Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beperkte verzoening en onbeperkt aanbod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beperkte verzoening en onbeperkt aanbod

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Voor wie is de verzoening teweeggebracht? Is de verzoening algemeen of beperkt? Wie mag zich de verzoening van Christus toeëigenen? Hoe krijgt de zondaar persoonlijk deel aan de verzoening? Hoe moeten Christus en de verzoening worden gepredikt? Mag in de verkondiging gezegd worden: Jezus is voor uw zonden gestorven op het kruis? Of moet eerst de Wet gepredikt, en mag alleen wanneer er verbrijzeling over de zonde tot stand is gekomen, het Evangelie van de verzoening gepredikt worden? Kan naast een beperkte verzoening wel een onbeperkt Evangelie verkondigd worden? Hoe kan iemand zeker zijn, dat er voor hem of haar voldaan is op het kruis, indien er slechts voor een deel der mensheid voldaan is? Is de algemene verzoening niet nodig om de gelovige zekerheid te brengen? Het zijn allemaal vragen, die uit de leer van de verzoening voortvloeien".

Dit uitvoerige citaat uit het Woord vooraf geeft meteen heel de problematiek aan die in dit boek wordt behandeld. Een problematiek die de eeuwen door aan de orde geweest is binnen het Gereformeerd Protestantisme, nadat ze op de Dordtse Synode tot een crisis had geleid, maar die ook al speelde in de Kerk van de Middeleeuwen.

Merkwaardig genoeg is er in ons taalgebied nooit een studie verschenen waarin dit thema expliciet werd behandeld, hoewel het toch zo vaak een punt van discussie is geweest. Ds. C. Harinck, predikant van de Ger. Gem. te Oostkapelle, heeft zich eraan gewaagd en verdient daarvoor onze grote erkentelijkheid.

Overzichtelijkheid

Wanneer ik twee trefwoorden zou mogen gebruiken die op deze studie van toepassing zijn, dan zou ik willen zeggen: overzichtelijkheid en evenwichtigheid.

De compositie van het boek is erg logisch en helder. Eerst wordt het probleem gesteld dat op de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619) intern tot nogal verhitte discussies leidde: hoe is het te verklaren dat de Schrift soms universalistisch schijnt te spreken over de verzoening? (Alzo lief heeft God de wereld gehad. En

Hij is een Verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld). Anders gezegd: hoe kon de Remonstrantse opvatting (Christus heeft voor alle mensen de mogelijkheid geschapen om zalig te worden) worden weerlegd, „zonder tekort te doen aan de algenoegzaamheid van Christus' offerande en de oprechtheid Gods in de algemene nodiging van het Evangelie" (12). Over die kwestie heerste in Dordt géén eenstemmigheid, maar men hield de onderlinge verschillen zoveel mogelijk binnenskamers, om de Remonstranten niet de kans te geven een wig te drijven tussen de Gereformeerden.

Vervolgens worden (kort) de Schriftgegevens geïnventariseerd, om daarna na te gaan hoe de Oude Kerk over deze schijnbare tegenstrijdigheid heeft gedacht. Tot Augustinus toe zijn er geen duidelijke uitspraken over de vraag hoe ver de verzoening zich uitstrekt. De apostolische vaders zagen het wereldwijde van het heil, zonder te vervallen in universalisme. Maar de grens tussen hen voor wie de verzoening bestemd is, en hen aan wie de verzoening wordt gepredikt, hebben ze niet getrokken.

Bij Augustinus wordt dat anders. Hij leerde een beperkte verzoening: Christus stierf uiteindelijk alleen voor de uitverkorenen, wat echter niet in mindering kwam op de ruime prediking van het Evangelie. In de Middeleeuwen wordt de opvatting van Petrus Lombardus toonaangevend: Christus' offer is algenoegzaam voor de gehele wereld, maar slechts effectief voor de gelovigen, de uitverkorenen.

Aan de „ontwikkeling van Calvijn tot Arminius" is een volgend hoofdstuk gewijd. Calvijn handhaaft de onderscheiding tussen genoegzaamheid en krachtdadigheid. Bullinger echter - bang voor een dominerende praedestinatie - zag de verzoening als geschied voor de gehele wereld en ieder mens (69). Min of meer tegenover hem staat Beza, die de onderscheiding tussen algenoegzaam en krachtdadig laat vallen! Bij hem ligt het accent op de beperktheid van de verzoening, hoewel hij toch een algemeen en welmenend aanbod van genade leert.

In wezen begint het conflict tussen Remonstranten en Contra-Remonstranten zich al af te tekenen in de verschillen tussen Bullinger en Beza. Over de toespitsing van dat conflict gaat het in het volgende hoofdstuk: ontwikkeling van Arminius tot de Dordtse Synode. Het was een probleem hoe men de Remonstranten kon veroordelen, zonder de eenheid onder de Gereformeerden te schaden, want er was geen eenstemmigheid over de vraag hoe ver de verzoening zich uitstrekt. Toch heeft „Dordt" kans gezien de beperkte verzoening en het onbeperkte aanbod naast elkaar te laten staan. Het tweede hoofdstuk van de Leerregels, dat in deze studie uitvoerig wordt behandeld, is daarvan het beste bewijs.

Zo geeft dit boek ons een dwarsdoorsnede hoe er van de Oude Kerk af tot in Dordt toe is gedacht over de reikwijdte van de verzoening. De vele citaten getuigen van de belezenheid van de auteur, maar ook van het feit dat hij existentiëel bij deze kwestie is betrokken.

Evenwichtigheid

Evenwichtigheid is het tweede trefwoord dat op deze studie van toepassing is. Collega Harinck blijft opvallend lang objectief wanneer hij de verschillende opvattingen over de uitgestrektheid van de verzoening de revue laat passeren. Hij laat ook andersdenkenden volledig uitspreken en verdoezelt ook geenszins het feit dat er verschillen van inzicht waren, ook onder onverdacht Gereformeerden. Tussen de regels door laat hij intussen wel merken welk standpunt hij zelf inneemt.

Echter, in zijn Slotconclusie laat de auteur er geen twijfel over bestaan aan welke kant hij staat. De beslissing van Dordt - beperkte verzoening en onbeperkt aanbod - heeft zijn volledige instemming. Hij weet natuurlijk óók wel, en erkent dat ook, dat er tussen die twee een zekere

spanning bestaat. Dat heeft men in Dordt ook wel gezien, maar men heeft geweigerd die spanning op te heffen, en de zaak sluitend te maken voor ons verstand.

„Dat is kenmerkend voor het geheel van de Dordtse Leerregels. Er is geen kloppend systeem in te vinden. De verzoening is algenoegzaam voor allen, maar alleen effectief in de uitverkorenen. De belofte van het heil wordt aan allen zonder onderscheid gepredikt, terwijl anderzijds de inhoud van de belofte alleen verkregen wordt door de waar gelovigen. Allen wordt bevolen zich te bekeren en te geloven, terwijl anderzijds bekering en geloof vruchten van Gods verkiezing zijn" (182).

Hiermee heeft Dordt zich naar twee kanten afgeschermd. Allereerst naar de kant van de Remonstranten, anderzijds naar de kant van de Hypercalvinisten. De eersten leren dat Christus de mogelijkheid van de verzoening heeft teweeggebracht, en dat het nu aan de mens staat om van die mogelijkheid gebruik te maken. De tweeden zeggen dat het heil alleen voor de uitverkorenen is en dat het daarom ook niet aan alle mensen mag worden aangeboden. Opvallend is, aldus Harinck,

„dat we zowel bij de Remonstranten alsook bij de Hypercalvinisten, een kloppend systeem aantreffen. Het past alles in elkaar. Bij een algemene nodiging hoort een algemene verzoening, zo zegt de Remonstrant. Bij een beperkte verzoening hoort een beperkte nodiging tot het heil, zegt de Hypercalvinist. Er zijn opmerkelijke overeenkomsten aan te wijzen tussen beide standpunten. Zij nemen natuurlijk geheel tegenovergestelde posities in, maar toch vanuit dezelfde invalshoek. Er moet een overeenstemming zijn tussen de personen, die het Evangelie nodigt, en de door Christus aangebrachte verzoening. Eveneens moet er overeenstemming zijn tussen Gods eis om te geloven en de mogelijkheid en de geschiktheid van de mens om te kunnen geloven".

Dordt heeft zich noch tot het ene, noch tot het andere standpunt laten verleiden. De algenoegzaamheid van Christus' offer èn de krachtdadigheid van dat offer heeft men rustig naast elkaar laten staan. Het Evangelie moet aan allen zonder onderscheid worden verkondigd, met bevel tot bekering en geloof. En tegelijk werd volmondig erkend dat het enkel en alleen de genade van God is, wanneer een mens gelooft en zich bekeert.

Aktualiteit

Ik wil er geen geheim van maken dat ik erg blij ben met deze grondige en verhelderende studie, en dat ik dit boek met veel instemming heb gelezen. En dat heus niet alleen uit dogmenhistorisch oogpunt, hoewel het alleen daarom al interessant genoeg is. Maar vooral ook omdat de zaak waarom het gaat, ook vandaag nog zo aktueel is. Want ondanks het feit dat „Dordt" zich zo evenwichtig heeft uitgesproken blijft de kwestie van verkiezing en verantwoordelijkheid nog steeds de Gereformeerde Gezindte beroeren en verwarren.

In de vorige eeuw waren de Afgescheidenen verdeeld in Drentsen en Geldersen. De Drentsen kwamen öp voor Gods soevereiniteit en ontkenden de welmenendheid van Gods genade-aanbod, terwijl de Geldersen gekenmerkt werden door een ruime en nodigende Evangelieprediking en daardoor bij de andere partij verdacht waren... In de vijftiger jaren van onze eeuw ontstond binnen de Gereformeerde Gemeenten de controverse rondom het aanbod van genade, wat geleid heeft tot scheuring in 1953. Het is - tussen haakjes -duidelijk dat Harinck, hoewel hij zo weinig mogelijk polemiseert, zijn boek tegen deze achtergrond heeft geschreven.

Maar ook onder óns is er tot op de dag van vandaag veel verwarring over de reikwijdte van de verzoening. Soms wordt zomaar vlotweg beweerd: „De Heere Jezus is toch voor alle mensen gestorven? " Of in de prediking wordt met het grootste gemak gezegd: „U moet geloven dat God ook ü liefheeft". Naar mijn bescheiden mening doet zich hier heel sterk de invloed van de vrije groepen gelden, een invloed die met name op onze jongeren niet te onderschatten is.

Aan de andere zijde staat het Hypercalvinisme, dat nog lang niet uitgestorven is. Wie met de hand op de Schrift en de Belijdenis der kerk het aanbod van genade verkondigt en oproept tot geloof en bekering wordt al gauw in het hoekje van de „algemene verzoening" geplaatst of beschuldigd van Remonstrantisme....

Daarom is het te hopen dat velen van dit leerzame boek kennis zullen nemen. Het is bepaald niet een werk, dat men even in een paar verloren uurtjes uitleest. Maar is een onderwerp als dit het niet waard dat we ons enige moeite getroosten?

De Banier gaf het boek verzorgd uit. De vindplaatsen van de vele citaten staan telkens onder de paragrafen. Het enige dat ontbreekt - en dat vind ik toch wel jammer - is een naamregister.

(N.a.v. Ds. C. Harinck, De uitgestrektheid van de verzoening, van de Apostolische vaders tot Dordt 1618-1619, B.V. Uitg. De Banier, Utrecht, 1989. Paperback, 190 pagina's. Prijs ƒ 27, 50).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Beperkte verzoening en onbeperkt aanbod

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's