Dan ben je toch niet vèr van de volmaaktheid?

Bladert u dan maar even terug in deze brief. Als ik het goede wil doen ligt het kwade mij bij. Ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont.

Wat zijn nu die zwakheden? Dat zijn de dingen waaraan we onderworpen zijn zolang we in dit leven zijn. De weg door de woestijn van dit leven is vermoeiend. Soms knikken de knieën en verslappen de handen. We hebben de strijd te voeren tegen onze vijanden, maar hoe vaak verliezen we die strijd? We hebben te waken tegen verleiding, maar hoe vaak verliezen we de waakzaamheid uit het oog? Soms wordt het kruis dat we te dragen n krijgen ons te zwaar. En dan weer leidt de Heere ons in een weg die we niet willen gaan. or Er zijn tijden waarin de liefde verkilt. Tijden ng waarin we geen zin hebben in het onderzoek livan het Woord of in het zoeken van Gods aangezicht.Zwakheden. Ze zijn in één woord samen te vatten: Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten, hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten. Er blijft niet zoveel over van die sterke gelovigen en van die verzekerde christenen....

Zwakheden. Ze zijn in één woord samen te vatten: Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten, hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten. Er blijft niet zoveel over van die sterke gelovigen en van die verzekerde christenen....

Nee, het is niet zo aangenaam te moeten erkennen dat je zwak bent. Dat je niet op eigen benen kunt staan. In deze wereld telt alleen maar mee alles dat groot en sterk is. En dan met het Avondmaalsformulier te moeten belijden dat we dagelijks met de zwakheden van ons geloof en met de boze lusten van ons vlees te strijden hebben... Dat is onze eer te na.

En toch is het zo nuttig, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Zwak in mezelf, maar machtig in Hem. Als we beter onze zwakheden zouden kennen, oprechter onze zwakheden belijden, dan zouden we meer de Heere nodig hebben. Want Zijn kracht wordt _ in onze zwakheid volbracht.

Maar nu heeft Paulus hier een heel bepaalde zwakheid op het oog. Wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort.

Wij weten niet.... Klinkt dat niet als een dissonant? Juist in dit hooggestemde loflied heeft Paulus zoveel keren met stelligheid gezegd: wij weten! En nu ineens: wij weten niet... Ja, we zijn nog in de strijdende Kerk. We zingen onze psalmen in het strijdperk van dit leven. En die strijd is geen schijngevecht. Het is een strijd op leven en dood. Tegen vijanden van buiten en van binnen.

Wij weten niet wat we bidden zullen. Er staat niet: we weten niet hoe we bidden zullen. Al is dat op zichzelf ook waar! Hoe zullen we naderen tot de hoge en heilige God? Maar hier gaat het niet over de vorm, hier gaat het over de inhoud van ons gebed.

Wij weten niet wat wij bidden zullen. En dat zegt dan Paulus, die er zoveel van heeft geleerd, die zo geoefend is in de verborgenheden van het geloof. Iemand die al zo lang op de weg is. Die bovendien anderen moet onderwijzen. Dat moet toch wel een volleerde bidder zijn!

Als hij nu zou zeggen: jullie, Romeinen, weten dat niet... Maar hij sluit zichzelf erbij in: WIJ weten niet... We spreken weieens over mensen die bidden hebben geleerd. En het is waar: zonder het onderwijs van de Heilige Geest kunnen we niet bidden. Bidden wordt geleerd op de leerschool van de Heilige Geest. Maar op die school word je niet volleerd. Daar krijg je nooit een diploma.

Wij weten niet wat wij bidden zullen. Mozes had toch wel bidden geleerd. Hij sprak met de Heere zoals vrienden met elkaar spreken. En hij heeft de Heere gesmeekt, gedwongen bijna om het beloofde land te mogen binnen gaan. Maar de Heere zei: Mozes, spreek Mij niet meer van deze zaak!

En Jeremia, als hij voor het volk in de bres staat en aldoor van de Heere blijft vragen of die verschrikkelijke ballingschap toch niet door mag gaan. Dan moet de Heere tegen hem zeggen: bid niet meer voor dit volk.

En Jacobus en Johannes, die vragen om een ereplaats, krijgen te horen: gij weet niet wat gij begeert.

En Paulus zelf, die zo gesmeekt heeft om verlost te worden van die scherpe doorn in zijn vlees. Hij kreeg het niet gedaan. Mijn genade is u genoeg.

Wij weten niet wat wij bidden zullen. Want wij weten niet wat goed voor ons is. Met al onze wensen en verlangens zijn we egoïsten die de Heere maar in de weg staan. Daarom krijgen we niet altijd wat we graag willen hebben. Als uw kinderen iets vragen dat schadelijk of gevaarlijk is, dan geeft u het toch óók niet?

Is de Heere dan niet een Hoorder der gebeden? Heeft de Heere Jezus dan niet Zelf gezegd: al wat gij de Vader bidden zult in Mijn Naam, dat zal Hij u geven?

Ja, maar dan moeten we één ding niet vergeten. Gelijk het behoort! Dat wil zeggen: zoals het in overeenstemming is met Gods wil. Dat is ook Zijn belofte, dat, zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort.

Dat is een les die telkens weer geleerd moet worden. Vooral in tijden waarin we uitgebeden zijn. Tijden waarin we geen gebed meer hebben om te bidden. Tijden waarin de weg naar de troon der genade versperd lijkt. Dan worden we machteloze bidders.

En toch zegt de Heere: volhardt in het gebed. Bidt zonder ophouden. Wat is dan het gebed dat God aangenaam is en door Hem verhoord wordt? Dat is het gebed van de Heilige Geest. De Heilige Geest zucht.

2) Met Zijn werkingen

De Geest komt onze zwakheden mede te hulp. Eigenlijk staat er: de Geest helpt mee inplaats van ons. Om er een beeld voor te gebruiken: aan boord van een schip mag een kleine jongen soms een poosje het roer vasthouden. Maar dat gaat natuurlijk niet lang goed. Als zijn vader er niet bij zou zijn zou hij uit de koers raken en zou het schip op een zandbank kunnen lopen. Daarom stuurt vader een beetje bij. Die kleine jongen denkt dat hij het doet, maar in feite is het zijn vader die stuurt.

Dat doet nu de Heilige Geest. Hij neemt het roer in handen, Hij stuurt bij. Het lijkt alsof we zelf sturen, maar in werkelijkheid stuurt HIJ. Hij doet het inplaats van ons.

Heeft de Gemeente van Christus - zo vraagt u - dan twee Voorbidders? Want van de Heere Jezus belijden we: Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt. En nu horen we van de Heilige Geest dat Hij óók in ons gebed ons te hulp komt.

Inderdaad, er zijn twee Voorbidders. De grote Hogepriester is ingegaan in het hemelse heiligdom en treedt daar met Zijn offer voor het aangezicht van de Vader. We hebben een Hogepriester Die door alle hemelen is doorgegaan. We hebben een Voorspraak bij de Vader. Hij is de Voorbidder in de hemel.

Maar de Heilige Geest, Die van de hemel gezonden is, is de Voorbidder op aarde. Hij bidt niet alleen vóór ons, Hij bidt dóór ons en in ons.

Hoe doet Hij dat? Als u kleine kinderen hebt, dan leert u die kinderen bidden. U neemt die kleine handjes in uw handen en u zegt het gebed woord voor woord vóór. En als dat kind eens een woord verkeerd zegt, dan verbetert u het. Dat doet nu de Heilige Geest. Hij zegt de woorden vóór, Hij legt ons de woorden in de mond. Eigenlijk zijn wij het niet die bidden, maar is het de Heilige Geest Die in ons bidt.

Met woorden? Ja, met zuchtingen, zegt Paulus. Met onuitsprekelijke zuchtingen. Het kan niet uitgesproken worden. Er zijn gedachten, gevoelens die zich niet onder woorden laten brengen. We zeggen weieens: er zijn geen woorden voor te vinden. Zo kan het ook zijn in ons gebedsleven. Dat we neergedrukt worden door een last van zonde en plagen. Dat we benauwd zijn aan alle zijden. Dat we aangevallen worden door een leger van vijanden. Of dat we een onuitsprekelijke vreugde genieten in God. Dat we een onzegbaar verlangen hebben naar Zijn gemeenschap. Of een heimwee naar het eeuwige leven.

En we zouden het willen zeggen, maar we weten geen woorden te vinden. Op dat moment is het de Geest Die in ons bidt met onuitsprekelijke zuchtingen.

En die Geest blijft zuchten, ook als we niet zuchten kunnen. In biddeloze tijden, waarin we nog wel woorden prevelen, maar de kracht, het leven is eruit. Ook al bidden wij niet, de Geest brengt met onuitsprekelijke zuchten onze noden voor Gods troon.

Kennen we dat zuchten? Vertoont u die tekenen van leven? Als u ziek bent en de dokter moet u onderzoeken, dan vraagt hij soms: zucht u eens diep. Dan kan hij constateren of van binnen alles goed functioneert. Durft u dat zeggen voor Gods aangezicht: Heere, is voor U al mijn begeerte en mijn zuchten niet verborgen?

Dat zijn toch werkelijkheden, dat die Geest ons aandrijft tot het gebed, dat die Geest ons influistert wat we bidden moeten. We konden de woorden niet vinden, maar ineens stroomt het, zó, dat we niet kunnen ophouden. Of er zijn geen woorden, er is alleen maar dat diepe verlangen, die stille verwondering.

Dat doet nu de Heilige Geest, Die mensen vernieuwt naar het Beeld van Christus en Die zelfs onze vragen en verlangens brengt voor Gods aangezicht. Maar Hij reinigt ze ook, Hij zuivert ze ook. De Heilige Geest zucht.

3) Naar Gods wil

En Die de harten doorzoekt weet welke de mening des Geestes is. Wie is Hij Die de harten doorzoekt? Het is de Alwetende God, voor Wiens aangezicht alle dingen naakt en geopend liggen. Zijn we daarvan doordrongen dat de Heere alles ziet en weet? Als Hij op dit ogenblik uw hart, mijn hart zou onderzoeken, wat zou Hij dan vinden?

Dat kan ik u wel zeggen: niets dan ongerechtigheid. Eén vuile bron van alle wanbedrijven. Als we soms even in ons eigen hart mogen kijken, dan zeggen we: zo Gij, Heere, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal bestaan? Daar is niets aan te verbeteren,

niets aan öp te knappen. Het wordt ook niet beter. Dat vijandige bestaan, die zelfbedoelingen... Maar in dat hart vindt de Heere ook Zijn Heilige Geest. Want Die is in onze harten uitgestort. Om er te wonen en te werken. Om er te bidden met onuitsprekelijke zuchtingen.

En de Alwetende weet ook wat die Geest met dat zuchten bedoelt. Hij weet wat de mening van de Geest is. Want die Geest bidt... naar God. Naar de Heere toe. In overeenstemming met Zijn wil. Hij zuivert en reinigt onze gebeden, zodat ze aangenaam zijn voor God. Anders konden ze nooit de troon der genade bereiken.

Wij bidden altijd op onszelf aan, altijd naar onszelf toe. Maar de Heilige Geest bidt naar God toe, in overeenstemming met Gods wil. Dat is ook de enige reden waarom onze gebeden verhoord worden. De Heilige Geest Die Zelf God is, bidt tot God.

De Heere pleit bij Zichzelf. De Heilige Geest brengt tot Christus en door Christus tot de Vader. Nu ligt het zo vast in de handen van de Drieënige God. Die God Die het gebed werkt is dezelfde God Die het zuchten hoort. Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.

Jamaar, dat doet de Heilige Geest voor de heiligen... En ik ben geen heilige! Als er nu eens stond: voor zondaren! Maar heiligen zijn juist mensen die wéten dat ze zondaren zijn. Mensen die moeten zeggen: in mijn vlees woont niets goeds. Die worden aldoor onheiliger in zichzelf, maar ze zijn heilig in Hem Die hen heeft geroepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht.

Niet dat ik het reeds gekregen heb, of reeds volmaakt ben, zegt zo'n heilige, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht...

Voor zulke heiligen bidt de Geest. Zulke machteloze bidders komt de Geest te hulp. Zulke onvruchtbaren in zichzelf worden door Hem vervuld met vruchten der gerechtigheid. Dat is een stervend leven. We Ieren sterven aan onszelf, ook aan onze dwaze begeerten, aan onze onzuivere verlangens. Dat is pijnlijk voor het vlees. Maar de Geest leert ons ook bidden:

Neem van ons weg vlees ende bloed, Dat tegen Uwen wille doet.

Zo gaat het naar de voleinding. Want de schepping zucht, zij die de eerstelingen van de Geest hebben, zuchten. En de Geest Zelf zucht ook: kom, Heere Jezus, ja kom haastig! En als Hij komt, dan zullen die onheilige heiligen nog maar één verlangen hebben: de Naam te verheerlijken van Hem Die alles in allen vervult.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De zuchtende Geest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's